Laadprocedure/ bedieningsinstructies – RIDGID RBC 10 Li-Ion Charger User Manual

Page 45

Advertising
background image

Ridge Tool Company

43

RBC 10 Li-Ionbatterijlader

Laadprocedure/
bedieningsinstructies

WAARSCHUWING

Volg de bedieningsinstructies om het gevaar voor
letsel door een elektrische schok te beperken.

OPMERKING! Nieuwe batterijen bereiken hun volledige

capaciteit na ongeveer 5 laad-
/ontlaadcycli.

OPMERKING! Voorafgaand aan het opladen hoeft een

batterijpack niet volledig ontladen te zijn.

1. Stel de lader in volgens de richtlijnen in het hoofdstuk

Controleren en instellen van de lader.

2. Als de lader in de stand-bymodus “gereed voor

opladen” staat, knippert de gele LED ononderbroken.

3. Plaats met droge handen het batterijpack op de

lader. Het batterijpack wordt automatisch opgeladen.

• De gele LED kan bij het controleren van de staat

van de batterij 2 seconden ononderbroken oplichten.

• Als de batterij niet goed contact maakt, zijn het

batterijpack of de lader beschadigd of brandt de
rode LED. Controleer de contacten van de batterij
door deze uit de lader te halen en weer erin te
plaatsen.

• Tijdens het opladen van de batterij knippert de

groene LED, hierbij is deze afwisselend even lang
aan als uit.

• Tijdens het opladen voelt het batterijpack enigszins

warm aan. Dit is normaal en duidt niet op een
probleem.

• Als het laadniveau van de batterij 85% opgeladen

bereikt, verandert het knipperpatroon van de groene
LED in 95% aan en 5% uit. Zo nodig kunt u de
batterij in deze staat gebruiken. Laat de batterij
echter liever tot een niveau van 100% opladen.

• Als het batterijpack of de lader te warm of te koud

worden, gaat de rode LED ononderbroken branden.
Als de temperaturen van de batterij en de lader
weer binnen het voorgeschreven bereik (5°C tot
35°C) zijn, dooft de rode LED. Het batterijpack
begint automatisch te laden en de groene LED
gaat knipperen totdat de batterij volledig geladen is.

Figuur 2 – plaats van waarschuwingsplaatje op lader

4. Kies een gepaste locatie voor de lader voordat u

hem gebruikt. Controleer de werkplek op de volgende
punten.

• ontvlambare vloeistoffen, dampen of stof dat kan

ontbranden. In aanwezigheid van deze stoffen
mag u niet aan de slag gaan voordat de bronnen
geïdentificeerd en afgesloten zijn. De batterijlader
is niet explosievast en kan vonken veroorzaken;

• Een zuivere, vlakke, stabiele, droge plaats voor

de lader. Gebruik de machine niet op natte of
vochtige plaatsen; Gebruik de lader niet in de open
lucht, hij is enkel geschikt voor gebruik binnen.

• een aangepast temperatuurbereik. De temperatuur

van de lader en de batterij moet tussen 5°C en
35°C liggen voordat het laadproces start. Als de
temperatuur van een van beide onder het laden
buiten dat bereik valt, dan wordt het laadproces
onderbroken tot de temperatuur van het betreffende
onderdeel opnieuw binnen de opgegeven waarden
valt;

• een aangepaste voedingsbron. Controleer of de

stekker in het gewenste stopcontact past.

• een goed geventileerde plaats. De lader heeft aan

alle zijden een speling van minstens 10 cm nodig
om een juiste werkingstemperatuur te behouden.

5. Sluit de lader met droge handen aan op de gewenste

voedingsbron.

6. Voor montage aan de muur is deze lader voorzien van

handige sleutelgatvormige ophanggaten. Schroeven
moeten worden aangebracht op een middenafstand
van 102mm.

102 mm

Sleutelgatvormige

ophanggaten

Advertising