Kalibratieprocedure, Kalibratiegegevens weergeven – Hach-Lange SENSION+ MM340 User Manual

Page 152

Advertising
background image

3. Druk op of om een 'Calibration type' (kalibratiemogelijkheid) te

selecteren.

Optie

Omschrijving

'Technical buffers'
(technische buffers)

pH 2,00, 4,01, 7,00, 9,21 en 10,01 bij 25 °C
(77 °F)

'DIN19266 Buffers'

pH 1,679, 4,006, 6,865, 7,000, 9,180,
10,012 en 12,454

'User Buffers' (buffers van
gebruikers)

Geselecteerd wanneer er geen technische
of DIN19266-buffers worden gebruikt.
Raadpleeg

Technische bufferoplossingen

(DIN 19267)

op pagina 161 voor pH

waarden van specifieke buffersets bij
verschillende temperaturen.

'Calibration to a X value'
(kalibratie ten opzichte van
een X-waarde)

Handmatig wijzigen van elke willekeurige
schaalwaarde van de gemeten pH.

'Data introduction' (invoeren
gegevens)

Handmatige invoer van de
elektrodeconstante.

'Theoretical calibration'
(theoretische kalibratie)

De kalibratiegegevens van de elektrode
worden vervangen bij 25 °C (77 °F).

Kalibratieprocedure

Deze procedure is bedoeld voor algemeen gebruik met
kalibratieoplossingen. Raadpleeg de documenten die bij elke elektrode
worden meegeleverd voor aanvullende informatie.

Opmerking: Oplossingen dienen tijdens de kalibratie te worden geroerd.
Raadpleeg

Roerinstellingen wijzigen

op pagina 155 voor meer informatie over de

instellingen voor het roeren.

1. Giet de buffers of kalibratieoplossingen in de gelabelde

kalibratiebekers.

2. Druk in het hoofdmenu op of en en om de CALIBRATION-

parameter (kalibratieparameter) te selecteren. Bevestig.

3. Kies indien nodig de gebruikers-ID (1 t/m 10) en bevestig uw keuze.

4. Spoel de elektrode met demi-water en plaats de elektrode in de

eerste kalibratiebeker. Controleer of het membraan geen opgesloten
luchtbellen bevat.

5. Druk op om de kalibratie te starten.
6. Druk op om de eerste kalibratieoplossing te meten.

De volgende kalibratieoplossing wordt weergegeven.

7. Spoel de sonde met gedeïoniseerd water en leg de sonde in de

tweede kalibratiebeker. Controleer of het membraan geen
opgesloten luchtbellen bevat.

8. Druk op om de tweede kalibratieoplossing te meten.

De volgende kalibratieoplossing wordt weergegeven.

9. Spoel de sonde met gedeïoniseerd water en leg de sonde in de

derde kalibratiebeker. Controleer of het membraan geen opgesloten
luchtbellen bevat.

10. Druk op om de derde kalibratieoplossing te meten.

Als de kalibratie is gelukt, geeft het display kort 'Calibration OK'
(kalibratie in orde) weer en keert vervolgens terug naar het
hoofdmenu.

Opmerking: Als er een printer is aangesloten, wordt het afdrukmenu geopend
en kan het resultaat worden afgedrukt.

Kalibratiegegevens weergeven

De gegevens van de meest recente kalibratie kunnen worden
weergegeven.

1. Druk in het hoofdmenu op of om DATA LOGGER (datalog) te

selecteren. Bevestig.

2. Selecteer 'Display data' (gegevens weergeven).
3. Selecteer 'Calibration data' (informatie kalibratie) en bevestig uw

keuze met . De laatste kalibratiegegevens worden weergegeven.

• pH - de helling en de offsetwaarden worden afwisselend

weergegeven samen met de afwijking (in %) en de
kalibratietemperatuur.

• Redox - de gemeten mV-waarde en de kalibratietemperatuur

worden weergegeven.

• Geleidbaarheid - de celconstante en de kalibratietemperatuur voor

elke standaard worden weergegeven.

152 Nederlands

Advertising