Controleer, Controleer het, De steilheid – Hach-Lange FP 360 sc Basic User Manual User Manual

Page 143

Advertising
background image

Nederlands 143

De factoren die zijn berekend aan de hand van de
laboratoriumwaarden moeten een zinvolle berekening van een
gemiddelde mogelijk maken.

Voer een meerpuntskalibratie uit wanneer niet aan deze voorwaarden
wordt voldaan.
Opmerking: Als zowel het nulpunt als de steilheid gewijzigd moeten
worden, pas dan een 2-puntskalibratie toe (zie

Meerpuntskalibratie (2- tot

5-puntskalibratie) op pagina 144

).

Meerpuntskalibratie

Bij een meerpuntskalibratie dient u de laboratoriumwaarde als
instelwaarde en de getoonde waarde als werkelijke waarde in te voeren.
Let erop dat alle waarden met dezelfde eenheid worden ingevoerd, bijv.
ppm olie (zie

Meerpuntskalibratie (2- tot 5-puntskalibratie) op

pagina 144

).

Controleer het nulpunt

Medium: ultrazuiver water

Instelwaarde: < 1 ppb. Reinig het venster in het geval van
afwijkingen.

Gebruik een glazen (geen kunststof) vat dat voldoende groot is om de
meting uit te voeren met een afstand van 8 tot 10 cm tussen het
meetvenster en de bodem (bijv. een bekerglas met een inhoud van 1000
ml). Plaatse een zwarte niet-reflecterende onderlegger onder het vat en
schakel kunstlichtbronnen tijdens de meting uit.
Opmerking: In lucht is de getoonde meetwaarde niet exact gelijk aan
nul, vanwege reflecties op het oppervlak van het venster. Dit is normaal
gedrag van de sensor en wijst niet op een storing.

Opmerking: Gebruik altijd ultrazuiver water. Gedistilleerd en
gedemineraliseerd water zijn niet geschikt, omdat het organische
bestanddelen kan bevatten.

Aanpassing van steilheid en nulpunt; meerpuntskalibratie
De steilheid aanpassen (FACTOR)

1.

Open het HOOFDMENU.

2.

Selecteer SENSOR SETUP en bevestig uw keuze.

3.

Selecteer de desbetreffende sensor en bevestig uw keuze.

4.

Selecteer KALIBREREN en bevestig uw keuze.

5.

Selecteer CONFIGUREREN en bevestig uw keuze.

6.

Selecteer FACTOR en bevestig uw keuze.

7.

Voer de berekende factor in en bevestig uw invoer.

8.

Ga terug naar het HOOFDMENU of naar de weergave van de
meetmodus.

Het nulpunt aanpassen (OFFSET)

1.

Open het HOOFDMENU.

2.

Selecteer SENSOR SETUP en bevestig uw keuze.

3.

Selecteer de desbetreffende sensor en bevestig uw keuze.

4.

Selecteer KALIBREREN en bevestig uw keuze.

5.

Selecteer CONFIGUREREN en bevestig uw keuze.

6.

Kies OFFSET en bevestig uw keuze.

7.

Voer de gewenste offset in en bevestig uw keuze.

8.

Ga terug naar het HOOFDMENU of naar de weergave van de
meetmodus.

Advertising