Woordenlijst, Technische specificaties – Interlogix VE736 User Manual

Page 43

Advertising
background image

P/N 145797999-2 • REV B • ISS 19MAR12

43 / 64

die gericht zijn naar objecten die zich dicht bij de
detector te bevinden, te maskeren.

Let op:

Bij het verwijderen van de stickers kunt u

het spiegeloppervlak beschadigen!

De gordijnen maskeren

Zie figuur 23.

De spiegelsegmentafschermingen zijn in de fabriek
op de spiegel bevestigd. Als u een
spiegelsegmentafscherming wilt verwijderen, moet
u eerst het binnendeel van de detector verwijderen.
Vervolgens licht u het onderste deel van de
spiegelsegmentafscherming op en wrikt u het
bovenste gedeelte om het los te maken. Wanneer
langeafstandsdetectie (>20 m) niet vereist is,
verwijdert u de langeafstandsspiegel (figuur 24).

Sabotagebehuizing

De detector is uitgerust met een sabotagebehuizing
(Goedgekeurd voor EN 50131-2-2).

Om de sabotagebehuizing mogelijk te maken, moet
de schroef die in figuur 4, worden bevestigd.

Bij hoekmontage kan de afneem sabotage
beveiliging niet gebruikt worden.

SB01-zwenkbeugel (optioneel)

Wanneer het niet mogelijk is de detector aan een
muur te bevestigen, moet u de SB01 gebruiken om
de detector aan een plafond te bevestigen.

Zie figuur 26.

Woordenlijst

Alarmgeheugen. Een opslagmedium op de detector

dat signalen kan opnemen die door de detector
worden gegenereerd.

Dagmodus. De detector hoeft geen alarmsignaal of

–alarmbericht te genereren wanneer deze wordt
geactiveerd door een voorbijlopende persoon.

Gordijnen. Een verticale doorlopende laag van

detectiezones. De PIR-detector kan alleen
bewegingen binnen de gordijnen detecteren en
niet in de ruimtes ertussen.

Gordijnlocatiemodus (CLM). Een functie van de

detector die exact de randen van de gordijnen
herkent.

Looptest. Een operationele test die wordt

uitgevoerd door de installateur om te zien of de
unit een alarm genereert.

Nachtmodus. De detector genereert een

alarmsignaal of –alarmbericht wanneer deze
wordt geactiveerd door een voorbijlopende
persoon.

Technische fout (TF). Het foutsignaal of –bericht

dat wordt gegenereerd op het AM-relais
wanneer er een fout optreedt in de detector.

Zelftest. Detector bewaakt zelf de sensor en is

geassocieerd met de ingebouwde
signaalverwerkende schakeling.

Technische specificaties

Aansluitspanning

9 tot 15 VDC (12 V
nominaal)

Piek-tot-piek rimpel

2 V (bij 12 VDC)

Huidig stroomverbruik:

Normale werking in bedrijf 11 mA

Alarm 9

mA

Maximum 15

mA

Montagehoogte

1,8 tot 3,0 m

Bewegingsnelheid

20 cm/sec. tot 3 m/sec.

Alarmuitgang

80 mA bij 30 VDC max.

Sabotage-uitgang

80 mA bij 30 VDC max.

Storingsuitgang

80 mA bij 30 VDC max.

Alarmtijd 3

sec.

Opstarttijd detector

50 sec.

Omgevingstemperatuur

−10 tot +55°C

Relatieve luchtvochtigheid Max. 95%

Afmetingen (H x B x D)

175 x 93 x 66 mm

Gewicht 275

g

Aantal gordijnen

11 bij 20 m, 1 bij 60 m

Kijkveld

86° bij 20 m, 3° bij 60 m

IP/IK-klasse IP30

IK02

Advertising
This manual is related to the following products: