Partner Tech P53-675DWA User Manual

Page 7

Advertising
background image

14

Filling with Oil

Fill the engine with engine oil. SAE30 can be used. (Read the

enclosed motor operating in struc tions as well.)

Ölaffülling

Füllen Sie Öl in den Motor. Es kann SAE30 verwendet werden.

(Lesen Sie auch die beiliegende Gebrauchsanweisung für den

Motor.)

Remplissage d’huile

Remplissez le moteur avec de l'huile pour moteur. Les huiles

SAE30 peuvent être utilisées. (Lisez aussi les in struc tions ci-

jointes concernant le moteur.)

Relleno de aceite

Rellenar el motor de aceite. Se pueden usar SAE30. (Léase

también las instrucciones anexas para el uso del motor.)

Bijvullen van olie

Vul het carter met de bijgeleverde motorolie. Multi-grade zo-

als bijv SAE30. (Lees tevens de bijgevoegde instructie voor de

motor.)

Riempimento dell ‘olio*

Versare l'olio nel motore. Si possono usare le qualità SAE30.

*Solo per gli U.S.A. (Leggere anche le unstruzioni per il motore

allegate.)

Adjustment

The mower can be set to different cutting levels. Adjust to de-

sired cutting level by means of the lever at each wheel. Move

the lever towards the wheel and set the cutting level. All wheels

must be in the same height positions. Otherwise uneven cut-

ting will result.

Einstellung

Der Mäher ist in verschiedenen Schneidhöhen einstellbar. Erwün-

schte Schneidhöhe mit dem Hebel am jeweiligen Rad einstellen.

Hebel gegen das Rad drücken und Schneidhöhe regeln. Alle

Räder müssen auf gleicher Höhe montiert sein; andernfalls ergibt

sich eine ungleichmäßige Schnitthöhe.

Reglage

La tondeuse peut être réglée pour des hauteurs de coupe dif-

férentes. Choisissez la hauteur de coupe désirée au moyen

du levier de chaque roue. Appuyez le levier contre la roue et

réglez la hauteur de coupe. Toutes les roues doivent être réglées

identiquement, sinon la coupe sera inégale.

Ajuste

El cortacésped puede ser ajustado a cinco alturas de corte dis-

tintas. Ajústese a la altura de corte que se desee con la palanca

situada junto a cada rueda. Presiónese la palanca contra la rueda

y regúlese la altura de corte. Las ruedas tienen que estar todas

ajustadas a la misma altura, pues si no el corte es desigual.

Het instellen

De maaimachine kan op verschillende maaihoogtes worden

ingesteld. Stel de gewenste maaihoogte in d.m.v. de hendel bij

het respectievelijke wiel. Druk de hendel tegen het wiel en regel

de maaihoogte. Alle wielen moeten op dezelfde hoogte ingesteld

zijn, anders maait de machine ongelijkmatig.

Regolazione

Il tosaerba può essere regolato su diverse altezze di taglio.

Scegliere l'altezza di taglio voluta agendo sulla leva in pros-

simità della routa. Premere la leva verso la ruota e selezionare

l'altezza voluta. Tutte le ruote devono essere alla stessa altezza,

altrimenti il taglio non è uniforme.

7

Veilig werken met handbediende grasmaaimachines

BELANGRIJK: Deze maaimachine kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren. Het

niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.

• Verander de instelling van de motorregelaar niet en

laat de motor niet met te hoge toeren draaien. Als de

motor met te hoog toerental draait, kan het risico van

lichamelijk letsel groter worden.

• Zet alle mes- en aandrijfkoppelingen in hun vrij voordat

u de machine start.

• Start de machine of de motor voorzichtig en volgens

de gebruiksaanwijzingen en houd uw voeten uit de

buurt van het mes.

• Til de grasmaaier niet op terwijl u deze start of de

motor ervan aanzet, tenzij de grasmaaier dient te

worden opgetild om deze te kunnen starten. Til de

ma chine in dit geval niet hoger op dan nodig en til

alleen het gedeelte op dat het verst van de bediener

is verwijderd.

