IBEA 500 Series User Manual

Page 23

Advertising
background image

23

draaien.
3. Giet er voorzichtig ongeveer 0,6 I. olie in (SAE 10W-30, SE,
SF, SG, SJ).
4. Laat de olie een paar minuten bezinken.
5. Maak de oliepeilstok schoon met een doek en breng hem te-
rug op zijn plaats door met de wijzers van de klok mee te draai-
en.
6. Trek de peilstok er weer uit en kontroleer of het olieniveau
tot net onder de inkeping “MAX” of “FULL” komt.
BELANGRIJK:
1. Vul niet teveel olie daar dit de motor kan beschadigen.
2. Om de motor goed de laten funktioneren, moet u de olie
een eerste maal verversen als hij 5 uur gedraaid heeft, en
daarna om de 50 uur.
3. Als u de motor gebruikt in bijzonder stoffige en vuile om-
standigheden, moet u de olie met kortere tussenpozen ver-
versen.
4. U vindt meer informatie over de motor in het handboek
dat door de kon-strukteur van de motor is meegeleverd.

Vullen van de benzinetank (fig. 2, 3, 4)
1. Maak de plaats van de vuldop schoon.
2. Verwijder de vuldop en vul de tank met normale benzine tot
op ongeveer 15 mm van de bovenkant.
3. Draai de vuldop weer vast en veeg eventueel.
BELANGRIJK:
1. Wees steeds zeer voorzlchtig met benzine.
2. Vul de benzine steeds bulten bij. Gebruik een schone trech-
ter. Veeg gemorste benzlne weg.
3. Vul slechts bij als de motor stilstaat en afgekoeld is. Laat
in de benzinetank een vrije ruimte van ongeveer 15 mm., zo-
dat de benzine kan uitzeten wanneer het warm wordt.
4. Het vullen van de tank moet steeds op flinke afstand ge-
beuren van open vlammen ot vonken. Vooral NIET ROKEN!
5. Meng nooit olie met benzine. (Zie gebruikshandleiding
van de motor voor meer informatie over olie en benzine).

WErKINstrUKtIEs

OPGELET: Uw de machine is met een veiligheidssysteem uit-
gerust (System 2) wat de motor en het maaimes stopt wan-
neer U de hendel los laat.
Laat de machine nooit alleen.
1. Plaats uw grasmaaier effen op de te maaien grasmat.
2. Controleer de grashoogte en stel vervolgens de snithoogte.
3. Begin met de gecentraliseerde afstelling voor de snithoogte
(bewerking absoluut met uitgeschakelde motor uit te voeren).
a) Er zijn 6 afstellingen beschikbaar (fig. 5).
b) Grijp de handgreep voor het instellen van de maaihoogte.
c) Druk de drukknop voor de deblokkering en verhoog of ver-
laag de carrosserie om de gewenste snithoogte te verkrijgen.
d) Met deze eenvoudige bewerking wordt de afstellinginrich-
ting afgesteld.
4. Kontroleer of de bougiekabel goed vastzit (fig. 2, 3, 4).

50027B, 55027B, 55027H
4. Zet de gashendel (fig. 1, rif. 3) in de

positie.

5. Trek de System 2 hendel (fig. 1, rif. 2) naar de duwboom, trek
langzaam aan het startkoord (fig. 1, rif. 4) totdat deze strak
staat en trek daarna fors door tot de motor start.
6. Als u nu de traktiestang (fig. 1, rif. 1) in de richting van de

duwboom trekt, gaat de machine vooruit en begint hij te
maaien.
7. Om de machine achteruit te laten rijden, of om de voor-
waartse beweging stop te zetten, laat u de traktiestang los.
8. Laar de motor tot het stationaire toerental

terugval-

len en laat daarna de System 2 hendel los om de motor te
stoppen.

55030H
4. Zet de gashendel (fig. 1, rif. 3) in de

positie.

5. Trek de System 2 hendel (fig. 1, rif. 2) naar de duwboom, trek
langzaam aan het startkoord (fig. 1, rif. 4) totdat deze strak
staat en trek daarna fors door tot de motor start.
6. Als u nu de traktiestang (fig. 1, rif. 1) in de richting van de
duwboom trekt, gaat de machine vooruit en begint hij te
maaien.
7. Om eem bepaalde snelheid te selekteren, zet u de hendel
voor regelbare snelheid in de gewenste stand (fig. 1, rif. 9)
8. Om de machine achteruit te laten rijden, of om de voor-
waartse beweging stop te zetten, laat u de traktiestang los.
9. Laar de motor tot het stationaire toerental

terugval-

len en laat daarna de System 2 hendel los om de motor te
stoppen.
LET OP: Tracht niet de hendel van de variabele rijsnelheid te
verstellen daar dit de inschakeling van de aandrijving belet.
Mocht dit gebeuren dan dient u de hendel van de variabele
aandrijving naar een hogere snelheid te bewegen, enkel na-
dat u de motor gestart heeft.

Het Verspreidsysteem
Behalve dat u kunt werken met de traditionele knip- en ver-
gaarzak, kunt u de grasmaaier ook met het verspreidsysteem
gebruiken.
Nu snijdt het mes fijn geknipt gras en verspreidt het evenredig
over het gazon. Er wordt geen gras verzameld.
Let op: onderstaande handelingen mogen uitsluitend ver-
richt worden wanneer motor uitstaat.
Om de dop gemakkelijk te kunnen monteren/demonteren
wordt aangeraden eerst alle grasresten te verwijderen van de
onderliggende carrosserie alvorens deze handeling te verrich-
ten.

Advertising
This manual is related to the following products: