Petsafe Innotek Command Series Remote Trainer User Manual

Page 21

Advertising
background image

NE-9

Vogellanceerders, en Track & Train halsbanden (enkel 1600E)
Elke Command Series 1600E zender kan geprogrammeerd worden om maximum twee halsbandont-
vangers en een variëteit van vogellanceerders te bedienen. De zenders kunnen ook vogellanceerders bedi-
enen in plaats van halsbandontvangers.

INNOTEK Afstandsbediende Vogellanceerders (Model RL-10)
INNOTEK vogellanceerders zijn uitstekend geschikt voor het trainen van jachthonden en drijvershonden.
RL-10 – perfect voor kleine vogels zoals duiven, kwartels en patrijzen

1. Installeer de batterij. Open voorzichtig de lanceerder en verwi-

jder het batterijdeksel op de kleine zwarte ontvanger. Steek de
9-volt alkalische batterij in de juiste batterijpolen. De ont-
vangerlamp naast het batterij compartiment zal GEEL knip-
peren.

2. Houd de RODE knop boven op het batterijcompartiment inge-

drukt. De ontvangerlamp zal GROEN flitsen, uitgaan, en dan
GEEL branden.

3. Na het aangaan van de GELE lamp, laat de RODE knop los. De

GELE lamp zal 2 seconden branden, en dan GEEL beginnen
knipperen. De lanceerder is nu klaar om gesynchroniseerd te worden.

4. Druk op de zenderknop dat u wenst te gebruiken om de lanceerder te activeren. De lanceerderarm

beweegt en de lamp op de lanceerder zal één seconde GROEN branden en dan uitgaan. Uw lanceerder
is nu klaar voor gebruik.

5. Om lanceerders bij te voegen, herhaal voor elke lanceerder de voorgaande stappen. Gebruik verschil-

lende zenderknoppen om te activeren.

Nota: Als de lanceerder niet reageert op het indrukken van de geprogrammeerde knop, is het mogelijk dat
de zender ID code terug moet ingesteld worden. Zie "Instellen/Veranderen van ID Code" op pagina NE-3
voor details.

De Track & Train

Halsband (CS-1600TTE)

Stem de halsbandontvanger af op de zender.
Kies de gewenste tracking modus uit de hieronder vermelde
keuzen. De modi verschillen naargelang hoe dikwijls de halsband
piept

1. Normaal Modus (Knop 1): Hond beweegt: tjilpt om de 10 sec-

onden; Hond staat: tjilpt elke seconde.

2. Bos (Grouse) Modus (Knop 2): Hond beweegt: tjilpt om de 5

seconden; Hond staat: tjilpt elke seconde

3. Stille Modus (Knop 3): Hond beweegt: geen tjilp; Hond staat: tjilpt elke seconde.

4. Bovendien, de UIT/ROEP (OFF/CALL) knop (Knop 4) laat de trainer toe de tracking modus UIT (OFF) te

draaien, of een roeptoon uit te zenden om de hond te helpen localiseren.

NE

dutch(ne).qxp 10/27/2005 11:37 AM Page NE-9

Advertising