Saitek Mephisto Touch Screen Travel Chess - Manual (Page 184)

184
standaardinstelling 2 te langzaam of snel vindt, kunt u deze wijzigen
door herhaaldelijk op ENTER te drukken totdat de gewenste instelling
verschijnt.
4.11 Automove-stand
Opties: automove: on / off
Normaal gesproken laat de computer een stuk kort op de velden
van en naar knipperen voordat de zet op het bord wordt uitgevoerd.
Als u de instelling wijzigt naar
automove: off , geeft de com-
puter net als anders aan welke zet gedaan moet worden, maar is het
aan u om dat op het bord uit te voeren. Nadat de computer een zet
heeft aangekondigd, gaat het betreffende stuk knipperen op het veld
van. Als u op het knipperende stuk drukt, wordt het naar het veld
naar verplaatst. Druk op het veld naar om de zet te voltooien.
5. NIVEAUSTAND: KEUS UIT 100 NIVEAUS!
Uw schaakcomputer heeft 100 unieke spelniveaus waaruit u kunt
kiezen! De niveaus zijn onderverdeeld in twee basisgroepen:
• PRETNIVEAUS (1-60): Deze niveaus geven beginners en
gemiddelde spelers een kans om hun schaakvaardigheden te
vergroten. Op veel pretniveaus maakt de computer met opzet
fouten, zodat u daarvan kunt leren!
• WEDSTRIJDNIVEAUS (61-100): Deze niveaus zijn bedoeld voor
gevorderde en meer geavanceerde spelers. Bevat niveaus voor
een terloops partijtje schaak, toernooien, probleemoplossing,
snelschaken en speciale experimentele niveaus. Als u de
niveaus selecteert, moet u onthouden dat de computer beter
wordt naarmate er langer over de zetten kan worden nagedacht,
net zoals bij een mens.
Het spelniveau instellen
Druk op MENU om het Hoofdmenu te openen en druk op ¯ totdat
in het beeldscherm ¿LEVEL verschijnt. Druk op ENTER om de
Niveaustand te openen en u ziet het momenteel geselecteerde
niveau, bijvoorbeeld
<00:05/move> (het standaardniveau bij het
eerste opstarten). Om van niveau te wijzigen, dient u op ˘ of ¯ te
drukken om één niveau naar boven/beneden te gaan, of met het stilet
op
> of < te drukken om tien niveaus naar boven/beneden te gaan.
Onthoud dat de niveaus in stappen van één naar boven/beneden
zullen blijven gaan zolang u de toets
˘ of ¯ ingedrukt houdt. Als het