Technische gegevens – Crivit Sports Stunt Kite User Manual

Page 23

Advertising
background image

23

NL

Voorkomen van materiële schades

Vlieger nooit met het product:
• in de buurt van bomen.
• in de buurt van andere matrasvliegers of
normale

vliegers.

Houd voldoende veiligheidsafstand!
Controleer of uw WA-verzekering voor voldo-
ende dekking zorgt tijdens het vliegeren van
matrasvliegers! Voor beschadigingen als gevolg
van neerstorten kan geen garantie worden
aanvaard!

Technische gegevens

Spanwijdte: 160 cm
Geschikte windkracht: 2-6 Bft
(zie ook pagina 26)
2 x lijnen, lengte: 25 m

Algemene informatie over
vliegeren met een
matrasvlieger

Inleiding matrasvlieger

Matrasvliegers zijn vliegers zonder staven, die
bij instroom een soortgelijk vleugelprofiel ontwik-
kelen als een parapente. Omdat ze volledig zijn
gemaakt van stof en lijnen, kunnen ze ruimte-
besparend worden gevouwen en ook probleem-
loos in de bagage worden meegenomen. De
matten bestaan uit een boven- en onderzijl, die
door verbindende banen een vleugelprofiel
krijgen. De ontstane kamers zijn alle of gedeel-
telijk geopend aan de instroomkant. De kamers
zijn onderling verbonden, zodat drukverschil-
len in het binnenste gecompenseerd kunnen
worden.
Bij stroming aan de voorkant vullen zich de
kamers met stuwdruk, die hoger is als de druk
aan de omstroomde buitenkant. Hierdoor wordt
het profiel van de matras is gestabiliseerd. De
door de onderdruk aan de bovenkant onstane
opwaartse druk wordt door een complexe
veellijnste horizontale aan de onderkant op twee
lijden omgeleid.

Windvenster (afb. A)

De matrasvlieger wordt in het zogenaamde
windvenster gevlogen. De piloot staat met
zijn rug naar de windrichting, het windvenster
bevindt zich dan voor de piloot. Afhankelijk van
de windkracht is het windvenster een meer of
minder grote kwart bol.
Buiten dit windvenster kan de matrasvlieger niet
worden gevlogen, omdat de luchtkamers dan
niet meer voldoende van windstroming worden
voorzien.

Powervenster (afb. A)

In het midden van het windvenster is het
zogenaamde powervenster. In dit gebied direct
voor de piloot dient men met de sterkste wind-
stroming te rekenen.
A: Windrichting
B: Powervenster

Het vliegerveld

Controleer of het vliegerveld geschikt is (zie
veiligheidsinstructies).
Er mogen zich geen grotere hindernissen zoals
bomen of huizen rondom het gebied bevinden.
Het vliegerveld dient geen struikelgevaren te
herbergen. Deze kunnen niet alleen voor het
verwervelen van de wind zorgen, maar ook
in de weg zijn van de matrasvlieger en deze
zodoende beschadigen. Ideaal zijn grote weien
of zandstranden.

Neerstorten

Het neerstorten is onvermijdelijk en hoort in
principe bij het karakter van het vliegeren.
Vaak ziet het erger uit, als het is.
Het geldt echter: Hoe sterker de wind, des te
sterker is het neerstorten! Probeer dus dit, indien
mogelijk, te voorkomen. Voor beschadigingen
als gevolg van neerstorten kan geen garantie
worden aanvaard.

Advertising