Jumperinstellingen, Dip-switch-instellingen – Interlogix EV1116 User Manual

Page 21

Advertising
background image

P/N 146251999-4 (ML) • REV D • ISS 12MAR13

21 / 32

Item Beschrijving

AM Antimaskering

D/N Dag/nacht

Rtest

Test op afstand

Ga als volgt te werk om de detector te installeren:

1. Neem het afdekplaatje uit en verwijder de schroef eronder

(zie afbeelding 2, stap 1).

2. Wrik de detector voorzichtig open met een

schroevendraaier (zie afbeelding 2 , stappen 2 en 3).

3. Monteer de basis tegen de muur tussen 1,8 m en 3,0 m

vanaf de vloer. Gebruik voor vlakke montage minimaal
twee schroeven (DIN 7998) in positie A. Gebruik voor
hoekmontage schroeven in de positie B of C
(afbeelding 3). Gebruik positie A of C om een
afneembeveiliging te installeren.

4. Sluit de bedrading van de detector aan (zie afbeeldingen 3

en 7).

5. Selecteer de gewenste jumper- en DIP-switchinstellingen

(zie afbeelding 5). Zie “Jumperinstellingen” hieronder voor
meer informatie.

6. Verwijder de spiegelsegmentafschermingen en breng de

stickers aan, indien nodig (zie afbeelding 6 voor een
voorbeeld).

7. Als u de detector aan het plafond wilt bevestigen voor een

90° dekking, moet u de SB01-zwenkbeugel gebruiken.

8. Plaats de deksel terug.
9. Breng de schroef aan en plaats het afdekplaatje terug.
Gebruik niet montagepositie B voor EN 50131 niveau 3-
installaties.

Jumperinstellingen

Zie afbeelding 5 voor de locatie van jumpers in de detector.

J1: Mode jumper

Opmerking:

De Bi-curtain jumper en functionaliteit is

beschikbaar in EV1116 met firmwareversie 1.13 of hoger en in
EV1116AM met firmwareversie 1.21 of hoger.
Aan: BI-curtain-mode. In deze modus een extra niveau van
processing wordt toegepast voor een verhoogde stabiliteit te
bieden tegen loos alarm. Bi-curtain wordt gebruikt om de
mogelijkheid van een loos alarm te beperken. Voor de signaal
verificatie en detectie van de indringer moet deze in twee
beams lopen
Deze functie is niet geschikt voor een long beam
toepassingen.
Uit: Standaard mode (standaard), geschikt voor de meeste van
de wide beam applicaties en long beam toepassingen. Deze
modus moet worden gebruikt in EN 50131 gecertificeerde
installaties.

J3 en J4: Dubbele lusinstelling

Hiermee stelt u de alarm- en sabotagerelais in. U kunt de
detector hiermee op elk controlepaneel aansluiten. Gebruik
jumpers 3 en 4. Zie afbeelding 7.
Gebruik zelftest (RT) om de detector te testen vanaf de
centrale. De detector activeert het alarmrelais als het
testresultaat positief is en activeert het AM-relais als het
testresultaat negatief is.

J6: Polariteitsinstelling van de regelspanning (CV)

Aan (standaardinstelling):

De detector bevindt zich in de mode Dag (systeem
uitgeschakeld) wanneer de D/N-ingang is aangesloten op
GND (aansluiting 1)

De detector bevindt zich in de mode Nacht (systeem
ingeschakeld) wanneer de D/N-ingang is aangesloten op
+12 V (aansluiting 2)

De detector bevindt zicht in de mode Looptest Uit (LED's
zijn uitgeschakeld) wanneer de WT-ingang is aangesloten
op GND (aansluiting 1)

De detector bevindt zicht in de mode Looptest Aan (LED's
zijn ingeschakeld) wanneer de WT-ingang is aangesloten
op +12 V (aansluiting 2)

Uit:

De detector bevindt zich in de mode Dag (systeem
uitgeschakeld) wanneer de D/N-ingang is aangesloten op
+12 V (schroefaansluiting 2).

De detector bevindt zich in de mode Nacht (systeem
ingeschakeld) wanneer de D/N-ingang is aangesloten op
GND (aansluiting 1).

De detector bevindt zicht in de mode Looptest Uit (LED's
zijn uitgeschakeld) wanneer de WT-ingang is aangesloten
op +12 V (aansluiting 2).

De detector bevindt zicht in de mode Looptest Aan (LED's
zijn ingeschakeld) wanneer de WT-ingang is aangesloten
op GND (aansluiting 1).

D/N- en WT-functionaliteit

De D/N-ingang:

Stuurt de LED-functionaliteit samen met de WT-ingang.

Reset het alarmgeheugen

Stuurt de AM-relaisfunctionaliteit gedurende de
nachtmodus samen met SW1.

De WT-ingang stuurt de LED-functionaliteit samen met de D/N-
ingang.
Wanneer de detector zich in de dagmode en de mode Looptest
Aan bevindt, kunnen de LED's van de detector worden
geactiveerd. Zie “LED-indicatie” op pagina 22 voor meer
informatie.
Gedurende de nachtmode zijn de LED's altijd uitgeschakeld.
Als een PIR-inbraakalarm wordt gedetecteerd in de
nachtmodus en de detector schakelt de dagmodus weer in,
begint de rode LED te knipperen om aan te geven dat er een
alarm in het geheugen staat.
Het alarmgeheugen wordt gereset door de detector weer om te
schakelen in de nachtmode.

DIP-switch-instellingen

Fabrieksinstellingen:

ON

5

4

3

2

1

SW 1: Wanneer u AM (anti-maskering) of TF (technische
fout) moet melden

Aan: AM of TF alleen melden wanneer het systeem in de
modus Dag staat (fabrieksstandaard).
Uit: Geeft altijd het signaal AM of TF tijdens Dag- en Nacht-
modus.

Advertising