Leer uw angelcare, Monitor gebruiken in 5 eenvoudige stappen, Veiligheidswaarschuwingen – Angelcare Monitors BEBESOUNDS AC201 User Manual

Page 13: Instructies, Testen van de angelcare, Babyfoon en bewegingsmonitor, Tips voor het gebruik, Stap 1. sensormatje, Stap 2. baby-unit (zender), Stap 3. ouder-unit (ontvanger)

Advertising
background image

Veiligheidswaarschuwingen

• Dit artikel is GEEN medisch hulpmiddel en kan het optreden van plotselinge

zuigelingensterfte (zgn. wiegedood) niet voorkomen.

• Dit artikel kan het directe toezicht op uw kind door een volwassene NIET

vervangen. Kijk regelmatig hoe het met uw kind is. Het omgaan met te vroeg
geboren baby’s en andere risicovolle situaties moet altijd onder leiding van
een arts of medisch deskundige plaatsvinden.

• Het sensormatje kan trillingen opvangen die afkomstig zijn van

trillingsbronnen binnen en buiten de babykamer, bijv.: ventilatoren,
wasmachines, harde muziek, ed. Verwijder zorgvuldig alle
trillingsbronnen vóór ingebruikname van de Angelcare

®

monitor.

Vermijd het aanraken van de wieg als de monitor aanstaat. Zie ook de
hoofdstukken Instelling bewegingsgevoeligheid en Problemen &
oplossingen.

• Plaats beide units ALTIJD rechtop op een vlakke ondergrond en buiten

bereik van uw baby.

• Raak de uiteinden van de adaptersnoeren NIET aan als deze in het

stopcontact steken.

• De Angelcare

®

Babyfoon en Bewegingsmonitor maakt gebruik van

geluidsgolven met frequenties die binnen het publieke domein liggen. Het
is daarom mogelijk dat de ouder-unit signalen of interferentie van andere
babyfoons in uw omgeving oppikt. Onder bepaalde omstandigheden
kunnen tevens signalen van uw monitor door anderen worden
opgevangen. Ter beveiliging van uw privacy, raden wij u aan beide units na
gebruik uit te zetten.

• Laat alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden over aan gekwalificeerde

onderhoudstechnici. Voer zelf geen reparaties uit. Voor vragen hierover kunt
u zich wenden tot de importeur/distributeur (zie pag. 43).

Instructies

BEWAARADVIES: Bewaar deze handleiding om later nog eens na te kunnen kijken.

SCHADE DOOR WATER, VOCHT OF HITTE: Geen van de 3 onderdelen mag in
aanraking komen met water (wasbak, badkuip, zwembad) of hitte (fornuis,
radiator).

VENTILATIE: Plaats de units ALTIJD rechtop op een vlakke ondergrond, zodat de
luchtcirculatie eromheen niet belemmerd wordt.

NETSTROOMVOORZIENING: Gebruik ALLEEN de bij de Angelcare

®

monitor

geleverde netstroomadapters.

SNOERGELEIDING:

Voorkom beschadiging van de sensormat- en

adaptersnoeren. Leid de snoeren zodanig dat er niet overheen gelopen kan
worden en er geen voorwerpen bovenop geplaatst kunnen worden.

REINIGING: Trek eerst alle stekkers uit het stopcontact. NIET in water
onderdompelen. Monitor afstoffen met droge doek. Gebruik GEEN
schoonmaaksprays of oplosmiddelen. Veeg het sensormatje af met een licht
bevochtigde doek met een ontsmettingsmiddel of een milde zeepoplossing.

BESCHERMING MONITOR: Let op dat geen voorwerpen op de units kunnen
vallen of vloeistoffen in de units of het sensormatje kunnen binnendringen.

OPBERGEN: Wanneer u de monitor langere tijd niet gebruikt, moet u de
batterijen verwijderen en de stekkers van de adapters uit het stopcontact trekken.

Testen van de Angelcare

®

Babyfoon en

Bewegingsmonitor

NB: Test uw Angelcare

®

monitor VÓÓR ingebruikname en daarna met

regelmatige tussenpozen.

