Roerinstellingen wijzigen, Temperatuureenheden wijzigen, Datalog – Hach-Lange SENSION+ EC71 User Manual

Page 133: Display data' (gegevens weergeven), Delete data' (gegevens wissen)

Advertising
background image

b. Druk op of om 'Readjust temp.'(temp. opnieuw instellen) te

selecteren en bevestig uw keuze.

c. Druk op of om 25 °C te selecteren en bevestig uw keuze.
d. Gebruik de pijltoetsen om de afstelwaarde voor 25 °C in te

voeren. Bevestig.

4. Plaats de elektrode en een geijkte thermometer in een bak met water

van circa 85 °C en laat de temperatuur stabiliseren.

5. Vergelijk de temperatuur van de meter met die van de geijkte

thermometer. Het verschil is de afstelwaarde voor de meter.

a. Druk op of om 85 °C te selecteren en bevestig uw keuze.
b. Gebruik de pijltoetsen om de afstelwaarde voor 85 °C in te

voeren. Bevestig.

c. Selecteer 'Save changes' (wijzigingen opslaan) en bevestig uw

keuze.

Roerinstellingen wijzigen

De magneetroerder kan worden ingeschakeld en de roersnelheid kan
worden gewijzigd in het menu 'Stirring' (roeren).

1. Druk in het hoofdmenu op of om SYSTEM (systeem) te

selecteren. Bevestig.

2. Druk op of om 'Stirring' (roeren) te selecteren en bevestig uw

keuze.

3. Om de roerder in of uit te schakelen, drukt u op .
4. Wanneer de roerder is ingeschakeld, drukt u op of om de

roersnelheid in % aan te passen.

Opmerking: Druk op of om tijdens een kalibratie of tijdens een meting
de roersnelheid te wijzigen.

Temperatuureenheden wijzigen

De temperatuureenheden kunnen worden gewijzigd in Celsius of
Fahrenheit.

1. Druk in het hoofdmenu op of om SYSTEM (systeem) te

selecteren. Bevestig.

2. Druk op of om 'Temperature units' (temperatuureenheden) te

selecteren en bevestig uw keuze.

3. Druk op of om tussen Celsius en Fahrenheit te kiezen en

bevestig uw keuze.

Datalog

'Display data' (gegevens weergeven)

De 'Display data'-log omvat 'Measurement data' (resultaten), 'Electrode
report' (informatie elektrode) en 'Calibration data' (informatie kalibratie).
De opgeslagen gegevens kunnen naar een printer of een pc worden
gestuurd. Wanneer de datalog vol is (400 metingen) wordt de oudste
meting overschreven wanneer er een nieuwe meting wordt toegevoegd.

1. Druk in het hoofdmenu op of om SYSTEM (systeem) te

selecteren. Bevestig.

2. Druk op of om DATA LOGGER (datalog) te selecteren en

bevestig uw keuze.

3. Druk op of om 'Display data' (gegevens weergeven) te

selecteren en bevestig uw keuze.

4. Druk op of om te selecteren

Optie

Beschrijving

Measurement data Meetgegevens — slaat automatisch bij elke

monstermeting de gegevens op

Electrode report

Informatie elektrode — slaat automatisch de
geschiedenis en de meetomstandigheden van de
elektrode op

Calibration data

Kalibratiegegevens — slaat automatisch de huidige
kalibratie op

'Delete data' (gegevens wissen)

De complete meetgegevens uit de log van het elektroderapport kunnen
worden gewist, om gegevens die reeds naar een printer of pc zijn
gestuurd, te verwijderen.

Nederlands 133

Advertising