Blomus PURE LIFE 65330 User Manual

Page 37

Advertising
background image

1. Open d.m.v. de stelhendel van de blomus vlamhoogte-
regelaar de brandkamer volledig

2. Plaats de trechter in de
opening van de lege brandka-
mer en vul deze met de hoe-
veelheid blomus bio-ethanol
in de maatbeker zoals hier-
boven aangegeven tot de vul-
markering, zoals hierboven
afgebeeld.

3. Bewaar de maatbeker, trechter en de afgesloten fles
Bioethanol op een veilige en ruime afstand van de bran-
der (minstens 1 meter).

6.2: Aansteken:
Let op!: Brand- en verwondinggevaar!
Steek de gevulde Bioethanol nooit direct aan.

Ontsteek de brandkamer alleen, als deze tot de vulmar-
kering is gevuld met Bioethanol. Brandkamer direct na
het vullen aansteken als volgt;

1. Open de brandkamer vol-
ledig met de stelhendel van
de vlamhoogteregelaar.

2. Doop het geribbelde deel
van de aansteekstaaf in de
gevulde Bioethanol
En laat deze boven de brand-
kamer uitlekken.

3. Steek de gedompelde
zijde van de aansteekstaaf in
een veilige afstand van de
brandkamer met een aanste-
ker aan. Ga daarbij aan de
zijkant van de brander staan.

37

Installatie-, gebruikers- en onderhoudsvoorschriften

¾

4. Houd de brandende aans-
teekstaaf – zoals afgebeeld –
licht diagonaal met de gerib-
belde kant naar beneden in
de richting van de brander en
steek zo het Bioethanol in de
brandkamer aan. Mocht de

vlam direct doven, herhaal dan deze stappen. Na onge-
veer 15 minuten heeft de brandkamer zijn juiste tempe-
ratuur bereikt.

5. Stel de vlamhoogte met
de stelhendel van de vlam-
hoogteregelaar in. De stel-
hendel bevindt zich afhankelijk
van het model aan de linker-
zijde.

Mocht de vlam weer doven:
1. Bij Bioethanol in koele toestand, kan het nodig zijn
deze meermaals aan te moeten steken tot de vlam lang-
durig en gelijkmatig brandt. Herhaal dan de aansteekpro-
cedure zoals in punt 6.2. omschreven.

2. Mocht het Bioethanol al langere tijd in de brandkamer
aanwezig zijn, dan neemt de ontbrandingscapaciteit van
de Bioethanol af. (Afhankelijk van temperatuur en lucht-
vochtigheid etc. kan de Ethanol al binnen enige uren
doen verdampen). Wacht na elke poging tot ontbranding
enkele minuten en wees er zeker van, dat de vlam echt
nog niet tot ontbranding is gekomen. Verwijder overtollig
Bioethanol a.u.b. zorgvuldig en giet het zo nodig terug in
een lege Bioethanol fles. Het Bioethanol mag onder geen
voorwaarde in afwatering, een gootsteen of toilet wor-
den afgevoerd. De fles met het restant Bioethanol kan bij
uw plaatselijk afvalverwerkingstation ingeleverd worden.

6.3: Bioethanol bijvullen:
LET OP! Brand- en verbrandingsgevaar!
Gebruik voor deze branders uitsluitend blomus
Bioethanol, bijvoorbeeld art.-nr. 31034.

1. Wacht met het vullen tot het vuur compleet is ge-
doofd of doof het zo nodig door de brander af te sluiten
d.m.w. de vlamhoogteregelaar (zie punt 6.4 „Doven“)

2. Bij begin van ontbranding of in de eerste minuten van
het branden kan een nog blauwe vlam ontstaan, deze
kan moeilijk zichtbaar zijn.
Wees er zeker van, dat een
vlam minstens 15 minuten gedoofd is en de brandkamer
compleet is afgekoeld, voordat u de brander navult!!

3. Het vullen geschied zoals in punt 6.1 „Bioethanol
bijvullen“.

4. Voor het nogmaals aansteken, volgt u de stappen
zoals in punt 6.2 „Aansteken“ omschreven.

6.4: Doven:
Let op!: Brand- en verwondinggevaar!
Doof het vuur nooit met water (Ontploffingsgevaar!)

Doof het vuur ook nooit door het uit te blazen (Kans op
steekvlammen!).

Advertising