TDe Angelcare

®

Babyfoon en Bewegingsmonitor kan ook buiten de wieg, in een

andere slaapomgeving, gebruikt worden. Wanneer u het sensormatje in een
andere omgeving gebruikt, moet u de monitor opnieuw testen om evt. de
bewegingsgevoeligheid van de monitor aan de nieuwe omgeving aan te passen.
Zie Instelling bewegingsgevoeligheid.

Stap 1. Zet de keuzeschakelaar op de baby-unit op de stand "Sound Only" (alleen
geluid). Vraag iemand om in de baby-unit te spreken of gebruik daarvoor een
radio. Controleer of het geluid door de ouder-unit opgevangen wordt. Indien de
ouder-unit geen geluidssignalen opvangt, kunt u de mogelijke oorzaak in het
hoofdstuk Problemen & oplossingen vinden. Beide units moeten op hetzelfde
kanaal (ofwel A, of B) staan afgesteld. Bij slechte ontvangst op het ene
kanaal, schakelt u over op het andere.

Stap 2. Om uw monitor te testen op het waarnemen van beweging, zet u de
keuzeschakelaar op de baby-unit op de stand "Sound & Movement" (Geluid &
Beweging). U ziet eerst een rood knipperlicht branden, daarna groen. Een enkele
tik geeft aan dat het apparaat gebruiksklaar is. Vervolgens tikt u even zachtjes
met uw hand op het matras. Het groene licht knippert bij elke beweging van uw
hand. Haal uw hand nu weg en na ongeveer 15 seconden hoort u, doordat het
apparaat geen beweging meer waarneemt, één luide tik bij wijze van
waarschuwing vooraf. Circa 5 seconden later hoort u het eigenlijke alarmsignaal
en gaat het rode alarmlampje continu knipperen.

NB: Het niet afgaan van het alarm kan veroorzaakt worden door trillingen van
buitenaf, die door het sensormatje worden opgevangen. Deze kunnen
veroorzaakt worden door tocht, trillende voorwerpen of personen, die in direct
contact staan met de wieg. Vermijd aanraking van de wieg, zolang de monitor in
gebruik is. Het is ook mogelijk dat u het apparaat iets minder gevoelig moet
instellen. Zie daarvoor het hoofdstuk Instelling bewegingsgevoeligheid.

Stap 3. Om het alarm af te zetten, tikt u even zachtjes met uw hand op het
matras, zodat het sensormatje weer beweging waarneemt. Het rode alarmlicht
op de ouder-unit blijft nog even knipperen en dooft na ongeveer een minuut
(Afb. 3).

Stap 4. Test het functioneren van beide units op batterijstroom door de
netstroomadapters uit te schakelen. Het groene lampje, dat de stroomtoevoer
aangeeft, moet branden op beide units.

Ouder-unit: Bij model AC201: Vervang direct de batterijen als het oranje
waarschuwingslampje ("batterij leeg") brandt. Bij model AC201-R moet dan de
ouder-unit opgeladen worden.

Baby-unit: Vervang direct de batterijen als het oranje waarschuwingslampje
("batterij leeg") brandt en u een snel tiksignaal hoort. Doet u dit niet, dan wordt
het lichtje rood en werkt de monitor niet.

Tips voor het gebruik

Instelling bewegingsgevoeligheid

De bewegingsgevoeligheid is in de fabriek afgesteld op een
niveau dat in de meeste gevallen een goede
bewegingswaarneming garandeert. Onder bepaalde
omstandigheden kan het echter nodig zijn deze gevoeligheid
te verhogen of verlagen. Stel het apparaat NIET zomaar in op
een grotere gevoeligheid, behalve bij vals alarm (volg dan
eerst de adviezen op onder Problemen & oplossingen. Noteer de oorspronkelijke
stand van de schakelaar, zodat u daar later eventueel naar terug kunt keren.

