Skylanr, Cer 500 – Topcom Skylanr@cer 500 User Manual

Page 19

Advertising
background image

type 802.11 worden alle pakketjes gefragmenteerd die de fragmentatielimiet overschrijden. Dit bete-
kent dat ze in kleinere eenheden worden opgesplitst die geschikt zijn voor het circuit. Pakketjes die
kleiner zijn dan de gespecificeerde grenswaarde worden niet gefragmenteerd.

RTS (Request to Send) Threshold: indien ingesteld (in bytes) wordt hiermee de pakketgrootte
gespecificeerd waarboven de draadloze LAN-kaart het RTS/CTS-mechanisme activeert. Pakketjes die
groter zijn dan de gespecificeerde RTS-grenswaarde activeren het RTS/CTS-mechanisme. De NIC ver-
zendt kleinere pakketjes zonder gebruik te maken van RTS/CTS.

Authentication Type: selecteer het authentificatietype: Open System, Shared Key of Both. Opdat
communicatie mogelijk zou zijn, moet het authentificatietype van het toegangspunt en van de draad-
loze stations hetzelfde zijn.

Opmerking: het authentificatietype van de draadloze client moet hetzelfde zijn als dat van het toegangspunt. Alle

gedeelde sleutels op het draadloze station moeten dezelfde zijn als die van het toegangspunt waaraan de client is

gekoppeld.

Rates (Mbps): als de optie Auto Rate Fall Back werd geactiveerd, zal het toegangspunt automatisch
de transmissiesnelheid aanpassen aan de waarden die u als Supported (ondersteund) heeft geken-
merkt. Basic betekent dat enkel de draadloze stations met de door u geselecteerde snelheden een
verbinding tot stand kunnen brengen met dit toegangspunt.

Mode (Operation Mode): selecteer een enkele werkmodus al naargelang uw netwerkvereisten.

Access Point: deze modus maakt het mogelijk om toegang te verkrijgen van draadloze stations tot
bedrade LAN's en van bedrade LAN's tot draadloze stations. Bovendien kunnen draadloze stations
binnen het bereik van het toegangspunt met elkaar communiceren via het toegangspunt.

Access Point Client: deze modus maakt het mogelijk om een of meer afgelegen LAN's te verbinden
met een centrale LAN, zodat een uitgebreide, enkelvoudige, virtuele LAN ontstaat. Op deze manier
kan elk station van de afgelegen LAN met succes communiceren met elk station van de centrale LAN
alsof al deze stations tot dezelfde fysieke LAN behoorden. Draadloze stations kunnen niet worden
aangemeld op de toegangspuntclient. Het toegangspunt stuurt het betreffende verkeer door naar het
geschikte bedrade of draadloze station. De gebruiker moet de Preferred BSS definiëren die overeen-
komt met het MAC-adres van het gewenste toegangspunt.

Wireless Bridge: in deze modus zijn twee types verbindingen mogelijk:

I) Point to Point: de draadloze brug kan communiceren met een specifiek afgelegen MAC-adres. De

gebruiker moet het Remote MAC Address definiëren dat overeenstemt met het MAC-adres van
de draadloze brug van de afgelegen LAN.

SkyLanR

@

cer 500

19

NEDERLANDS

Advertising