• Zet de machine niet aan terwijl u voor de afvoer

staat.

• Steek uw handen of voeten nooit onder of in de buurt

van draaiende delen. Houd de afvoeropening altijd

vrij.

• Til de grasmaaier nooit op en draag deze nooit terwijl

de motor draait.

• Zet de machine uit en maak de bougiedraad los:

- voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een

verstopte afvoer leeg maakt;

- voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt

of eraan werkt;

- nadat u een ongewenst voorwerp heeft geraakt.

Inspecteer de maaimachine op schade en voer

reparaties uit voordat u de machine weer start en

gebruikt;

- als de machine abnormaal begint te trillen (onmid-

dellijk controleren).

• Zet de machine uit:

- als u de grasmaaier achterlaat;
- voordat u brandstof bijvult.

• Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als

de motor met een afsluitklep is uitgerust, moet u de

brandstoftoevoer aan het einde van het maaien afs-

luiten.

• Rijd langzaam als u een meeloopstoeltje gebruikt.

IV. Onderhoud en Opslag

• Houd alle moeren, bouten en schroeven goed vastge-

draaid zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine

in een veilige bedrijfsstaat verkeert.

• Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen

een open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich

ben zine in de tank bevindt.

• Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten

ruimte opbergt.

• Beperk brandgevaar: houd de motor, geluiddemper,

accuruimte en benzine-opslagruimte vrij van gras,

bladeren of een overmaat aan smeervet.

• Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwer-

ing.

• Vervang versleten of beschadigde onderdelen om

veiligheidsredenen.

• Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet dit

buiten worden gedaan.

I. Training

• Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd

bent met de bedieningselementen en het juiste gebruik

van de ma chine.

• Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de

instructies, de maaimachine niet gebruiken. Het is

mogelijk dat plaatselijke voorschriften een beperking

stellen aan de leeftijd van de bestuurder.

• Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren

in de buurt zijn.

• Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk

is voor ongelukken of risico’s die andere mensen of

hun eigendommen kunnen overkomen.

II. Voorbereiding

• Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en

een lange broek. Gebruik de ma chine niet blootsvoets

of terwijl u open sandalen draagt.

• Inspecteer de plek waar de machine zal worden ge-

bruikt, grondig en verwijder alle voorwerpen die door

de ma chine kunnen worden weggeslingerd.

• WAARSCHUWING - Benzine is licht ontvlambaar.

- Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat

doel zijn bestemd.

- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit

van de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor

draait of heet is.

- Als benzine is gemorst, probeer de motor dan niet

te starten maar haal de machine van de plaats

vandaan waar u benzine heeft gemorst en zorg

dat u geen ontstekingsbron teweeg brengt totdat

de benzinedampen zijn verdreven.

- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken

weer goed vast.

• Vervang defecte geluiddempers.
• Inspecteer vóór het gebruik altijd of de messen, mes-

bouten en maai-inrichting niet versleten of beschadigd

zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en

bouten in sets om het evenwicht in stand te houden.

• Op machines met meerdere messen dient u eraan te

denken dat het draaien van één mes andere messen

kan doen draaien.

III. Bediening

• Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte

waar gevaarlijke koolmonoxydedampen zich kunnen

verzamelen.

• Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
• Ook om nat gras te maaien, waar mogelijk.
• Loop voorzichtig op hellingen.
• Loop normaal, ren niet.
• Maai met een grasmaaier met wielen altijd dwars op de

helling, nooit van boven naar onder of omgekeerd.

• Wees bijzonder voorzichtig als u op een helling van

richting verandert.

• Maai niet op erg steile hellingen.
• Wees bijzonder voorzichtig als u de grasmaaier naar

uzelf toe duwt of draait.

• Zet het mes uit als u de grasmaaier moet optillen om

deze over plaatsen zonder gras of van het ene naar

het volgende gazon te vervoeren.

• Werk niet met de grasmaaier als de beschermkap-

pen of veiligheidsmechanismen niet in orde of niet

aangebracht zijn (bijv. beschermkappen of grasvang-

mechanismen).

Advertising