Bosch PBD 40 User Manual

Page 63

Advertising
background image

Nederlands | 63

Bosch Power Tools

1 619 929 J54 | (24.10.11)

Werkstuk juist positioneren (zie afbeelding E)
Een laserkruis toont u de exacte boorplaats.
– Als u het display wilt inschakelen 14, draait u de aan/uit-

schakelaar 13 in stand

.

– Schakel de lasereenheid 22 met de toets 31 in.

In het display 14 wordt de indicatie „Laser” weergegeven.

– Stel uw markering op het werkstuk af op het laserkruis.
Werkstuk bevestigen (zie afbeeldingen F1–F2)
Span het werkstuk altijd vast om een optimale arbeidsveilig-

heid te waarborgen.

Bewerk geen werkstukken die te klein zijn om te worden vast-

gespannen.
– Positioneer het werkstuk met behulp van het laserkruis

(zie „Werkstuk juist positioneren”, pagina 63).

– Maak de snelspanhendel 2 op de snelspanner 3 los.

– Laat de snelspanner op het werkstuk rusten. Draai de

snelspanhendel 2 in de richting van de wijzers van de klok

tot het werkstuk vastgespannen is.

– Draai na het boren de snelspanhendel 2 tegen de richting

van de wijzers van de klok los.

– Draai de snelspanner 3 opzij en verwijder het werkstuk.
De parallelgeleider 19 voorkomt dat grote werkstukken weg-

draaien.
– Draai de vleugelschroeven 20 van de parallelgeleider 19

los en zet de parallelgeleider in de groeven van de voet-

plaat 1.

– Draai de vleugelschroeven weer vast.

– Bevestig het werkstuk met de snelspanner 3.
Opmerking: Gebruik voor het vastspannen van kleine werk-

stukken een machinebankschroef (bijv. Bosch MS 80).
Hoogte van aandrijfeenheid instellen (zie afbeelding G)
f

Verstel de hoogte van de aandrijfeenheid niet tijdens

het gebruik Bedien de klemhendel 7 alleen wanneer

het draaiwiel in de uitgangspositie staat. Deze

voorzorgsmaatregel voorkomt mogelijk letsel.

De hoogte van de aandrijfeenheid 12 kan naargelang de leng-

te van het inzetgereedschap en de grootte van het werkstuk

worden ingesteld.
Opmerking: Na het instellen van de hoogte van de aandrij-

feenheid moet de positionering van het werkstuk met behulp

van het laserkruis nogmaals gecontroleerd worden. Indien no-

dig moet u het werkstuk opnieuw uitlijnen.
Een rem voorkomt dat bij een geopende klemhendel 7 de aan-

drijfeenheid 12 onbedoeld naar beneden beweegt. Contro-

leer van tijd tot tijd de klemkracht van de rem en stel deze in-

dien nodig bij (zie „Rem van de aandrijfeenheid instellen”,

pagina 65).
– Controleer dat het draaiwiel 11 zich in de uitgangspositie

bevindt.

– Pak met één hand het draaiwiel 11 vast en draai met uw an-

dere hand de klemhendel 7 tegen de richting van de wij-

zers van de klok los.

– Stel met het draaiwiel de hoogte van de aandrijfeenheid 12

afhankelijk van het gebruikte inzetgereedschap en de

werkstukhoogte in.

– Draai de klemhendel 7 in de richting van de wijzers van de

klok weer vast.

Opmerking: De klemhendel 7 heeft een vrijloop om deze in

een ergonomisch gunstige of plaatsbesparende positie te

kunnen draaien.

Draai, terwijl de klemhendel is vastgezet, de greep van de

aandrijfeenheid weg, draai hem in de gewenste stand en laat

hem weer terugveren.

Ingebruikneming

f

Let op de netspanning! De spanning van de stroombron

moet overeenkomen met de gegevens op het type-

plaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V

aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook

met 220 V worden gebruikt.

Inschakelen
– Als u het display wilt inschakelen 14, draait u de aan/uit-

schakelaar 13 in stand

.

– Als u het het elektrische gereedschap in gebruik wilt ne-

men, draait u de aan/uit-schakelaar 13 in stand

.

Nu kunt u het toerental instellen (zie „Toerental instellen”,

pagina 64).

Uitschakelen
– Als u de boorwerkzaamheden wilt beëindigen, draait u

de aan/uit-schakelaar 13 in stand

.

of
– Als u het elektrische gereedschap volledig wilt uitschake-

len, draait u de aan/uit-schakelaar 13 in stand „0”.

Opmerking: Het elektrische gereedschap is nu stroom-

loos. Alle actuele instellingen voor toerental en boordiepte

worden verwijderd.

Quick-Stop-functie
Het elektrische gereedschap kan met de Quick-Stop-functie

snel worden uitgeschakeld, bijv. als het inzetgereedschap in

het werkstuk is vastgehaakt.
– Druk kort en snel op de aan/uit-schakelaar 13.

Het elektrische gereedschap en het display worden onmid-

dellijk uitgeschakeld.

Opmerking: Het elektrische gereedschap is nu stroom-

loos. Alle actuele instellingen voor toerental en boordiepte

worden verwijderd.

– Als u daarna het elektrische gereedschap weer in gebruik

wilt nemen, moet u de aan/uit-schakelaar 13 in stand „0

terugdraaien.

Vervolgens kunt u het elektrische gereedschap weer in-

schakelen (aan/uit-schakelaar 13 in stand

).

Nulspanningsbeveiliging
De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontroleerd star-

ten van het elektrische gereedschap na een stroomuitval

(bijv. uit het stopcontact trekken van de netstekker tijdens

het gebruik).
– Als u daarna het elektrische gereedschap weer in gebruik

wilt nemen, moet u de aan/uit-schakelaar 13 in stand

terugdraaien.

Vervolgens kunt u het elektrische gereedschap weer in-

schakelen (aan/uit-schakelaar 13 in stand

).

OBJ_BUCH-1183-004.book Page 63 Monday, October 24, 2011 11:35 AM

Advertising