Gebruikershandleiding, Montage identificatie van onderdelen – Desa Remington 100271-01 User Manual

Page 25

Advertising
background image

102891

GEBRUIKERSHANDLEIDING

7

MONTAGE

IDENTIFICATIE VAN
ONDERDELEN

Figuur 2 - Elektrische kettingzaag

Kettinggeleider

Netsnoer

Achterste
handgreep

Achterste
handbeschermer

Getand
stootblok

Voorste
handbeschermer

Ketting

Schakelaar-
blokkering

Oliepeilkijkgat (in de behuizing;
verborgen door de voorste handgreep)

Voorste
handgreep

Motorbehuizing

Trekker

Oliedop met
Smeerknopje

Uiteinde van de
kettinggeleider

Scabbard

WAARSCHUWING: De snijtan-

den van de ketting zijn scherp. Draag
handschoenen voor het omgaan
en hanteren van de ketting.

BELANGRIJK: De ketting mag tij-
dens het in elkaar zetten van de
kettingzaag niet in een bank-
schroef worden vastgezet.

VOORZICHTIG: De ketting

mag niet achterstevoren aange-
bracht worden. Als de ketting ach-
terstevoren wordt aangebracht,
treedt overmatig trillen op en zal
de kettingzaag niet zagen.

wordt vervolgd

1.

Leg de ketting plat neer.

2.

Verwijder de moeren van de bouten die
door de kettinggeleider steken (zie Fi-
guur 3, pagina 8).

3.

Draai de stelschroef naar links (zie Fi-
guur 4, pagina 8) tot het stelblokje zich
achter de stelplaat bevindt.

4.

Breng de kettinggeleider aan op de be-
huizing van de kettingzaag. Plaats de
achterkant van de kettingzaag tussen de
stelplaat en de aandrijfwielsteun.

BELANGRIJK:

Zorg dat u het stel-

blokje in het ovale bijstelgat in de
kettinggeleider aanbrengt.

5.

Draai de moeren terug aan op de bou-
ten die door de kettinggeleider steken.

BELANGRIJK:

Draai de moeren

slechts met de hand aan. Zorg dat het
stelblokje in het ovale bijstelgat in de
kettinggeleider aangebracht is.

6.

Leg de ketting rond het aandrijfwiel en
vervolgens langs de groef in de boven-
kant van de kettinggeleider en rond het
uiteinde van de zaag.

Let op:

Zorg dat

de snijranden van de ketting in de ge-
wenste richting wijzen. Breng de ket-
ting zodanig aan dat de snijtanden langs
de bovenkant van de kettinggeleider
naar het uiteinde van de zaag gericht
zijn (zie Figuur 3, pagina 8).

7.

Stel de spanning van de ketting bij. Volg
de instructies in De spanning van de
ketting bijstellen
op pagina 8 en 9.

8.

Als de kettingzaag een zijkap heeft die
uit twee stukken bestaat, moet vervol-
gens de aandrijfwielkap worden aan-
gebracht.

Advertising