Enerpac STB-Series User Manual
Page 37
37
4.
Verwijder de andere draaipen en draaischoen om de pijp uit
het buigapparaat te halen.
6.2 STB-101/221-serie Pijpuitwerping
1.
Trek de cilinder volledig terug door de pompklep in
tegenovergestelde richting van de buitenwaartse buigslag te
draaien, voordat de pijp van de buigschoen wordt verwijderd.
2.
Verwijder één of beide draaischoenen.
3.
Hamer de pijp uit de buigschoen.
7.0 INSTRUCTIES VOOR DE 90° ÉÉN-SLAG PIJPSTOMP
Afbeelding 5
PIJPBUIGERS
7.1 Buiginstructies pijpstomp
1.
Markeer de gewenste omhoogbuig-afmeting (H) op de rechte
pijplengte (zie afbeelding 5).
2.
Zoek de maat van de pijp die u gaat buigen in tabel 1, en vind de
terugbuig-afmeting (S).
3.
Meet de achterafmeting (S) aftrekken en pijp markeren).
Markering (S) kan niet dichter bij het uiteinden van de pijp
liggen dan de minimumafstand (L) zoals getoond in tabel
1, anders worden de uiteinden niet op de draaischoenen
ondersteund.
4.
Zet de pijp zodanig in het buigapparaat, zodat de markering
op één lijn ligt met de pijl op de buigschoen. Begin met buigen
en lees de gewenste hoek af op de optische hoekmeter.
7.2 Slag-buiginstructies
Afbeelding 6
1.
In tabel 2 zoekt u de diagonale afstand (D) die overeenkomt
met de gewenste omhoogbuig-afmeting (H). Markeer de
afstand (D) vanaf het uiteinde van een rechte pijplengte.
2.
Zoek de pijpmaat in tabel 3 om de terugbuig-afmeting (S) te
verkrijgen onder de gewenste buighoek.
3.
Markeer de afmeting (S) op de pijp, zoals in afbeelding 6
staat geïllustreerd.
Markering (S) kan niet dichter bij het uiteinden van de
pijp liggen dan de minimumafstand (L) zoals in tabel 3
getoond, anders worden de uiteinden niet op de
draaischoenen ondersteund.
4.
Zet de pijp zodanig in het buigapparaat, zodat de
markering op één lijn ligt met de pijl op de buigschoen.
Begin met buigen en lees de gewenste hoek af op de
optische hoekmeter.
L
L
D
S
R
H
D
L
L
S
H
R
H
Tabel 2, diagonale afstand (D)
Verhoging
Buighoek
(H) in. (cm)
15°
30°
45°
60°
2 (50,8) 7
3
⁄
4
4
2
13
⁄
16
2
5
⁄
16
4 (101,6)
15
7
⁄
16
8
5
11
⁄
16
4
5
⁄
8
6 (152,4)
23
3
⁄
16
12
8
1
⁄
2
6
15
⁄
16
8 (203,2)
30
15
⁄
16
16
11
5
⁄
16
9
1
⁄
4
10 (254,0)
38
5
⁄
8
20
14
1
⁄
8
11
9
⁄
16
12 (304,8)
46
3
⁄
8
24
17
13
7
⁄
8
14 (355,6)
54
1
⁄
16
28
19
13
⁄
16
16
3
⁄
16
16 (406,4)
61
13
⁄
16
32
22
5
⁄
8
18
1
⁄
2
18 (457,2)
69
9
⁄
16
36
25
7
⁄
16
20
13
⁄
16
20 (508,0)
77
1
⁄
4
40
28
5
⁄
16
23
1
⁄
8
22 (558,8)
85
44
31
1
⁄
8
25
3
⁄
8
24 (609,6)
92
3
⁄
4
48
33
15
⁄
16
27
13
⁄
16
Tabel 1, 90° pijpstomp
Wanddikte
Terugbuiging
Middellijnradius
Minimumlengte (L) pijp
(S)
(R)
vereist aan elke kant
van buigmarkering
in. (mm)
in. (mm)
in. (mm)
in. (mm)
1
⁄
2
(12,7)
1
1
⁄
8
(28,56)
3
1
⁄
4
(82,55)
7
1
⁄
2
(190,5
3
⁄
4
(19,5)
1
1
⁄
2
(38,1)
4
1
⁄
2
(114,3)
8
3
⁄
4
(222,25)
1 (25,4)
1
7
⁄
8
(47,63)
5
3
⁄
4
(146,05)
10
1
⁄
4
(260,35)
1
1
⁄
4
(31,75)
2
3
⁄
8
(60,33)
7
1
⁄
4
(184,15)
12 (304,8)
1
1
⁄
2
(38,1)
2
3
⁄
8
(60,33)
8
1
⁄
4
(209,55)
13
1
⁄
4
(336,55)
2 (50,8)
3
1
⁄
4
(82,55)
9
1
⁄
2
(241,3)
15 (381,0)
2
1
⁄
2
(63,5)
3
11
⁄
16
(789,0)
10
1
⁄
2
(266,7)
18 (457,2)
3 (76,2)
4
1
⁄
2
(114,3)
13 (330,2)
20 (508,0)
3
1
⁄
2
(88,9)
5
3
⁄
16
(131,76)
15 (381,0)
26
1
⁄
2
(673,1)
4 (101,6)
6
1
⁄
2
(165,1)
20 (508,0)
27 (685,8)
Hoek