Wanneer de monitor maar ternauwernood beweging kan waarnemen, zal het
waarschuwingslicht voor onvoldoende waarneming oranje knipperen. Dit kan
echter al gebeuren wanneer uw baby in een diepe slaap verkeert of zich naar een
hoek van de wieg, van het sensormatje af, bewogen heeft. Wanneer dit NIET leidt
tot het afgaan van het alarm, hoeft u de bewegingsgevoeligheid niet aan te
passen. Wanneer het waarschuwingslicht vrijwel continue oranje knippert en uw
baby bevindt zich wel boven het sensormatje, kan er vals alarm ontstaan. In dat
geval moet u de gevoeligheid iets aanpassen.

Om de bewegingsgevoeligheid in te stellen, kunt u het beste wachten tot u baby
rustig slaapt. Daardoor kunt u de gevoeligheid nauwkeuriger instellen. Draai de
schakelaar eerst op stand 5 en verminder daarna de gevoeligheid door de
schakelaar heel langzaam terug te draaien, totdat het oranje waarnemingslampje
op de baby-unit gaat knipperen. Verhoog nu de gevoeligheid weer iets, totdat het
groene lampje gaat branden. Stel het gevoeligheidsniveau in op 0,5 punt extra
(bijv: groen licht brandt op stand 3, draai schakelaar op niveau 3,5). Test monitor
opnieuw.

Kanaalkeuzeknop voor geluidsontvangst

Test welk kanaal (A of B) de beste ontvangst geeft. Zorg er wel altijd voor dat
beide units op hetzelfde kanaal zijn afgestemd.
Bij aanhoudende interferentie,
raadpleeg het hoofdstuk Problemen & oplossingen.

NB: Dit babyfoon & bewegingsmonitorsysteem geeft NIET automatisch aan
wanneer de units te ver uit elkaar geplaatst zijn. In dat geval vindt geen ontvangst
plaats.

Gele waarnemingslampjes geluidsontvangst

De vier gele lampjes geluidsontvangst geven u de mogelijkheid om de
babygeluiden als het ware te zien. Naar gelang uw baby meer geluid produceert,
gaan er meer gele lampjes branden.

0

1

2

3

4

5

25

24

LEER UW ANGELCARE

®

MONITOR GEBRUIKEN IN 5 EENVOUDIGE STAPPEN

STAP 1. SENSORMATJE

Leg het sensormatje onder het matras in de wieg, in de lengterichting van de wieg, met het logo naar BOVEN en precies onder de
plek waar uw baby slaapt (Afbeelding 1 en 2). Zorg ervoor dat er GEEN beddegoed of linnengoed tussen het matras en het
sensormatje zit.
Het sensormatje moet op een stevige ondergrond rusten. Als de wieg een te zachte ondergrond heeft (bijv. een veerbodem),
dan kunt u een stevige plank van tenminste 400 mm x 600 mm x 6 mm op de bodem van de wieg leggen. Als de wieg al voorzien
is van een multiplex bedbodem, hoeft u deze extra maatregel niet te treffen.

STAP 2. BABY-UNIT (ZENDER)

• Plaats 4 AAA batterijen in de baby-unit. De batterijen zijn bedoeld als reserve-stroombron in geval van een stroomstoring.
• Sluit het snoer van het sensormatje op de baby-unit aan (Afbeelding 3 en 6).
• Kies één van de drie gebruiksmogelijkheden voor uw monitor op de achterkant van de baby-unit:

Geluid & beweging ("Sound & Movement"): U hoort alle babygeluiden, u ziet de geluidswaarnemingslampjes en hoort de tik-funtie
bij elke beweging van uw baby.
Tik-functie uit ("Tic off"): Zie "Geluid & beweging", maar ZONDER de tik-functie.
Alleen geluid ("Sound Only"): U hoort alle geluiden en ziet de geluidswaarnemingslampjes op de ouder-unit.

• Sluit de netstroomadapter aan op de baby-unit en steek de stekker in het stopcontact.

