Festool TDK 15 User Manual

Page 30

Advertising
background image

30

voorkomen dat het gereed-schap naloopt.

Bit-depot

In de bit-opslag (1.2) kunnen meerdere bits

of bitverlengstukken vanaf de zijkant worden

ingeschoven. Dankzij de magnetische op-

berghouder kunnen ook schroeven en dergelijke

voorwerpen worden opgepakt.

6

Werkinstructies - onderhoud - ver-

zorging

Neem s.v.p. de volgende instructies

in acht. Anders bestaat er het risico

dat de machine, het oplaadapparaat

of het accupack beschadigd raken.

- Reparaties mogen alleen uitgevoerd worden

door een erkende vakman. Bij het oplaadap-

paraat LC 45 staat het elektriciteitsdeel in het

binnenste van het apparaat ook na scheiding van

het net onder een hoge condensatorspanning.

- Ventilatie-openingen op het elektrisch gereed-

schap en op het oplaadapparaat schoonhou-

den zodat de luchtcirculatie voor de koeling

gewaarborgd is.

- Er mogen geen metalen delen (b.v. metaal-

splinters) in het binnenste van het oplaadap-

paraat terechtkomen via de opnames van de

accupacks en via de ventilatiegleuven (gevaar

voor kortsluiting).

- Gebruik alleen maar originele Festool-ac-

cupacks. Gebruik geen gebruikte en weer

opgewerkte accupacks. Voor schade bij Ge-

bruik van niet originele Festool accupacks is

de gebruiker aansprakelijk.

- Aansluitcontacten op het elektrisch gereed-

schap, oplaadapparaat en accupack schoon-

houden.

- Door de accupacks te bewaren in het bedrijfs-

klare oplaadapparaat wordt de accupack door

een voortdurende compensatielading in opge-

laden toestand gehouden.

- Lege accupacks niet langer dan ong. 1 maand

in het oplaadapparaat laten zitten wanneer

het oplaadapparaat niet op het net aangeslo-

ten is (gevaar voor diepe ontlading).

- Een nieuwe of gedurende lange tijd niet ge-

bruikte accupack bereikt pas na ca. 5 oplaad-

en ontlaadcycli zijn volledige capaciteit.

- Accupacks moeten voordat ze opnieuw op-

geladen worden, indien mogelijk, helemaal

ontladen worden. Een herhaald opstarten van

de oplaad-procedure bij een opgeladen accu

vermindert de levensduur ervan.

- Een aanzienlijk verkorte bedrijfstijd per opla-

ding duidt erop dat de accu opgebruikt is en

door een nieuwe vervangen moet worden.

- NiCd-accupacks, die gedurende langere tijd

niet worden gebruikt, dienen in ontladen toe-

stand te worden bewaard.

Speciale instructies voor NiMH-accu-

packs:

- Bij een temperatuur in de omgeving beneden

0° C of boven 45° C neemt het vermogen van

het NiMH-accupack aanmerkelijk af.

- Machine niet overbelasten (machine niet zo

zwaar belasten dat deze gaat stilstaan).

- Laad NiMH-accupacks, ook wanneer ze niet

worden gebruikt, ongeveer om de 4 maanden

opnieuw op, zodat ze hun volledige capaciteit

behouden.

- Telkens als NiMH-akkupacks 10 maal geladen

zijn moeten deze na de sneloplading nog 60

min. in het oplaadapparaat blijven, om even-

tuele capaciteitsverschillen tussen de cellen

op te heffen.

- Bewaar NiMH-accupacks, vanwege de zelf-

ontlading, bij voorkeur bij een temperatuur

tussen de 0° C en 25° C.

6.1 Koolborstels

wisselen

Is de restlengte van de koolborstels kleiner dan

6 mm geworden, dan kan het vermogen van de

machine afnemen of de motor stoppen. In dit

geval dienen de koolborstels (4.2) te worden

vervangen.

- Schroef de afdekking (4.4) eraf en verwijder

de oude koolborstels.

- Druk de klemplaat (4.3) van de nieuwe kool-

borstel in de uitsparingen (4.1) tot hij inklikt,

en schroef vervolgens de afdekking weer op

het apparaat.

- Laat de machine enkele minuten onbelast

draaien, zodat de nieuwe koolborstels opti-

maal contact hebben.

7 Recycling

van

accupacks

Gooi de opgebruikte accupack niet

bij het huisvuil.

Opgebruikte of defecte accupacks bij de han-

delaar, de Festool-servicedienst of openbaar

voorgeschreven afvalverwerkings-installaties

inleveren. De accupacks worden dan op een

correcte wijze gerecycled.

8 Garantie

Overeenkomstig de wettelijke voorschriften van

het betreffende land, maar minimaal 12 maan-

den geven wij voor onze apparaten garantie

op materiaal- en fabricagefouten. Binnen de

staten van de EU bedraagt de garantieperiode

24 maanden (op vertoon van een rekening of

bon). Schade die met name te herleiden is tot

natuurlijke slijtage, overbelasting of ondeskun-

dige bediening, dan wel tot schade die door

de gebruiker zelf veroorzaakt is of door ander

gebruik tegen de handleiding in, of die bij de

koop reeds bekend was, blijven van de garantie

uitgesloten. Ook schade die is terug te voeren

op het gebruik van niet-originele accessoires

en verbruiksmateriaal (bijv. steunschijf) wordt

niet in aanmerking genomen.

Klachten kunnen alleen in behandeling worden

genomen wanneer het apparaat niet-gedemon-

teerd aan de leverancier of een geautoriseerde

Advertising