Algemene richtlijnen, Het toestel monteren en aansluiten – Velleman VDP2301RGVLD10 User Manual

Page 12

Advertising
background image

VDP2301RGVLD10 - VDP2601RGYLD10 - VDP3801RGVLD10

11/08/2011

©Velleman nv

12

• De voedingskabel mag niet omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel

plaatsen.

• Trek de stekker uit het stopcontact (trek niet aan de kabel!) voordat u het toestel reinigt en als u het niet

gebruikt.

• Houd dit toestel uit de buurt van opspattende en druppelende vloeistoffen. Plaats geen objecten gevuld met

vloeistof op het toestel.

• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de garantie.

• Mechanische slijtage valt niet onder de garantie.

• Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.

3. Algemene richtlijnen

Raadpleeg de Velleman

®

service- en kwaliteitsgarantie achteraan deze handleiding.

Noch Velleman nv noch zijn verdelers kunnen aansprakelijk gesteld worden voor schade (buitengewoon,
incidenteel of onrechtstreeks) – van welke aard dan ook (financieel, fysisch…) voortvloeiend uit het bezit,

gebruik of falen van dit product.

• Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, enz. U mag dit toestel enkel

binnenshuis gebruiken en aansluiten op een wisselspanning van maximum 230VAC / 50Hz.

• Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer

meegaan.

• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.

• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen, vochtigheid en stof.

• Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bvb. VDLSC7 of VDLSC8).

• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit

toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.

• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.

• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.

• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot kortsluitingen,

brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de garantie.

4. Het toestel monteren en aansluiten

• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke normen.

• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel

kunnen dragen zonder te vervormen.

• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.

• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel

controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig

nakijken.

• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan

aanraken.

• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van

de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het
gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen

ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.

• Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig aan.

• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0.5m rond het toestel.

• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.

• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.

• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.

• Installaties met DMX512-sturing:

o

aansluiting

Sluit de meegeleverde XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van de controller en de andere kant
van de mannelijke 3-pin XLR-ingang [7] van de laser projector. U kunt verscheidene laser projectoren aan

elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2-aderige afgeschermde kabel

met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen (zie de afbeeldingen op pagina 2).

o

keten met eindweerstand

Een DMX eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met

veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale

controlesignaal door elektrische ruis. De DMX eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3 (zie de afbeeldingen op pagina 2). Deze XLR-stekker wordt dan

aangesloten op de XLR-uitgang [8] van het laatste toestel in de reeks.

• Voor installaties met ILDA-sturing via pc, gebruik volgende ILDA-bekabeling (DB-25F):

pin signaal

opmerking

1

X+

-5 V ~ +5 V

2

Y+

-5 V ~ +5 V

5

rood+

0 V ~ 2,5 V

6

groen+

0 V ~ 2,5 V

14

X-

aansluiting op aarding

15

Y-

aansluiting op aarding

Advertising