Dutch – Merit Medical ASAP Aspiration Catheter User Manual

Page 8

Advertising
background image

Aspiratiekatheter

G E b R u I k S A A N w I j z I N G

bEOOGd GEbRuIk

De Merit ASAP aspiratiekatheter is bestemd voor het verwijderen van verse, zachte embolieën en

trombi uit de vaten van het arteriële stelsel.

lET OP

Uitsluitend op recept: Let op: Volgens de Amerikaanse federale wetgeving mag dit hulpmiddel

uitsluitend door of op voorschrift

van een arts worden verkocht.

Lees de aanwijzingen vóór gebruik

Koel en droog bewaren

Controleer de inhoud vóór gebruik

Niet blootstellen aan organische oplosmiddelen zoals alcohol.

Het product is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik.

Niet opnieuw gebruiken of opnieuw steriliseren; niet autoclaveren.

Niet gebruiken als de verpakking geopend of beschadigd is.

De ASAP aspiratiekatheter dient te worden gebruikt door artsen die terdege zijn opgeleid in het

gebruik van het hulpmiddel.

De componenten van de kit mogen niet worden gesubstitueerd.

De inhoud van de ongeopende, onbeschadigde verpakking is steriel en niet-pyrogeen.

Het kruisen van een pas ontplooide, met medicijn gecoate stent zou de gevoelige medicijncoating

kunnen beschadigen.

wAARSCHuwINGEN

Gebruik geen gebogen, geknikte of beschadigde katheter, want dit kan leiden tot beschadiging van

de vaten en/of onmogelijkheid om de katheter op te voeren of terug te trekken.

Voer de voerdraad niet op als u weerstand ondervindt.

Doe niet meer dan 60 ml vloeistof in de MicroStop kom voor vloeistofopvang.

De ASAP aspiratiekatheter moet worden gebruikt met een geleidekatheter met een binnendiameter

van minimum 0.070”/1,78 mm.

Spoel het systeem NIET terwijl de katheter zich nog in de vasculatuur van de patiënt bevindt.

MOGElIjkE COMPlICATIES

Mogelijke complicaties omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

Lokale of systemische infectie; lokale hematomen; scheuring van intima; arteriële dissectie; perfo-

ratie en ruptuur van bloedvat; arteriële trombose; distale embolisatie van bloedstolsel en plaque;

arterieel spasme; arterioveneuze fistelvorming; katheterbreuk met loskomen van de tip en distale

embolisatie; acuut myocardinfarct; spoedingreep; overlijden; abrupte sluiting of totale occlusie van

behandelde graft of bloedvat; distale embolisatie van debris leidend tot pulmonale problemen en/of

lidmaat-ischemie; overlijden, myocardinfarct; coronaire of bypassgraft trombose of occlusie, myocar-

dischemie; beroerte/CVA; acute of niet-acute

fibrillatie; hemorragie; hypotensie; pseudoaneurysma op de toegangsplaats.

Risico's die normaal in verband worden gebracht met percutane diagnostische en/of interventionele

procedures.

CONTRA-INdICATIES

Niet gebruiken in bloedvaten met een diameter kleiner dan 2,0 mm.

Het veneuze stelsel

Het verwijderen van fibreus, klevend of verkalkt materiaal (i.e. chronische klonter, atherosclerotische

plaque)

Niet voor gebruik in de hersenbloedvaten.

bIjkOMENdE vEREISTE MAAR NIET MEEGElEvERdE APPARATuuR

Geleidekatheter met een binnendiameter van minstens 0.070”/1,78 mm

Voerdraad met een diameter van ≤0.014”/0,36 mm

Roterende hemostaseklep

Steriele, gehepariniseerde normale fysiologische zoutoplossing voor het spoelen van het systeem

bESCHRIjvING vAN HET PROduCT

De ASAP aspiratiekatheterkit bevat een snel verwisselbare (rapid exchange) katheter met dubbel

lumen die compatibel is met voerdraden van 0.014”/0,36 mm met bijbehorend toebehoren. De

katheter heeft een maximale buitendiameter van 0.068”/1,73 mm en een werklengte van 140 cm. De

katheter wordt geplaatst door een geleidekatheter van 6F met een minimale binnendiameter van

0.070”/1,78 mm. De katheter heeft een radiopake markeerring die zich op ongeveer 2 mm proximaal

van de distale tip bevindt. De katheter heeft drie (3) niet-radiopake positiemerktekens die zich op

ongeveer 90 cm, 100 cm en 110 cm proximaal van de distale tip bevinden. De katheter heeft een

distaal hydrofiel gecoat deel van 20 cm.

De kit bestaat uit de volgende componenten. Deze componenten kunnen samen of afzonderlijk

verpakt zijn.

(1) ASAP aspiratiekatheter

(2) 30ml VacLok® spuiten

(2) filtermandjes met poriën van 70 micron

(1) MicroStop kom voor vloeistofopvang

(1) Verlengslangset (totale lengte 8 ½”/21,5 cm) met eenwegskraan

(1) RXP™ spoelspuit (4 ml)

GEbRuIkSAANwIjzING

De volgende instructies zijn een technische aanwijzing, maar vormen geen vervanging voor de

noodzakelijke formele training in het gebruik van extractie- of aspiratiekatheters. De beschreven

technieken en procedures vertegenwoordigen niet alle medisch acceptabele protocols en zijn

evenmin bedoeld als vervangmiddel voor de ervaring en het oordeel van de arts bij de behan-

deling van een specifieke patiënt.

Preparatie en gebruiksaanwijzing:

1. Open de ASAP aspiratiekit-doos. Gebruik een aseptische techniek om de zak te openen en

breng de tray over naar het steriele veld.

