Philips LivingWhites Leuchten-Adapter Starter-Set User Manual

Page 20

Advertising
background image

20

2. Een persoonlijke sfeer creëren met dimbaar licht

U kunt een persoonlijke sfeer creëren door:

1.

Het dimwiel te gebruiken. Beweeg uw vinger over het wiel om het lichtniveau aan te passen (alleen voor
dimbare lampen).

2.

Afzonderlijke lampen selecteren en instellen. U kunt de twee armaturen samen of afzonderlijk bedienen.
Als u een afzonderlijke armatuur wilt bedienen, moet u die selecteren. Dit doet u met een van
lichtselectieknoppen. Wanneer u een van de lichtselectieknoppen ingedrukt houdt, gaat de geselecteerde
armatuur knipperen. Als dit niet de gewenste armatuur is, laat de knop dan los en druk deze nogmaals
in. Er gaat dan een andere gekoppelde armatuur knipperen. Wanneer een armatuur is geselecteerd,
gaat de lichtselectie-indicator op de afstandsbediening (een lampje) branden. Dit betekent dat u nu de
geselecteerde armatuur afzonderlijk kunt instellen (u kunt deze dimmen of in-/uitschakelen). Wanneer er
geen armatuur is geselecteerd (lichtselectie-indicator is uit), zijn uw aanpassingen van toepassing op alle
op de afstandsbediening aangesloten armaturen (u kunt bijvoorbeeld alle lampen in de kamer dimmen).

3.

Lichtsferen creëren. Als u een bepaalde lichtinstelling mooi vindt (bijvoorbeeld de ene armatuur uit
en de andere licht gedimd), dan kunt u deze sfeer opslaan voor toekomstig gebruik: houd een van
de scèneknoppen ingedrukt totdat de afstandsbediening piept. Uw sfeer is nu opgeslagen onder de
scèneknop die u hebt ingedrukt.

U kunt vervolgens doorgaan met het naar wens aanpassen van de verlichting. Als u wilt terugkeren naar
een opgeslagen sfeer, hoeft u alleen maar op de scèneknop te drukken waaronder de desbetreffende
instelling is opgeslagen. De scèneknop licht kort op om aan te geven dat de sfeer is geselecteerd, waarna
de opgeslagen instelling wordt geactiveerd op het armatuur.

U kunt maximaal drie sferen opslaan (één onder elke scèneknop).

Schakel de armaturen uit door kort op de knop “0” (uit) te drukken. Beide armaturen worden langzaam
gedimd totdat ze na 12 seconden worden uitgeschakeld. Dit geeft u tijd om de kamer te verlaten. Als
u nogmaals op “0” drukt, worden de lampen direct uitgeschakeld. U kunt alle lampen weer inschakelen
door op “I” (aan) te drukken.

3. Extra lampen aan uw Philips LivingWhites-afstandsbediening koppelen

U kunt andere Philips LivingAmbiance- / LivingWhites-producten op uw Philips LivingWhites-afstandsbediening
aansluiten voor een complete en afwisselende sfeerverlichting. U kunt maximaal 50 producten koppelen aan een
afstandsbediening.

U kunt meerdere Philips LivingWhites-producten (andere stekkers, spaarlampen en armaturen) aan uw
afstandsbediening koppelen. Om een Philips LivingWhites-product te koppelen, houdt u de afstandsbediening in de
buurt van het desbetreffende product. Houd vervolgens de knop “I” ingedrukt. De lamp knippert drie keer. Houd
“I” ingedrukt totdat de afstandsbediening een piep laat horen. De lamp knippert twee keer kort om aan te geven
dat deze aan de afstandsbediening is gekoppeld en schakelt vervolgens over naar de laatstgekozen instelling in
ingeschakelde toestand.

Als u de koppeling van een LivingWhites-product met de afstandsbediening ongedaan wilt maken, houdt u de
afstandsbediening dicht bij het product en houdt u de knop “0” ingedrukt. De lamp knippert drie keer. Houd de
knop “0” ingedrukt totdat de afstandsbediening een piep laat horen. De lamp wordt langzaam gedimd totdat deze is
uitgeschakeld.

U kunt op de hierboven beschreven wijze ook andere SmartLink-producten (bijvoorbeeld Philips LivingAmbiance,
LivingColors) op deze afstandsbediening aansluiten. Als op de doos van een product het SmartLink-logo is

Advertising