7 hoofdmenu, 8 opsporen en oplossen van fouten – Watson-Marlow Qdos30 Universal User Manual

Page 27

Advertising
background image

NL

Veiligheidsinformatie voor Watson-Marlow qdos30 pompen

27

5.3

24 volt relaismodule pcb-connectoren

Sluit nooit netvoeding op de klemmen in een qdos30 24 V relaismodule aan. Sluit de

juiste signalen aan op de onderstaande klemmen. Beperk signalen tot de aangegeven

maximumwaarden. Pas geen spanning op andere uitgangen toe. Er kan dan blijvende

schade ontstaan, die niet onder de garantie valt. De maximale belasting op de

relaiscontacten van deze pomp is 24 VDC bij 1,0 A. Het maximale schakelvermogen op

DC is 30 W.

6 Bedrading automatische besturing – 110 volt logische

pomp

6.1

110 volt logische module: het verwijderen en opnieuw

aanbrengen van de kap

Zorg ervoor dat de kap van de 110 volt logische componentenmodule te allen tijde

stevig met vier schroeven is bevestigd. Indien dit niet het geval is, kan dit de IP66

(NEMA 4X) bescherming in gevaar brengen.

6.2

Het bedraden van de klemconnectoren

Zorg dat meeraderige draden worden geklemd met een klemverbinding die geschikt

is voor de doorsnee van de draad. Verzuim dit te doen kan leiden tot elektrische

schok.

Controleer dat de ongebruikte openingen op de module afgedicht zijn met de

geleverde afsluitplug. Verzuim dit te doen kan leiden tot elektrische schok vanwege

het binnendringen van vloeistof of stof.

6.3

110 volt logische module pcb-connectoren

Sluit de juiste signalen aan op de onderstaande klemmen. Beperk signalen tot de

aangegeven maximumwaarden. Pas geen spanning op andere uitgangen toe. Er kan

dan blijvende schade ontstaan, die niet onder de garantie valt. De maximale belasting

op de relaiscontacten van deze pomp is 115 VAC; max. spanning 5 A. Spanningen

hebben geen transformatorisolatie nodig. De relais zijn geschikt voor het schakelen

van een netvoedingsbelasting van 115 VAC. Deze relaisuitgangen zijn niet geschikt

voor logische signalen van 24 VDC.

7 Hoofdmenu

7.1

Algemene instellingen

Gebruik automatisch herstarten niet voor meer dan 20 keer starten per uur. Wij raden

afstandsbediening aan als een groot aantal keer moet worden gestart.

8 Opsporen en oplossen van fouten

Als de pompdisplay leeg blijft nadat de pomp is ingeschakeld, controleer dan het volgende:
• Controleer of de pomp is aangesloten op de netvoeding.
• Controleer de zekering in de netstekker, indien aanwezig.
Als de pomp werkt maar er weinig of geen opbrengst is, controleer dan het volgende:
• Controleer of vloeistof naar de pomp stroomt.
• Controleer de leidingen op eventuele knikken of verstoppingen.
• Controleer of alle kleppen in de leiding open zijn.

Advertising