Hach-Lange LINK2SC User Manual

Page 101

Advertising
background image

Nederlands 101

e.

Zodra de parameter is geselecteerd, neemt u een
vergelijkingsmonster voor de laboratoriummeting.

f.

Druk op TAAK->LAB om het taakbestand van het
taakstatusmenu naar het laboratorium over te dragen.
(De SD-geheugenkaart moet zich in de sc -controller bevinden
als deze functie wordt gebruikt.)

2.

Bewerk de taak met de fotometer (zie

paragraaf Werkvolgorde:

fotometer

).

(Als de SD-geheugenkaart wordt gebruikt, moet deze door middel

van een USB-adapter op de fotometer zijn aangesloten.)
a.

Druk op de LINK2SC-knop op de werkbalk om de takenlijst te
openen.

b.

Selecteer een taak.

c.

Selecteer de te bewerken parameter.

d.

Analyseer het vergelijkingsmonster.

e.

Wijs het resultaat toe aan de taak.

f.

Druk op NAAR SC VERSTURENom de bewerkte taak terug te
sturen.
(Als de SD-geheugenkaart wordt gebruikt, moet deze door
middel van een USB-adapter op de fotometer zijn
aangesloten.)

3.

LAN

1

: als de standaardinstelling is geactiveerd, wordt de sensor

automatisch gecorrigeerd met de laboratoriummeetgegevens zodra

de taak is teruggestuurd.
Opmerking: LINK2SC>CONFIGUREREN>AUTO TAAK kan
worden gebruikt om de automatische correctie te deactiveren. De
sensor moet dan handmatig worden gecorrigeerd door middel van
overdracht via de SD-geheugenkaart.

of
SD-geheugenkaart: de taak moet dan handmatig op de controller
worden geactiveerd. Ga als volgt te werk:
a.

Plaats de SD-geheugenkaart in de sc -controller.

b.

Selecteer LINK2SC in het menu van de sc -controller.

c.

Selecteer TAKEN VAN KAART in het LINK2SC-menu. (De
taken worden in de sc -controller geladen.)

d.

Selecteer TAKENLIJST in het LINK2SC-menu.

e.

Selecteer de desbetreffende taak in de lijst.

f.

Selecteer TAAK ACTIVEREN. (De sensor wordt
gecorrigeerd.)

Werkvolgorde: NIEUWE METING

4.

Opdat Link2SC het beste correctietype voor de desbetreffende

toepassing kan selecteren (zie

paragraaf Inleiding op

matrixcorrectie

), moet iedere verdere sensorcorrectie worden

uitgevoerd via "NIEUWE METING" en niet via "TAAK

AANMAKEN".
a.

Selecteer LINK2SC in het menu van de sc -controller.

b.

Selecteer TAKENLIJST in het LINK2SC-menu.

c.

Selecteer de desbetreffende taak in de lijst.

d.

Selecteer NIEUWE METING.

e.

Selecteer de PARAMETER voor de nieuwe meting.

f.

Neem een vergelijkingsmonster voor de laboratoriummeting.

g.

Druk op TAAK->LAB om het taakbestand van het
taakstatusmenu naar het laboratorium over te dragen.
(De SD-geheugenkaart moet zich in de sc -controller bevinden
als deze functie wordt gebruikt.)

5.

Bewerk de taak met de fotometer (zie 2. a. t/m f.)

6.

LAN

1

: de sensor wordt automatisch gecorrigeerd met de

laboratoriummeetgegevens zodra de taak is teruggestuurd.
of
SD-geheugenkaart: de taak moet dan handmatig op de controller
worden geactiveerd. (zie 3. a. t/m f.)

1. Alleen geldig voor sc1000-controllers.

Advertising