NB: De waarnemingsgevoeligheid is vooringesteld op een bepaald niveau. WIJZIG DIT NIET TENZIJ NOODZAKELIJK. Bij
onvoldoende waarneming (oranje knipperlicht) of vals alarm, zie hoofdstuk Instelling bewegingsgevoeligheid.

STAP 3. OUDER-UNIT (ONTVANGER)

Model AC201: Plaats 4 AAA batterijen in de ouder-unit, of sluit het snoer van de netstroomadapter aan op de unit en steek de stekker
in het stopcontact.

Model AC201-R: wordt met een reeds geïnstalleerde Ni-Cad oplaadbare batterij geleverd. Deze moet, gedurende een
aaneengesloten periode van 15 uur
, worden opgeladen vóór ingebruikname. U kunt de batterij opladen door het snoer van de
netstroomadapter op de ouder-unit aan te sluiten en de stekker in het stopcontact te steken (Afbeelding 4). Zolang de
netstroomadapter in het stopcontact steekt, gaat het opladen van de batterij door, onafhankelijk van de stand van de schakelaar.
Laad de ouder-unit alleen op als de oranje waarschuwingslampjes ("batterij leeg") knipperen. Dit verlengt de levensduur van
de batterijen.
NB: Alleen de ouder-unit van Model AC201-R is oplaadbaar.

• Draai de volumeregelaar tot het gewenste geluidsniveau.

STAP 4. GEBRUIK VAN DE BABYFOON EN BEWEGINGSMONITOR

Leg uw baby in de wieg en zet beide units aan door ofwel kanaal A of B te kiezen. Bij slechte ontvangst op het ene kanaal, kiest u het
andere. Beide units moeten op hetzelfde kanaal zijn afgesteld. Om het nodeloos afgaan van het alarm te voorkomen, kunt u zich
het beste aanwennen de hoofdschakelaar op de baby-unit op "OFF" (uit) te draaien, vóórdat u uw kind uit de wieg haalt. Doet u dit
niet, dan hoort u 15 seconden nadat u uw kind uit bed heeft gehaald een luide tik (het vooralarm) om u eraan te herinneren dat u de
ouder-unit nog moet uitzetten.
Plaats de units minimaal 3 meter uit elkaar om interferentie (hoge fluittonen) te voorkomen.

STAP 5. GEBRUIK VAN DE MONITOR MET BATTERIJSTROOM

• Bij het loskoppelen van de netstroomadapters van de units, moet u opletten dat de units uit (OFF) staan om te voorkomen dat de

units op batterijstroom verder gaan.

• Bij stroomstoring kan de monitor slechts dan op batterijstroom verder gaan als beide units van batterijen voorzien zijn. Bij model

AC201 moet u die zowel bij de ouder- als bij de baby-unit plaatsen. Als de oranje "batterij leeg" waarschuwingslampjes knipperen,
moet u de batterijen direct verwisselen, of - bij model AC201-R - de ouder-unit opladen.

NB:
• Test uw Angelcare

®

monitor VÓÓR ingebruikname en daarna regelmatig.

• Gebruik GEEN GSM of andere trillingenvoortbrengende apparatuur in het babybedje tegelijk met de monitor. Het alarm gaat dan

niet af, omdat de monitor bewegingen waarneemt (ook al zijn die niet afkomstig van uw kind).

• De Angelcare

®

monitor is absoluut veilig. Het sensormatje en het bijbehorende snoer staan niet onder stroom en stralen geen

enkele vorm van energie uit. De antenne van de baby-unit produceert slechts geringe hoeveelheden radiogolven, die geen
bedreiging voor de gezondheid vormen.

• Deze monitor kan in elk soort ledikant of slaapomgeving gebruikt worden, zolang deze veilig is voor baby’s en geen trillingen

voortbrengt. Er moet een stevige, vlakke ondergrond aanwezig, waarvan de afmetingen groter zijn dan die van het sensormatje
(260 mm x 406 mm). NIET gebruiken in schommelwieg.

• Heeft u vragen of heeft u hulp nodig, belt u dan met onze importeur/distributeur (pag. 43).

®

Advertising
This manual is related to the following products: