Eigenschappen van voedsel en koken in de magnetron, Uw oven reinigen – LG MH-6380SL User Manual

Page 68

Advertising
background image

Eigenschappen van voedsel en
koken in de magnetron

Roeren

Roeren is één van de belangrijkste technieken tijdens het koken in de magnetron. Bij

gewoon koken, roert u om het voedsel te mengen. Bij het koken in de magnetron dient het

roeren echter om de warmte te verspreiden en te herverdelen. Roer steeds van de buitenkant

naar het midden, aangezien de buitenkant van het voedsel het eerst warm wordt.

Omkeren

Groot, hoog voedsel, bijvoorbeeld gebraad of een hele kip, moet worden omgekeerd zodat

de boven- en de onderkant gelijkmatig kunnen koken. Het verdient ook aanbeveling stukken

kip of vleeslapjes om te keren.

Dikkere stukken aan de buitenkant plaatsen

Aangezien microgolven worden aangetrokken door de buitenkant van het voedsel, is het

aangewezen dikkere stukken vlees, gevogelte en vis aan de buitenste rand van de

bakschotel te plaatsen. Op die manier vangen de dikkere stukken het meeste

microgolfenergie op en kan het voedsel gelijkmatig koken.

Afschermen

U kunt strookjes aluminiumfolie (die de microgolven tegenhouden) aanbrengen aan de

hoeken of randen van rechthoekig voedsel om te voorkomen dat deze te hard worden

gekookt. Gebruik nooit te veel folie en zorg ervoor dat de folie vastzit aan de schotel, om

'vonkoverslag' in de oven te voorkomen.

Hoger plaatsen

Dik of compact voedsel kan hoger worden geplaatst, zodat de microgolven kunnen worden

geabsorbeerd door de onderkant en het midden van het voedsel.

Doorprikken

Etenswaren die in een schaal, schil of vlies zitten barsten makkelijk open in de oven als u ze

niet vooraf doorprikt. Voorbeelden hiervan zijn eierdooiers en eiwit, mosselen en oesters en

hele stukken groenten en fruit.

Controleren of het voedsel gaar is

Voedsel wordt zo snel gaar in een magnetronoven dat u het regelmatig moet controleren.

Bepaalde etenswaren blijven in de magnetron tot ze volledig gaar zijn, maar de meeste

etenswaren, bijvoorbeeld vlees en gevogelte, worden uit de oven gehaald terwijl ze nog niet

helemaal gaar zijn en koken verder gedurende de 'standtijd'. De inwendige temperatuur

van het voedsel zal tijdens de standtijd stijgen met 5˚F (3˚C) tot 15˚F (8˚C).

Standtijd

Vaak moeten etenswaren nadat u ze uit de oven hebt gehaald nog 3 tot 10 minuten blijven

staan. Gewoonlijk wordt het voedsel gedurende deze standtijd afgedekt om de warmte te

bewaren, tenzij het voedsel moet drogen (cakes en koekjes, bijvoorbeeld). Door het voedsel

nog even te laten staan, wordt het gelijkmatig gekookt en krijgt het zijn volle smaak.

Uw oven reinigen

1. Houd de binnenkant van de oven schoon

Spatten van etenswaren of gemorste vloeistof koeken vast aan de ovenwanden
en tussen de afdichting en het deuroppervlak. U veegt gemorst voedsel het best
onmiddellijk weg met een vochtige doek. Kruimels en spatten slorpen
microgolfenergie op en verlengen de kooktijd. Veeg kruimels die tussen de
deur en het frame vallen weg met een vochtige doek. Het is belangrijk dat u dit
deel schoon houdt met het oog op een goede afdichting van de oven.
Verwijder vetspatten met een in zeepwater gedrenkte doek. Daarna afspoelen
en laten drogen. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of
schuurmiddelen. Het glazen draaiplateau mag worden afgewassen met de
hand of in de vaatwasmachine.

2. Houd de buitenkant van de oven schoon

Reinig de buitenkant van uw oven met zeepwater. Spoel de oven af met zuiver
water en droog hem af met een zachte doek of keukenpapier. Om schade aan
de werkende delen binnen in de oven te voorkomen, moet u vermijden dat het
water door de ventilatieopeningen naar binnen sijpelt. Om het
bedieningspaneel te reinigen, opent u de deur om te voorkomen dat de oven
per ongeluk start en veegt u het paneel eerst met een vochtige en meteen
daarna met een droge doek schoon. Druk na het reinigen op de STOP/CLEAR-
toets.

3. Als de ovendeur aan de binnenkant of aan de buitenkant beslaat, veegt u de

deurpanelen schoon met een zachte doek. Dit kan gebeuren wanneer de
magnetronoven wordt gebruikt bij hoge vochtigheid en duidt geenszins op een
defect.

4. Houd de deur en de deurafdichtingen schoon. Gebruik alleen warm water met

zeep. Vervolgens goed afspoelen en afdrogen. GEBRUIK GEEN
SCHUURMIDDELEN, ZOALS REINIGINGSPOEDER OF STALEN EN PLASTIC
SCHUURSPONSJES. Metalen delen zijn makkelijker te onderhouden als u ze
regelmatig schoonveegt met een vochtige doek.

66

Advertising