Toepassingen van het systeem – Audio-Technica M3R User Manual

Page 109

Advertising
background image

109

NE

Toepassingen van het systeem

Met in-ear monitoring kunt u eindeloos experimenteren, des te meer
omdat het M3 draadloze in-ear monitorsysteem probleemloos kan
worden geconfigureerd volgens uw persoonlijke wensen en behoeften.
De toepassingen van het systeem zijn dan ook ontelbaar, maar als
leiddraad beschrijven wij hierna enkele typische instellingen.

Opmerking:Volg steeds de instructies voor gebruik van het systeem
als u de volgende instellingen verkent. (Zie pagina 106.)

3 bedrijfsmodussen voor de ontvanger: Personal Mix Control,
Stereo, Mono
De ontvangers van het M3 draadloze in-ear monitorsysteem kunnen
op drie manieren worden ingesteld:

Stereo instelling: Stereo instelling: De signalen van L/1 en R/2 zijn
gescheiden (worden niet gemengd). De gebruiker hoort L/1 door de
linkerkant van de oortelefoon en R/2 door de rechterkant. De
gebruiker kan het relatieve niveau van elk signaal bijstellen via de
balansregeling van de M3R ontvanger.

Personal Mix Control: De signalen van L/1 en R/2 worden
gemengd. De gebruiker hoort het gecombineerde signaal in beide
oren en kan de mix controleren (door de relatieve sterkte van de
L/1- en R/2-signalen bij te stellen) via de balansregeling van de M3R
ontvanger.

Deze toepassing wordt vaak gebruikt als de zender twee zeer
verschillende mixes ontvangt, bijv. band en stem. Tijdens het optreden

kan de gebruiker bijstellen hoeveel stem en hoeveel band hij in zijn

oortelefoon wil horen.

Mono instelling: TDe mono instelling wordt gebruikt wanneer er
slechts één mono mix beschikbaar is. De gebruiker hoort de mix
door de linker- en de rechterkant van zijn oortelefoon. Als een
tweesignaals transmissie niet nodig is kan de Mono modus worden
gebruikt om een betere signaal-ruisverhouding te verkrijgen.

Stereo instelling. Zie afbeelding A op pagina 110.
Basis stereo instelling
1.

Op de M3R stereo-ontvanger:

Regel de Output op STEREO;
Regel de Mode op STEREO. (Zie pagina 105)

2.

Maak gescheiden linker- en rechterkant band mixes met twee Aux
kanalen van het mengpaneel.

3.

Sluit een van deze twee Aux-uitgangen van het mengpaneel aan op
de L/1-ingang van de M3T stereo-zender; sluit de tweede Aux-
uitgang van het mengpaneel aan op de R/2-uitgang van de M3T
stereo-zender.

4.

Volg de AF-indicatie op het frontpaneel van de zender en verzeker
u ervan dat het signaal niet wordt geclipt. (Het signaal wordt geclipt
als het piek-indicatielampje continu brandt.)

5.

Gebruik indien nodig de fijnregeling om het ingangsniveau bij te stellen.

6.

Gebruik de balansregeling op de M3R stereo-ontvanger om het
stereobeeld links/rechts bij te stellen. (Draai de balansregeling linksom
voor een sterker L/1-signaal in de oortelefoon; draai de balansregeling
rechtsom voor een sterker R/2-signaal.)

7.

Regel het geluidsvolume op een comfortabel en veilig niveau.
Opmerking: Regel het volumeniveau zo laag mogelijk.

8.

(Optie). Sluit L/1 en R/2 aan op opnameapparatuur via de lusuitgang
van de M3T stereo-zender.

9.

(Optie). Sluit een optionele Audio-Technica reversmicrofoon
(afzonderlijk leverbaar) aan op de M3R stereo-ontvanger om een
betere indruk te krijgen van het omgevingsgeluid.

10. U kunt een willekeurig aantal andere M3R stereo-ontvangers op

dezelfde frequentie aansluiten en daarmee dezelfde mix ontvangen.

Personal Mix Control. Zie afbeelding B op pagina 110.
Typische tweekanaals opstelling met Personal Mix Control
1.

Op de M3R stereo-ontvanger:

Regel de Output op MIX;
Regel de Mode op STEREO.

2.

Maak een band mix met een Aux kanaal van het mengpaneel.

3.

Maak een tweede mix met stemmen op een ander kanaal van het
mengpaneel. (De tweede mix kan ook gitaren, drums, klavieren enz.
bevatten.)

4.

Sluit de Aux uitgang van de band mix aan op de R/2-ingang van de
M3T stereo-zender.

5.

Sluit de Aux uitgang van de stemmen mix aan op de L/1-ingang van
de M3T stereo-zender.

6.

Volg de AF-indicatie op het frontpaneel van de zender en verzeker
u ervan dat het signaal niet wordt geclipt. (Het signaal wordt geclipt
als het piek-indicatielampje continu brandt of als u het geluid
vervormd hoort.)

7.

Gebruik indien nodig de fijnregeling om het ingangsniveau bij te stellen.

8.

Draai de balansregeling van de M3R stereo-ontvanger naar links
voor een sterker stemmensignaal (L/1) door de linker- en de
rechterkant van de oortelefoon; draai de balansregeling van de
ontvanger naar rechts voor een sterker band signaal (R/2) door de
linker- en de rechterkant van de oortelefoon.

9.

(Optie). Sluit een optionele Audio-Technica reversmicrofoon
(afzonderlijk beschikbaar) aan op de M3R stereo-ontvanger om een
betere indruk te krijgen van het omgevingsgeluid.

10. (Optie). Sluit een midi click bron (voor drummers) aan op de Aux

ingang van uw belt pack.

11. U kunt een willekeurig aantal andere M3R stereo-ontvangers op

dezelfde frequentie aansluiten en daarmee dezelfde mix ontvangen.

Geavanceerde tweekanaals opstelling (Personal Mix Control) met
rechtstreekse uitgangen en meerdere M3 systemen. Zie afbeelding C
op pagina 111.

Op de M3R stereo-ontvanger:

Regel de Output op MIX;
Regel de Mode op STEREO.

In deze opstelling kan elke bandlid zijn/haar relatieve mixniveaus instellen
via de balansregeling van zijn/haar M3R stereo-ontvanger. Draai de
balansregeling van de M3R stereo-ontvanger naar links voor een sterker
stemsignaal of instrumentsignaal naar keuze (L/1) door de linker- en de
rechterkant van de oortelefoon; draai de balansregeling van de ontvanger
naar rechts voor een sterker bandsignaal (R/2) door de linker- en de
rechterkant van de oortelefoon.

Geavanceerde tweekanaals stereo opstelling Zie afbeelding D op
pagina 111. Meerdere Aux zendersignalen en omgevingsmicrofoons in de
zaal. Opmerking: Het signaal van de omgevingsmicrofoons mag niet
naar de hoofduitgang van de PA worden gestuurd.

In deze opstelling kunt u persoonlijk afgestemde stereo mixes maken
voor elk bandlid met individuele Aux uitgangen en IEM-systemen voor
elk bandlid.

Advertising
This manual is related to the following products:

M3