Aansluitingsschema – Pioneer DEH-8300SD User Manual

Page 15

Advertising
background image

<QRD3068-A> <>

Aansluiten van de toestellen

Nederlands

Aansluiten van de toestellen

Nederlands

Opmerking

• Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een

voertuig zonder ACC (accessoire) stand op

het contactslot, moet de rode draad worden

verbonden met een aansluiting die de stand van

de contactsleutel kan herkennen. Anders kan de

accu leeglopen.

ACC ON

S

TA

RT

O

FF

ON

S

TA

RT

O

FF

ACC stand

Geen ACC stand

• Gebruik van dit toestel onder andere dan de

volgende omstandigheden kan leiden tot brand of

storingen.

— Voertuigen met een negatief geaarde 12 V

accu.

— Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen) en

4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie).

• Om kortsluiting, oververhitting of andere

storingen te voorkomen moet u de onderstaande

instructies opvolgen.

— Koppel de negatieve pool van de accu los voor

u begint met de installatie.

— Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of

isolatieband. Ter bescherming van de

bedrading dient u deze te omwikkelen met

isolatieband waar de bedrading met metalen

onderdelen in aanraking komt.

— Houd alle bedrading uit de buurt van

bewegende onderdelen, zoals de

versnellingspook en de stoelenrails.

— Houd de bedrading uit de buurt van zeer

warme plekken, zoals bij een

verwarmingsrooster.

— Leid de gele draad niet door een gat naar het

motorcompartiment om aan te sluiten op de

accu.

— Plak eventuele losse aansluitingen,

draadeinden of stekkers netjes af met

isolatieband.

— Maak de kabels niet korter.

— Tap in geen geval de stroomkabel voor dit

toestel af om andere apparatuur van stroom

te voorzien. Het vermogen van de draad is

beperkt.

— Gebruik een zekering met het voorgeschreven

vermogen.

— Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen

geval direct op aarde aan.

— Bundel de negatieve luidsprekerdraden in

geen geval samen.

• Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal

geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld.

Verbind deze met de systeemafstandsbediening

van een externe eindversterker, of met de

stuuraansluiting voor het relais van de antenne

van het voertuig (max. 300 mA, 12 V

gelijkstroom). Als het voertuig een ruitantenne

heeft, dient u deze draad te verbinden met de

stroomaansluiting van de

antennesignaalversterker (booster).

• Verbind de blauw/witte draad in geen geval met

de stroomaansluiting van een externe

eindversterker. Verbind deze draad ook in geen

geval met de stroomaansluiting zelf van de

antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de

accu leeglopen of kunnen zich andere storingen

voordoen.

• De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de

aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder

producten met een hoog vermogen, zoals een

eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar

worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er

brand ontstaan of kunnen zich storingen

voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los

raakt.

Aansluitingsschema

1. Dit product
2. Achter-uitgang
3. Voor-uitgang
4. Subwoofer uitgang
5. Afstandsbediening met draad

Er kan een adapter voor een afstandsbediening

met draad worden aangesloten (los

verkrijgbaar).

6. Zekering (10 A)
7. Antenne-aansluiting
8. Opmerkingen

• Verander de basisinstelling van dit toestel

(zie bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De

subwoofer weergave van dit toestel is in

mono.

• Bij gebruik van een subwoofer van 70 W

(2 Ω), moet u erop letten dat u de aansluiting

verricht met de paarse en paars/zwarte

draden van dit toestel. Sluit niets aan op de

groene en groen/zwarte draden.

9. Opmerking

Afhankelijk van het soort voertuig is het

mogelijk dat de functies van 2* en 4*

verschillen. Let er in een dergelijk geval op dat

u 1* op 4* en 3* op 2* aansluit.

10. Sluit in het algemeen draden van dezelfde

kleur op elkaar aan.

11. Geel (2*)

Back-up (of accessoire)

12. Geel (1*)

Verbinden met de continue 12 V

stroomaansluiting.

13. Rood (4*)

Accessoire (of back-up)

14. Rood (3*)

Verbinden met een elektrische aansluiting die

aangestuurd wordt via het contactslot

(12 V gelijkstroom).

15. Zwart (chassis aarde)

Aansluiten op een schone, blank metalen plek.

16. ISO stekker

Opmerking

In sommige voertuigen kan de ISO stekker

in twee stukken gedeeld zijn. Sluit in een

dergelijk geval beide stekkers aan.

17. Geel/zwart

Als u apparatuur met een zg. Mute functie

(geluid uit/dempen) gebruikt, dient u

deze draad te verbinden met de audio-

dempingsdraad van de betreffende apparatuur.

Maakt u daarvan geen gebruik, laat de Audio

Mute dempingsaansluiting dan vrij, zonder

hierop iets aan te sluiten.

18. Blauw/wit

Verbinden met de

systeembedieningsaansluiting van de

eindversterker (max. 300 mA 12 V

gelijkstroom).

19. Blauw/wit (6*)

Verbinden met de stuuraansluiting van het

relais van de antenne van het voertuig (max.

300 mA 12 V gelijkstroom).

20. Blauw/wit (5*)

De penposities van de ISO stekker hangen

mede af van het type voertuig. Sluit 5* en 6*

aan wanneer pen 5 de antenne aanstuurt.

In andere typen voertuigen hoeft u 5* en 6*

helemaal niet aan te sluiten.

21. Luidsprekerdraden

Wit: Links voor +

Wit/zwart: Links voor *

Grijs: Rechts voor +

Grijs/zwart: Rechts voor *

Groen: Links achter + of subwoofer +

Groen/zwart: Links achter * of subwoofer *

Paars: Rechts achter + of subwoofer +

Paars/zwart: Rechts achter * of subwoofer *

22. Naar de achter-uitgang
23. Naar de voor-uitgang
24. Naar de subwoofer uitgang
25. Eindversterker (los verkrijgbaar)
26. Aansluiten met RCA (tulpstekker) kabels (los

verkrijgbaar)

27. Systeemafstandsbediening
28. Subwoofer
29. Voor-luidspreker
30. Achter-luidspreker
31. Voer deze verbindingen uit wanneer u de los

verkrijgbare versterker gebruikt.

Advertising