Philips 741415008 User Manual

Page 50

Advertising
background image

98

99

DE LEIDINGEN VULLEN

TIPS / KOFFIE ZETTEN

Vul het waterreservoir altijd uitsluitend

met zuiver leidingwater: warm water of

andere vloeistoffen kunnen het waterreservoir

aantasten. Gebruik absoluut geen water waar

koolzuur aan toegevoegd is.

Stel het apparaat niet zonder water in

werking: controleer eerst of er

voldoende water in het waterreservoir zit!

Steek de stekker in het stopcontact en druk op

de hoofdschakelaar. Dan zal het groene

controlelampje gaan branden; het ingebouwde

elektronische circuit voert automatisch een

zelftest uit. De geluiden die u hoort zijn volstrekt

normaal.

De leidingen vullen

Zet een kopje of een beker onder het stoom-

/warmwaterpijpje (5) en draai de kraan open

door de knop (6) tegen de wijzers van de klok in

te draaien (naar links). De pomp treedt dan

automatisch in werking. Wacht totdat er een

gelijkmatige hoeveelheid water uitstroomt en

draai daarna weer aan de knop. Nu zijn de

leidingen gevuld.

Belangrijk: De leidingen moeten gevuld

worden voordat u het apparaat de eerste keer

in gebruik neemt, na een lange periode waarin

u het apparaat niet gebruikt heeft of als het

waterreservoir helemaal geleegd is. Dit geldt ook

als de beide controlelampjes van de koffie- en

de stoomtemperatuur (22 en 24) gelijktijdig

knipperen. Zodra het controlelampje van de

koffietemperatuur (22) continu blijft branden

betekent dat dat het apparaat klaar is voor

gebruik.

Controlelampje

van

de

temperatuur

Als u het apparaat aanzet gaat het

controlelampje van de koffietemperatuur (22)

knipperen totdat de juiste temperatuur wordt

bereikt.

Na ongeveer twee minuten blijft het

controlelampje voortdurend branden en is het

apparaat klaar voor gebruik.

Controlelampje geen koffiebonen

of geen water

Als de koffiebonenbak leeg is dan gaat het

controlelampje branden en dan stopt de

koffiemolen. Vul de bak en start de cyclus weer

door op de toets (21) te drukken. Ook als het

water opraakt gaat dit controlelampje branden.

In dat geval moet u het waterreservoir met water

vullen en de leidingen vol laten lopen voordat u

weer een kopje koffie kunt nemen.

Maling

Als de koffie te snel doorloopt, dan is de maling

te grof of als de koffie er te langzaam uitloopt,

dan is de maling te fijn; in deze gevallen moet u

de maling van de koffiemolen afstellen.

De maalstand die geadviseerd wordt is op stand

“8”.

Als de maling te grof is moet u de maling op

een lagere stand zetten (bijvoorbeeld op stand

6 of 7).

Als de maling daarentegen te fijn is dan moet u

de maling op een hogere stand zetten

(bijvoorbeeld op stand 9 of 10).

De koffiemolen mag alleen afgesteld

worden als de motor in werking is.

Vermijd indien mogelijk extreme afstellingen (bijv.

op stand 1). Probeer als alternatief bij voorkeur

een ander koffiemengsel omdat niet alle

koffiemengsels hetzelfde resultaat opleveren. Het

verschil van de maalfijnheid merkt u pas na drie

of vier kopjes koffie.

Kwaliteit van de koffie

Controleer of de koffie vers is en gebruik een

specifiek mengsel voor “espresso-koffie”. Bewaar

de koffie op een koele plaats, in een bus die

hermetisch afsluit.

Kwaliteit van het water

Om een heerlijk kopje koffie te zetten is behalve

het koffiemengsel, de koffiemaling en de juiste

watertemperatuur ook de kwaliteit van het water

van doorslaggevend belang. Wij adviseren u

daarom water met een gering kalkgehalte te

gebruiken, waardoor de koffie niet alleen beter

smaakt maar eveneens de inwendige delen van

het apparaat tegen de vorming van schadelijke

aanslag beschermt.

Leeg het waterreservoir dagelijks en vul het

reservoir dagelijks met vers leidingwater.

Gebruik absoluut geen water waar

koolzuur aan toegevoegd is (gebruik dus

geen koolzuurhoudend mineraalwater).

Werkingsduur

Het koffiezetapparaat kan de hele dag aan

blijven staan. Als u het apparaat lange tijd niet

gebruikt adviseren wij u echter het apparaat uit

te schakelen. Als u het apparaat opnieuw

aandoet, dan is het apparaat binnen twee

minuten weer klaar voor gebruik.

Het apparaat uitschakelen

Schakel het apparaat alleen uit als de

automatische koffieuitloop beëindigd is.

Koffie zetten
Het uitloopsysteem afstellen

Het koffieuitloopsysteem (4) kan in de hoogte

versteld worden. Al naar gelang de kopjes die u

gebruikt kunt u de stand afstellen om het

koffieuitloopsysteem in de buurt van de rand van

het kopje te zetten: op die manier kunt u het

koffiezetapparaat aan uw eigen eisen

aanpassen.

De hoeveelheid koffie per kopje

regelen

Met behulp van de knop (25) kunt u de

hoeveelheid koffie per kopje regelen.

Bijvoorbeeld:

stand 5 = espresso-koffie

stand 6 = normale koffie

Gebruik kopjes die groot genoeg zijn.

Koffieuitloop (1 of 2 kopjes)

Als u op de koffiekeuzetoets (21) drukt, dan start

de uitloopcyclus van één kopje koffie.

Als u twee keer achter elkaar op de toets drukt

dan start de uitloopcyclus van twee kopjes koffie.

Voor elk kopje koffie wordt een exacte

hoeveelheid verse koffie op het moment

gemaald zodat u altijd koffie van topkwaliteit

heeft.

Telkens

voordat

u

de

koffieuitloopeenheid gebruikt moet u

controleren of de stoom-/warmwaterkraan dicht

gedraaid is.

Stel de gewenste maalfijnheid af: zie de op

bladzijde 98 vermelde aanwijzingen.

De maalfijnheid kan alleen afgesteld

worden als de koffiemolen in werking

is. Als de motor uitgeschakeld is en u stelt de

maalfijnheid af dan kan het apparaat hierdoor

beschadigd worden.

Zet één of twee kopjes op het lekrooster (3)

onder het koffieuitloopsysteem (4). Druk op de

koffiekeuzetoets (21). Het apparaat zal dan één

kopje koffie verstrekken. Als u 2 keer achter

elkaar op de toets (21) drukt dan zal het apparaat

2 kopjes koffie verstrekken. Om de koffieuitloop

op elk gewenst moment te onderbreken moet u

opnieuw op de koffiekeuzetoets drukken.

Warm water

De leidingen voor het verstrekken van warm

water en de leidingen voor het verstrekken van

koffie zijn gescheiden zodat u altijd warm water

30

29

Advertising