Hama EWS-1500 User Manual

Page 13

Advertising
background image

24

25

Beaufort

Knopen

Golfhoogte
(in meter)

Golfhoogte
(in feet)

WMO-beschrijving

(Wereld

Meteorologische

Organisatie)

Hoe gedraagt zich

de zee?

0

onder 1

-

-

windstil

spiegelglad

1

1 - 3

0,07

0,25

zwak

kleine golfjes geschubd
oppervlak

2

4 - 6

0,15 - 0,3

0,5 - 1

zwak

kleine, korte golven

3

7 - 10

0,6 - 0,9

2 - 3

matig

kleine golven, breken,
schuimkopjes

4

11 - 16

1 - 1,5

3,5 - 5

matig

golven iets langer, veel
schuimkoppen

5

17 - 21

1,8 - 2,4

6 - 8

vrij krachtig

matige golven, overal
schuimkoppen, af en toe
opwaaiend schuim

6

22 - 27

2,9 - 4

9,5 - 13

krachtig

grotere golven,
schuimplekken, vrij veel
opwaaiend schuim

7

28 - 33

4,1 - 5,8

13,5 - 19

hard

golven worden hoger,
beginnende schuimstrepen

8

34 - 40

5,5 - 7,6

18 - 25

stormachtig

matig hoge golven, vorming
van schuimstrepen

9

41 - 47

7 - 9,7

23 - 32

storm

hoge golven, rollers,
zicht wordt slechter door
schuimvlagen

10

48 - 55

8,8 - 12,5

29 - 41

zware storm

zeer hoge golven, zee
wordt wit van het schuim,
overslaande rollers,
verminderd zicht

11

56 - 63

11,2 - 15,8

37 - 52

zeer zware storm/
orkaanachtig

extreem hoge golven, zee
geheel bedekt met schuim,
sterk verminderd zicht

12

> 64

> 13,7

> 45

orkaan

lucht is vol met verwaaid
water en schuim, zee
volkomen wit, vrijwel geen
zicht meer

radiogestuurd tijdsignaal zoeken

ontvangst is geslaagd

ontvangst is niet geslaagd

antenne-pictogram

is verdwenen

ontvangst is niet mogelijk

Voorbeeld 2: Op woensdag drukt u, in de wekelijkse neerslagmodus,
bij herhaling op de “RAIN HISTORY”-knop tot het “-1” scroll-venster
verschijnt. Nu wordt de wekelijkse hoeveelheid neerslag van de afgelopen
week weergegeven (van vorige week zondag tot en met afgelopen
zaterdag).

Voorbeeld 3:
Op vrijdag drukt u, in de dagelijkse neerslagmodus, bij herhaling op de
“RAIN HISTORY”-knop tot het “-2” scroll-venster verschijnt. Nu wordt de
hoeveelheid neerslag van afgelopen woensdag weergegeven.

Windsnelheid-en richting
Het weerstation gebruikt de anemometer om gegevens over de
windsnelheid en –richting te verzamelen. U kunt naar keuze de weergave
van de windsnelheid op de monitor instellen in miles per hour (mph),
kilometer per uur (km/h), meter per seconde (m/s), knopen of Beaufort (Bft).
Druk op “WIND UNIT” aan de achterzijde van de behuizing tot de gewenste
weergave in snelheid verschijnt.
De monitor kan 16 windrichtingen weergeven (N voor noord, S voor zuid,
SW voor zuidwest enz.).
Druk op de “WIND”-knop om uit windpiek- en gemiddelde snelheid te
kiezen.
Windrichting: gemiddelde windrichting gedurende 2 minuten
Gemiddelde windsnelheid:gemiddelde windsnelheid gedurende 2 minuten
Windpieksnelheid: maximale windsnelheid gedurende 10 minuten

(Referentie: schaal van Beaufort en benaming KNMI)

Wind chill/gevoelstemperatuur
De wind chill (gevoelstemperatuur – guurfactor) is de schijnbare
temperatuur die op de huid wordt waargenomen door een combinatie
van luchttemperatuur en windsnelheid. De weergegeven wind chill op de
monitor is een berekende waarde gebaseerd op de gemeten temperatuur
door de anemometer (kanaal 1) en de gemiddelde windsnelheid.

Druk aan de achterzijde van de behuizing op de “C/F”-knop om een
weergave in graden Celsius of Fahrenheit te selecteren.

Windpieksnelheid en wind chill (gevoelstemperatuur/guurfactor) alarm
Windpieksnelheid alarm
U kunt op de monitor een 1 minuut durende alarmering instellen voor
het geval de windpieksnelheid een ingestelde waarde bereikt. Druk op
de knop “WIND ALARM” om het alarm stop te zetten. De gerelateerde
alarmpictogrammen blijven knipperen tot het moment dat het criterium voor
het alarm niet meer van toepassing is.

