ABUS TVIP515x0 User Manual

Page 249

Advertising
background image

249

Nederlands

Neem de ingevoerde instellingen over met "OK" of verwerp de instellingen met
"Afbreken".



W-LAN

De camera beschikt over een W-LAN netwerkinterface, om data draadloos naar een IP-netwerk over te
brengen. Voor het eerst instellen van alle W-LAN parameters moet de netwerkcamera eerst via een
netwerkkabel worden aangesloten.

W-LAN:

Activeer of deactiveer hier de W-LAN interface.


W-LAN statusweergave:

De camera doorzoekt de omgeving automatisch naar W-LAN toegangspunten
(AP, Access Point). Het aangesloten toegangspunt wordt blauw
weergegeven.

ESSID: (zie

hieronder)

Modus: (zie

hieronder)

Veiligheid:

Geeft aan op welke wijze dit netwerk is beveiligd.

Kanaal:

Duidt aan op welk kanaal het Access-Point uitzendt.

Signaalsterkte:

Weergave van de signaalkwaliteit in procenten. Voor een goede verbinding
mag deze waarde niet lager dan 60% zijn.

Bitrate:

Duidt de bruto bitrate van het Access-Point aan.


MAC-adres:

Het MAC-adres (netwerk-apparaat-adres) wordt automatisch toegekend en
weergegeven.

IP-adres:

Hier wordt het ingestelde IP-adres weergegeven. Het toekennen van het
adres kan automatisch (DHCP) of handmatig plaatsvinden (zie hieronder).

ESSID:

De ESSID is de naam van het toegangspunt. Deze kan automatisch worden
toegekend of handmatig worden ingevoerd.

Handmatige instelling:

Handmatige instelling van de ESSID.


Modus:

Selecteer hier de W-LAN verbindingsmodus.

Infrastructuur:

De netwerkcamera wordt via een Access Point met het netwerk verbonden.

Ad-Hoc:

In deze modus is het mogelijk dat de netwerkcamera direct met een andere
netwerkadapter (netwerkkaart) communiceert. Er wordt een zogenaamde
Peer-to-Peer-omgeving opgebouwd.


Verificatie:

Hier kan een versleutelingsmodus voor draadloze overdracht worden
ingesteld.

Open

Er is geen versleuteling geselecteerd.

Gemeenschappelijke sleutel (WEP, Wired Equivalent Privacy) Voor het versleutelen wordt een 64- of 128-

Bit sleutel gebruikt (HEX of ASCII). Voor de communicatie met andere
apparaten moeten de sleutels van beide apparaten overeenstemmen.
(10/26 HEX tekens of 5/13 ASCII tekens, overeenkomstige Bitlengtes)

WPA-PSK / WPA2-PSK

(Wi-fi Protected Access – Pre-Shared-Keys) Bij deze methode worden
dynamische sleutels gebruikt. Als versleutelingsprotocollen kunnen TKIP
(Temporal Key Integrity Protokoll) of AES (Advanced Encrytion Standard)
worden gekozen. Als sleutel moet een zogenaamde wachtzin (Pre-shared
Key) worden verstrekt.
(64 HEX tekens of 8 - 63 ASCII tekens)


Versleuteling:

Selecteer hier het betreffende versleutelingstype.
Gemeenschappelijke sleutel: WEP / gedeactiveerd
WPA-PSK / WPA2-PSK: TKIP of AES


Sleutellengte:

Alleen bij WEP. Selecteer hier de bitlengte voor de sleutel.

Netwerksleutel:

Alleen bij WEP. Maximaal kunnen 4 sleutels worden verstrekt.


Advertising