2. Neem de katheterhoepel die de ASAP katheter en andere kitcomponenten bevat uit de

tray. Bevestig een spuit van 10 ml (of een van de VacLok spuiten van 30 ml die met de kit

werd meegeleverd) die gevuld is met gehepariniseerde fysiologische zoutoplossing aan de

spoelpoort op de katheterhoepel; spoel de hoepel volledig om de hydrofiele coating op het

distale deel van de katheter te activeren.

3. Inspecteer de katheter op mogelijke bochten of knikken. Verwijder het stilet uit het snel

verwisselbare lumen.

4. Gebruik een met gehepariniseerde zoutoplossing gevulde RXP spuit van 4 ml om het snel

verwisselbare lumen te spoelen.

5. Spoel de verlengslangset vóór gebruik met gehepariniseerde zoutoplossing. Gebruik één

van de VacLok spuiten om 5-10 ml gehepariniseerde zoutoplossing in de spuit te trekken.

Bevestig de verlengslangset met afsluitkraan aan de katheter. Zet de kraan in de “open” stand

en spoel met de gehepariniseerde zoutoplossing om alle lucht uit het systeem te verwijderen.

6. Zet de kraan in de “uit/gesloten” stand nadat het kathetersysteem naar behoren werd

gespoeld. Vergewis u ervan dat de kraan op de verlengslangset in de gesloten stand staat en

sluit de VacLok spuit op de slangset aan. Controleer of alle fittingen goed beveiligd zijn zodat

er geen lucht in in de verlenglijn binnenkomt tijdens de aspiratie/extractie.

7. Opstellen van de VacLok spuit: Om een vacuüm tot stand te brengen en te behouden, trek

de plunjer van de VacLok spuit naar de gewenste stand en roteer de plunjer met de wijzers

van de klok mee naar stand één van de vergrendelende vinnen achter de stop-pen. Draai de

plunjer tegen de wijzers van de klok in om los te zetten. (zie afb. A)

8. Controleer of alle fittingen goed beveiligd zijn zodat er geen lucht binnenkomt in de

verlenglijn of de spuit tijdens de aspiratie. Vergewis u er nu van dat de verlengslangset met

afsluitkraan op de katheter zit (afsluitkraan in de "gesloten" stand) waarop de VacLok spuit is

aangesloten. De ASAP katheter is volledig geprepareerd en klaar voor gebruik.

Afbeelding A

GEbRuIk vAN dE ASAP kATHETER TIjdENS EEN

INTERvENTIONElE PROCEduRE

Voer aspiratie uit met behulp van de ASAP katheter:

9. Laad de geprepareerde ASAP katheter over de voerdraad van ≤0.014”/0,36 mm.

10. Bevestig dat de verlengset/VacLok op de katheter werden aangesloten vóór de plaatsing

dóór de geleidekatheter.

11. Voer de ASAP katheter door de geleidekatheter onder fluoroscopie op en ga door met

het opvoeren van de katheter over de voerdraad naar de geselecteerde vasculaire plaats.

De ASAP katheter heeft drie niet-radiopake positiemerktekens die de afstanden 90 cm,

100 cm & 110 cm van de kathetertip aangeven. Plaats het distale tipmerkteken proximaal

van de gewenste plaats. Stop het opvoeren van de ASAP katheter als enige weerstand

wordt ondervonden.

wAARSCHuwING: Nooit een intravasculair hulpmiddel tegen weerstand in opvoeren of terug-

trekken totdat de oorzaak van de weerstand door middel van fluoroscopie is bepaald. Bewegen

van de katheter of voerdraad tegen weerstand in kan leiden tot beschadiging van de katheter of

perforatie van het bloedvat.

12. Na de positie van de katheter onder fluoroscopie te hebben bevestigd, open de

afsluitkraan om de aspiratie te beginnen. Voer de katheter langzaam en distaal weg van de

geleidekatheter op. Er zal bloed in de VacLok aspiratiespuit vloeien totdat het gehele

vacuüm verdwenen is (of de VacLok aspiratiespuit gevuld is).

a. Als de spuit zich niet binnen 5 seconden met bloed begint te vullen, sluit de afsluitkraan

en verwijder de katheter zo snel mogelijk. Spoel de katheter (extractielumen) of gebruik

een nieuwe katheter. Herhaal stap 9-11.

waarschuwing – Spoel het systeem niet terwijl de katheter zich nog in de vasculatuur van de

patiënt bevindt.

b. Nadat het aspiratieproces is voltooid, zet de afsluitkraan in de stand "Uit" en verwijder de

katheter of bevestig een tweede spuit en herhaal de aspiratie.

c. Bloed en trombus geaspireerd in de spuit kan worden gefilterd voor latere

laboratoriumanalyse.

Om het mandje te gebruiken, maak het gaas nat om een goede stroming te verzekeren. Plaats

het filtermandje in de MicroStop kom voor vloeistofopvang. Plaats het onttrokken bloed

voorzichtig in het filtermandje (het bloed gaat door het filtermandje en wordt in de MicroStop

opgevangen) en filter het onttrokken bloed door het filtermandje. Alle verse, zachte embolieën

en/of trombi (groter dan 70 micron) die werden geaspireerd blijven in het filtermandje achter.

Gebruik zo nodig het in de kit meegeleverde tweede filtermandje om door te gaan met filteren

van bloed.

13. Verwijder de ASAP katheter: maak zo nodig de roterende hemostaseklep los zodat de

katheter gemakkelijk kan worden teruggetrokken.

hydrophilic coating 20cm

FREE SLIDING USE

LOCKS TO HOLD VACUUM

Dutch

Advertising