Instellen van het windpieksnelheid-alarm
• Druk op de “WIND ALARM”-knop om de waarde van het

windpieksnelheid-alarm weer te geven. Het “ALARM”-pictogram

verschijnt in de windpieksnelheid sectie op de monitor.
• Houdt de “WIND ALARM”-knop ingedrukt om in het instellingenmenu te
komen en de windpieksnelheidcijfers beginnen te knipperen.
• Druk op “ ” of “ ” om de waarde in te stellen.
• Druk op de knop “WIND ALARM” om de instelling te bevestigen en het
menu te verlaten. Druk bij herhaling op de “WIND AL” –knop om het
windpieksnelheid-alarm in of uit te schakelen. Hi verschijnt zodra het
alarm is geactiveerd.

Lage wind chill (gevoelstemperatuur/guurfactor) alarm
U kunt tevens op de monitor een 1 minuut durende alarmering instellen
voor het geval de wind chill (gevoelstemperatuur) een ingestelde waarde
bereikt. Druk op de knop “WIND ALARM” om het alarm stop te zetten.
Het gerelateerde alarmpictogram blijft knipperen tot het moment dat het
criterium voor het alarm niet meer van toepassing is.

Instellen van het wind chill (gevoelstemperatuur/guurfactor) alarm:
• Druk bij herhaling op de “WIND ALARM”-knop tot de “ALARM”-

pictogram in de wind chill-sectie op de monitor verschijnt.
• Houdt de “WIND ALARM”-knop ingedrukt om in het instellingenmenu te
komen en de wind chill-cijfers beginnen te knipperen.
• Druk op “ ” of “ ” om de waarde in te stellen.
• Druk op de knop “WIND ALARM” om de instelling te bevestigen en het
menu te verlaten. Druk bij herhaling op de “WIND AL” –knop om het
wind chill-alarm in of uit te schakelen. Lo verschijnt zodra het alarm
is

geactiveerd.

Maximale en minimale (waarden-) registraties
Druk bij herhaling op de “MEMORY”-knop om de maximale en minimale
waarden van de temperatuur, luchtvochtigheid, heat index, dauwpunt,
windsnelheid en wind chill te bekijken. De betreffende “MAX”- en “MIN”-
pictogrammen verschijnen. Houdt de “MEMORY”-knop in de max./min.
weergavemodus ingedrukt teneinde het geheugen te wissen.

Radiogestuurde klok
Het weerstation begint met de synchronisatie van de tijd, nadat de
batterijen/adapter geplaatst zijn/is. Tijdens het synchroniseren knippert
het antenne-pictogram. Indien de ontvangst van de radiogestuurde
tijdgegevens in orde is zal het antenne-pictogram met een zgn. vol-
signaalontvangst pictogram op de monitor verschijnen. De
radiogestuurde klok wordt dagelijks om 02:03 en 03:03 gesynchroniseerd.
Elke ontvangstcyclus duurt minimaal 2,5 en maximaal 10 minuten.

Een antenne-pictogram zonder weergave van signaalontvangst duidt op het
feit dat de laatste ontvangst niet geslaagd is (dagelijkse synchronisatie is
echter nog geactiveerd). Teneinde direct een radiogestuurd tijdsignaal te
zoeken kunt u bij herhaling op drukken, tot het antenne-pictogram begint
te knipperen. Indien de ontvangst nog steeds niet functioneert, kunt u op
een later tijdstip de procedure op een andere locatie herhalen. Plaats de
eenheid niet in de buurt van mogelijke interferentiebronnen zoals mobiele
telefoons, overige apparatuur, een televisietoestel, enz.
Teneinde de radiogestuurde tijdontvangst te deactiveren en de dagelijkse
synchronistie te beëindigen, druk dan bij herhaling op tot het antenne-
pictogram verdwijnt.

Tijd en kalender
Druk bij herhaling op de “CLOCK”-knop om tussen tijd, kalender en
weekdag te wisselen.

Instelling van de tijd en kalender:
Opmerking: Het is noodzakelijk de tijd en kalender handmatig in te stellen
indien uw weerstation niet in staat is radiogestuurde tijdsignalen in uw
omgeving te ontvangen.
• Houdt de “CLOCK”-knop ingedrukt om naar de instellingenmodus voor
de tijd te gaan.
• Gebruik “ ” of “ ” voor de aanpassing en de “CLOCK”-knop ter

bevestiging. De volgende waarden kunnen achtereenvolgens ingesteld
worden: 12/24 uurformaat > Uur > Min > Jaar > D/M of M/D format >

Maand > Datum > EXIT

Locale tijd, wereld (zone) tijd
Houdt de “ZONE”-knop ingedrukt om naar de instellingenmodus voor
de wereldtijd(-zone) te gaan. Druk op “ ” of “ ” om de gewenste
uurwaarde van -12 tot +12 in te voeren. Druk op de knop “ZONE” om elke
instelling te bevestigen.

