Toegangscontrole – Comelit MT 3451 FR User Manual

Page 50

Advertising
background image

50

BEL NUMMER

_ _ _ 100

BELLEN

CANC

OPROEPBEHEER

*SIMPLEBUS

SIMPLEBUS TOP

OK

OK

SCROLL

ESC

TAAL KIEZEN
TWEEDE TAAL
OPROEPBEHEER
TOEGANGSCONTROLE

OK

OK

SCROLL

ESC

SYSTEEMPARAMETERS
TAAL KIEZEN
TWEEDE TAAL
OPROEPBEHEER

OK

OK

SCROLL

ESC

OPROEPBEHEER

*STANDAARD

AANGEPASTE CODE
STAND. IMMOTEC

OK

OK

SCROLL

ESC

NL

Het art. 3451/FR kan worden gebruikt in combinatie met de Simplekey-
module art. SK9020 door de 2 apparaten via RS 485 te verbinden (zie
schema op pag. 80).
In deze confi guratie kan met de toegangssleutels Simplekey (badge)
automatisch de bijbehorende code/naam (nieuwe sleutel) worden ingevoerd
of alleen de naam worden bijgewerkt (als de code al aanwezig is) in de
namenlijst van art. 3451/FR. Omdat één gebruikerscode (appartement)
maximaal 2 toegangssleutels kan hebben die aan verschillende namen
gekoppeld zijn, wordt tijdens het oproepen met de numerieke code vanaf
de digitale module de eerste van de 2 ingevoerde namen in alfabetische
volgorde weergegeven.

NB:

de namen kunnen niet handmatig worden ingevoerd en

gewijzigd. De badge wordt alleen opgenomen als de digitale
modus in standby staat.

Deze oproepmodus is alleen beschikbaar als
"toegangscontrole" uitgeschakeld is.

Deze oproepmodus is alleen beschikbaar als
"toegangscontrole" uitgeschakeld is.

Het art. 3451/FR kan worden gebruikt in combinatie met de Simplekey-
module art. SK9020 door de 2 apparaten via RS 485 te verbinden (zie
schema op pag. 80).
In deze confi guratie kan met de toegangssleutels automatisch alleen
de naam van de toegangssleutel Simplekey (badge) worden bijgewerkt
in de namenlijst van art. 3451/FR. De aangepaste immotec-codes en
de bijbehorende namen kunnen alleen vanaf een pc worden ingevoerd
met de software art. 1249B (IR 003 - SW rev. 2.3 of hoger). Omdat één
gebruikerscode (appartement) maximaal 2 toegangssleutels kan hebben
die aan verschillende namen gekoppeld zijn, wordt tijdens het oproepen met
de numerieke code vanaf de digitale module de eerste van de 2 ingevoerde
namen in alfabetische volgorde weergegeven.

NB: de namen kunnen niet handmatig worden ingevoerd en
gewijzigd. De badge wordt alleen opgenomen als de digitale
modus in standby staat.

De oproep kan op de volgende wijzen plaatsvinden:

in de ruststand
1.
Geef de aangepaste code in (bv. 100)
2. Druk op

om een oproep te doen of op om te annuleren en te

sluiten.

IMMOTEC STANDAARD

IMMOTEC AANGEPAST

of:

1. Blader door de namenlijst met

2. Druk op

om de oproep te doen of om te sluiten

6.

Kies de oproepmodus en

bevestig.

7. Zet de keuzeschakelaar van de speakerunit terug op OFF.

2.6. Toegangscontrole

1. Ga naar de programmeringsfase, zie pag. 43
2. Kies instellingen/toegangscontrole

Art. 3451/FR kan op twee manieren functioneren:

• "toegangscontrole"

uitgeschakeld: in deze modus kan voor elke naam

in de namenlijst een oproepcode worden opgeslagen die aan de naam
gekoppeld wordt. De ingangspaswoorden moeten apart worden ingevoerd,
en zijn aan geen enkele naam gekoppeld.

• "toegangscontrole"

ingeschakeld: in deze modus kan voor elke naam

in de namenlijst een oproepcode, een aangepaste code (alleen voor
oproepen van het aangepaste type), een paswoord en een RFID-sleutel
worden opgeslagen. Dankzij de mogelijkheid een naam aan een paswoord
of sleutel te koppelen, worden de toegangen geïdentifi ceerd.

Wanneer de toegangscontrole ingeschakeld is, kunnen de
volgende opties niet worden gebruikt:
• de Immotec oproepmodus

het laden van gegevens van 1249B (IR 003 - SW rev. 2.3 of hoger).

Om over te gaan van een uitgeschakelde "toegangscontrole"
naar een ingeschakelde "toegangscontrole" moeten alle
opgeslagen paswoorden worden verwijderd.

Om over te gaan van een ingeschakelde "toegangscontrole"
naar een uitgeschakelde "toegangscontrole" moeten alle
opgeslagen paswoorden en de sleutels worden verwijderd.

3. Ga naar de programmeringsfase, zie pag. 43
4.

Kies

instellingen/oproepbeheer

1. Zet de keuzeschakelaar van de speakerunit op ON, zie afb.

2. Verbind het klemmenblok.

5.

Kies het systeemtype en

bevestig.

Advertising