Festool OF 1010 EBQ User Manual

Page 36

Advertising
background image

36

b) Gereedschap

uitnemen

- Verdraai de spindel zover dat de spindelstop

(1.14) door erop te drukken inklikt en de spindel
vastzet.

- Draai de moer (1.13) met een steeksleutel SW

19 zover los, tot u weerstand voelt. Overwin
deze weerstand door de steeksleutel verder te
draaien.

- Verwijder de frees.

5.3

Het wisselen van een spantang

Er zijn spantangen voor de volgende schachtdi-
ameters verkrijgbaar: 6,0 mm, 6,35 mm, 8 mm
(zie voor bestelnummers de Festool-catalogus of
Internet „www.festool.com“).
- Draai moer (1.13) volledig los en neem hem

samen met de spantang uit de spindel.

- Plaats een nieuwe spantang uitsluitend met

opgestoken en vastgeklikte moer in de spindel
en draai de moer iets aan. Draai de moer niet
vast aan indien er geen frees in ingespannen!

5.4

Het instellen van de freesdiepte

Het instellen van de freesdiepte gebeurt in drie
stappen:

a)

Het instellen van het nulpunt

- Open de spanhendel (1.6), zodat de diepteaan-

slag (1 .7) vrij kan worden bewogen.

- Zet de bovenfrees met de freestafel (1.11) op een

effen ondergrond. Draai de draaiknop (1.15) los
en duw de machine zover naar beneden dat de
frees de ondergrond raakt.

- Klem de machine in deze stand vast door de

draaiknop (1.15) te sluiten.

- Duw de diepte-aanslag tegen een van de drie

vaste aanslagen van de draaibare revolveraan-
slag (1.9).

Met een schroevendraaier kunt u iedere vaste
aanslag individueel in hoogte instellen:
Vaste aanslag

min. hoogte/max. hoogte

A

38 mm/44 mm

B

44 mm/54 mm

C

54 mm/67 mm

- Duw de wijzer (1.4) zover naar beneden dat hij

op de schaal (1.5) 0 mm aangeeft.

b) Freesdiepte

vastleggen

De gewenste freesdiepte kan ofwel met de diepte-
snelverstelling ofwel met de diepte-fi jnafstelling
worden vastgelegd.
Diepte-snelverstelling: Trek de diepte-aanslag

(1.7) zover naar boven dat de wijzer de gewenste
freesdiepte aangeeft. Klem de diepteaanslag
met de spanhendel (1 .6) in deze stand vast.

Diepte-fi jninstelling: Klem de diepteaanslag

met de spanhendel (1 .6) vast. Stel de gewenste
freesdiepte in door te draaien aan de instelknop
(1.3). Als u de instelknop een streepje draait,
verandert de frees-diepte met 0,1 mm. Een
volledige omwenteling levert 1 mm op. Met de
draaiknop kan de instelling met max. 8 mm
veranderd worden.

c) Freesdiepte

bijstellen

- Draai de draaiknop (1.15) los en druk de machine

zover naar beneden dat de diepte-aanslag de
vaste aanslag aanraakt.

- Klem de machine in deze stand vast door de

draaiknop (1.15) te sluiten.

5.5

Afzuiging

Sluit de machine altijd aan op een afzuiging.
De bovenfrezen zijn standaard voorzien van een
aansluiting voor de afzuiging van spaanders en
stof (1.8). Tegelijkertijd wordt door een afzuigkap
(2.2) op de zijaanslag voorkomen dat de spaanders
rondvliegen.
Bij het frezen van kantenprofi elen verkrijgt men
door de als accessoire verkrijgbare afzuigkap
AH-OF zeer goede afzuigresultaten.

Spaanvanger KSF-OF
Door de spaanvanger KSF-OF (9.1) (gedeeltelijk
inbegrepen bij de levering) wordt de effectiviteit
van de afzuiging bij het kantfrezen verbeterd.
De montage gebeurt op dezelfde wijze als bij de
kopieerring.
De kap kan met een beugelzaag langs de groe-
ven (9.2) worden afgesneden en hierdoor worden
verkleind. De spaanvanger kan bij binnenradii met
een minimale radius van 40 mm worden gebruikt.

6

Werken met de machine

Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het

tijdens de bewerking niet kan bewegen.

De machine dient steeds met beide han-
den aan de daarvoor bestemde handgre-
pen (1.15, 1.17) te worden vastgehouden.

Gebruik tijdens werkzaamheden die veel

stof produceren een stofmasker.

.
Werk altijd dusdanig dat de bewegingsrichting van
de bovenfrees tegengesteld is aan de draairichting
van de frees (tegenlopend frezen)!
Alleen in tegendraaiing frezen (aanvoerrichting
van de machine in snijrichting van het gereed-
schap, afbeelding 5).

Advertising