Druk bij herhaling op de “ZONE”-knop om tussen de locale (radiogestuurde)
tijd en de wereldtijdzone te wisselen. Het “ZONE”-pictogram verschijnt
indien de wereldtijdzone is geselecteerd. Indien de wereldtijdzone niet
wordt gebruikt, stel dan de wereldtijdzone op “0”.

Instelling van het alarm
Druk op de “ALARM”-knop om de alarmtijd te bekijken en het “ALARM”-
pictogram verschijnt. Druk bij herhaling op de “ALARM” –knop om het
alarm in of uit te schakelen. Het belpictogram verschijnt zodra het alarm
is geactiveerd.
Houdt de “ALARM”-knop ingedrukt om naar de instellingenmodus voor
het alarm te gaan. Druk op “ ” of “ ” om de gewenste waarden voor
uren en minuten in te voeren. Druk op de “ALARM“-knop om de instelling
te bevestigen.

Snooze en achtergrondverlichting
Zodra het alarm afgaat drukt u op SNOOZE/LIGHT om de snooze-functie te
activeren en er verschijnt een “Zz”-pictogram. Druk op de “ALARM”-knop
om het alarm voor één dag uit te zetten.
Druk in de normale modus op SNOOZE/LIGHT voor de uitgebreide
achtergrondverlichting indien de adapter niet is aangesloten.

Indicatie voor bijna lege batterijen
De indicatie voor bijna lege batterijen is beschikbaar voor de monitor zelf
en voor alle remote-sensoren. Vervang de batterijen en volg de procedure
voor het (opnieuw) instellen zoals beschreven in deze handleiding.
Belangrijk: Het kalibreren van de windrichting op de anemometer is te
allen tijde noodzakelijk nadat de anemometer is gereset of indien er
nieuwe (opnieuw) batterijen zijn geplaatst. (Voor details zie het hoofdstuk 4
“Kalibreren van de anemometer en het plaatsen van batterijen”).

Afvoer van de batterijen
Vervang de batterijen alleen door hetzelfde of een gelijkwaardig type dat
aanbevolen wordt door de fabrikant. Zorg er voor dat oude en defecte
batterijen op een milieuvriendelijke wijze en in overeenkomst met de
geldende voorschriften worden afgevoerd.

Specifi caties:
Kamertemperatuur: 0°C tot + 50°C (+32°F tot +122°F)
Buitentemperatuur: -20°C tot +60°C (-4°F tot +140°F)
Temperatuurresolutie: 0,1 °C
Binnen en buiten relatieve luchtvochtigheid: 20% - 99% RH (relative
huminity)
Relatieve luchtvochtigheidresolutie: 1% RH (relative huminity)
Kanalen voor temperatuur en relatieve luchtvochtigheid: maximaal 3
Bereik windsnelheid : 0 – 30 m/s

: 0 – 108 km/h

: 0 – 67 mph

: 0 – 58,3 knopen

: 0 - 11 Beaufort

Regenmeterweergave : 0 – 9999 mm

: 0 – 393.66 inch

Zendbereik (anemometer): tot max. 100 meter (228 feet) in open terrein bij
een radiofrequentie van 433 MHz
Overdrachtsbereik (regenmeter): tot max. 50 meter (164 feet) in open terrein
bij een radiofrequentie van 433 MHz
Klok: DCF77 radiogestuurd, quartz back-up
Voeding:
• 6 AA-batterijen voor de monitor; als optie een
6,0 V-voedingsadapter (niet bij de levering inbegrepen)
• 2 AA-batterijen voor de anemometer
• 2 AA-batterijen voor de regenmeter

Toelatings- en veiligheidsbewijzen / algemene informatie
Dit toestel heeft de CE-markering conform de bepalingen van de richtlijn
R&TTE (1999/5/EG).
Hama GmbH & Co. KG verklaart hierbij dat dit toestel voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige relevante regelingen en
voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG. De conformiteitsverklaring en de
verklaring van overeenstemming vindt u op internet onder
http://www.hama.com.

00087673man_de_en_fr_nl_pl_ru.indd Abs2:24-Abs2:25

00087673man_de_en_fr_nl_pl_ru.indd Abs2:24-Abs2:25

19.01.11 10:43

19.01.11 10:43

Advertising