Elektrische kettingzaag, Waarschuwin- gen, Vervolg – Desa Remington 100271-01 User Manual

Page 22

Advertising
background image

4

102891

ELEKTRISCHE KETTINGZAAG

®

Kettingzaagonderhoud en
terugslagveiligheid

Volg de onderhoudsinstructies in deze hand-
leiding. Het schoonmaken van de zaag en
het onderhouden van de ketting en de ketting-
geleider kunnen het risiko van terugslag
beperken. Inspecteer de zaag na ieder ge-
bruik en voer het nodige onderhoud uit.

Let

op:

Zelfs met het regelmatig slijpen van de

snijtanden kan het risiko van terugslag na
verloop van tijd groter worden.

• Laat het uiteinde van de kettinggeleider

niet met voorwerpen in aanraking komen
wanneer de ketting draait (zie Figuur 1).

• Probeer nooit om twee stammen tegelijk

door te zagen. Zaag slechts één stam te-
gelijk.

• Begraaf het uiteinde niet in het hout.

Steek het uiteinde van de kettinggeleider
niet met draaiende ketting in een boom.

• Let voortdurend op het verschuiven van de

stam of andere omstandigheden die kunnen
leiden tot het vastknijpen van de ketting.

• Wees uiterst voorzichtig als u de ketting-

zaag weer inbrengt in een bestaande snede.

• Gebruik de originele ketting en de

kettinggeleider die speciaal voor geredu-
ceerd terugslaggevaar ontworpen zijn.
Vervang uitsluitend met onderdelen die
in deze handleiding vermeld zijn.

• Gebruik nooit een zaag met een botte of

losse ketting. Gebruik altijd een ketting
die voldoende scherp is en goed is aan-
gespannen.

Oorzaken van duwen en trekken

Duwen kan voorkomen tijdens het zagen
met de bovenkant van de kettinggeleider.
Duwen wil zeggen dat de zaag terugduwt in
de richting van de gebruiker. Trekken kan
voorkomen tijdens het zagen met de onder-
kant van de kettinggeleider. Trekken houdt
in dat de zaag zich in het hout trekt van de
gebruiker af. Deze gevaren kunnen zich
voordoen als de ketting door het hout vast-
geknepen wordt, vast komt te zitten of een
voorwerp raakt dat niet van hout is.

De volgende stappen kunnen behulpzaam
zijn bij het beperken van het risiko van
duwen en trekken:

• Houd de kettingzaag stevig met beide

handen vast waarbij de duimen tegenover
de vingers rond de handgrepen liggen.

• Reik niet te ver naar voren en zaag niet

boven schouderhoogte.

• Zorg dat u stevig staat en uw evenwicht

niet verliest.

• Zorg dat u zich enigszins links van de

kettingzaag bevindt. Op deze manier bent
u niet in het verlengde van de ketting van
de zaag.

• Laat de zaag op volle snelheid draaien

alvorens met zagen te beginnen.

WAARSCHUWIN-

GEN

Vervolg

Richting

Kwadrant
90˚

Laat het
uiteinde van de
kettinggeleider
hier niet raken

Figuur 1 - Voorbeeld van terugslaggevaar.
Laat het uiteinde van de kettinggeleider
niet met een voorwerp in aanraking komen
wanneer de ketting draait

DUWEN EN TREKKEN

WAARSCHUWING: Vermijd het

duwen en trekken van de ketting-
zaag. Duwen en trekken kunnen u
de controle over de kettingzaag
doen verliezen en kunnen ernstig
letsel tot gevolg hebben.

• Zorg tijdens het zagen dat het getande

stootblok tegen het hout ligt (alleen voor
trekken). Zie Identificatie van onderde-
len
op pagina 7 om het getande stootblok
te vinden.

• Probeer nooit om twee stammen tege-

lijk door te zagen. Zaag slechts één stam
tegelijk.

• Let voortdurend op het verschuiven van

de stam of andere omstandigheden die
kunnen leiden tot het vastknijpen van de
ketting.

• Wees uiterst voorzichtig als u de

kettingzaag weer inbrengt in een
bestaande snede.

• Verbuig de zaag niet als u hem terugtrekt

uit de onderkant van een tak.

• Gebruik wiggen van plastic, hout of een

legering om een snede open te houden
(nooit wiggen van staal of ijzer).

MET DE KETTINGZAAG
WERKEN

1.

Houd uw aandacht op het werk. Ge-
bruik gezond verstand tijdens het wer-
ken met kettingzagen.

2.

Houd de werkomgeving schoon. Een
rommelige werkomgeving leidt tot on-
gelukken.

3.

Wees u tijdens het zagen bewust van
het verlengsnoer. Zorg dat u niet over
het snoer struikelt.

4.

Houd kinderen, omstanders en dieren
weg van de kettingzaag en het verleng-
snoer. Alleen de gebruiker van de
kettingzaag mag zich in de werk-
omgeving bevinden.

5.

Zaag geen bomen om tenzij u daarin
getraind bent of over hulp van een des-
kundige beschikt.

6.

Indien twee of meerdere personen te-
gelijkertijd bezig zijn met het zagen van
stammen en bomen, moet geruime on-
derlinge afstand bewaard worden. Be-
waar een onderlinge afstand die min-
stens gelijk is aan tweemaal de hoogte
van de boom die omgezaagd wordt.

7.

Zet het te zagen hout vast met klem-
men of ondersteun het met blokken.

8.

Houd de kettingzaag stevig met twee
handen vast. Bedien de zaag nooit met
één hand. Gebruik de handbeschermer
nooit als handgreep.

Advertising