Bediening, Opstarten van het systeem, Muziekstukken importeren – Pioneer DDJ-SP1 User Manual

Page 48: Muziekstukken laden, Muziekstukken afspelen, De performance-pads gebruiken, Gebruiken van effecten

Advertising
background image

Nl

6

Bediening

Opstarten van het systeem

De computer en de Serato DJ-gecertificeerde DJ-controller of het
DJ-mengpaneel moeten van tevoren op elkaar worden aangesloten.
! Zie voor instructies over het bedienen van de Serato DJ-software en

het Serato DJ-gecertificeerde DJ-mengpaneel of DJ-controller de
bijbehorende handleidingen.

1 Sluit het Serato DJ-gecertificeerde DJ-mengpaneel of
de DJ-controller aan op de computer via USB-kabel.

2 Zet de computer aan.

3 Schakel het Serato DJ-gecertificeerde DJ-mengpaneel
of de DJ-controller in.

4 Start Serato DJ.

! Bij gebruik van Windows 7

Klik op het Windows [Starten]-menu op het [Serato DJ]-pictogram
onder [Alle programma's] > [Serato] > [Serato DJ].

! Voor Mac OS X

Ga naar het bestandsbeheer, open eerst the [Applications] map en
klik dan op [Serato DJ].

5 Sluit dit apparaat aan op uw computer via een
USB-kabel.

Wanneer dit toestel en Serato DJ correct zijn aangesloten, zal de stand-
toets voor de aanraakvlakstand van dit toestel (de [HOT CUE]-standtoets
in de standaardinstelling) oplichten.

! Dit toestel werkt met de standaard stuurprogrammatuur van het

besturingssysteem. Het is niet nodig om voor dit toestel aparte
stuurprogrammatuur te installeren.

Muziekstukken importeren

Gebruik de Serato DJ-software om muziekstukken toe te voegen aan de
bibliotheek.
! Zie voor instructies over het bedienen van de Serato DJ-software en

het Serato DJ-gecertificeerde DJ-mengpaneel of DJ-controller de
bijbehorende handleidingen.

Muziekstukken laden

1 Druk op de [BACK]-toets van dit toestel of op de
draaiknop en verplaats de cursor naar het crates-paneel
op het computerscherm.

2 Draai aan de draaiknop om de crate enz. te
selecteren.

3 Druk de draaiknop in en verplaats de cursor naar de
bibliotheek op het computerscherm.

4 Draai aan de draaiknop om het muziekstuk te
selecteren.

5 Druk op de [LOAD]-toets om het geselecteerde
muziekstuk in het deck te laden.

Om het muziekstuk in deck 3 of deck 4 te laden, moet u eerst op de
[DECK]-toets drukken zodat deze oplicht. Het deck waarin muziekstuk-
ken worden geladen wordt geassocieerd met de deckselectie.

Muziekstukken afspelen

Bedien de DJ-speler, analoge speler, DJ-controller enz. om het muziek-
stuk af te spelen.
! Zie voor instructies over het bedienen van de Serato DJ-software en

het Serato DJ-gecertificeerde DJ-mengpaneel of DJ-controller de
bijbehorende handleidingen.

De performance-pads gebruiken

De performance-pads bedienen de hot-cue, hot-lus, lus-rol, automati-
sche lus, slicer, handmatige lus en samplerfuncties.
Deze functies worden omgeschakeld met de betreffende toetsen voor
de pad-stand (de [HOT CUE]-standtoets, [ROLL]-standtoets, [SLICER]-
standtoets en de [SAMPLER]-standtoets).
Dit voorbeeld beschrijft het gebruik van de hot-cuestand.
! Zie voor instructies over het gebruiken van andere pad-standen de

Handleiding (geavanceerde editie) van dit toestel.

1 Druk op de [HOT CUE]-standtoets.

De [HOT CUE]-standtoets licht op en de Hot Cue-stand wordt
ingeschakeld.

2 Je kunt in de afspeel- of de pauzestand het hot-
cuepunt instellen door op een performance-pad te
drukken.

Wanneer er een hot-cuepunt wordt ingesteld, zal het bijbehorende per-
formance-pad oplichten.

3 Druk op de performance-pad waarop het hot-cuepunt
is ingesteld.

Het afspelen begint vanaf het hot-cuepunt.

Gebruiken van effecten

Serato DJ beschikt over twee effectgeneratoren, FX1 en FX2. Deze effec-
ten kunnen worden toegepast op het algehele geluid of op het geluid
van het geselecteerde deck. Hier beschrijven we de procedure voor het
bedienen van dit toestel om effectgenerator 1 (FX1) toe te wijzen wan-
neer de DJ-FX stand van Serato DJ is ingesteld op multi-FX.
! Zie voor instructies over wanneer de DJ-FX-stand is ingesteld op

single FX de Handleiding (geavanceerde editie).

Serato DJ-effectgeneratorscherm

2

3

5

5

5

4

4

4

1

1

1

1

Dit geeft het op dit moment geselecteerde type effect aan.

2

Dit geeft de effecttijd aan.

3

Het nummer van het deck waaraan de effectgenerator is toegewezen

wordt gemarkeerd.

4

Dit geeft de effectparameterstatus aan.

5

Dit geeft aan of het effect aan of uit is.

Advertising