IBEA 4000 Series - Manual (Page 103)

NL NEDERLANDS
103
5. VOOR UW VEILIGHEID
1. Deze kettingzaag is ontworpen voor het onderhouden
van bomen en mag dus uitsluitend door getraind
personeel worden gebruikt. Onthoud dat het gebruik
van de kettingzaag met slechts een enkele hand zeer
gevaarlijk kan zijn, afb.1
1.
2. Let goed op het terugslaggevaar: blijf stevig met beide
benen op de ondergrond staan om te voorkomen dat u
het evenwicht verliest als aan het einde van het zagen
de machine "wegspringt".
3. De operator moet getraind zijn in veilige klimtechnieken
en gebruik maken van aanbevolen
veiligheidsvoorzieningen zoals tuigen, gordels, koorden
en klemmen, ook voor de kettingzaag, als de
werkzaamheden boven de grond in een boom verricht
moeten worden.
4. Controleer, als u de kettingzaag met behulp van een
kabel aan de ring ophijst om in een boom te zagen, of
de kettingzaag uitgeschakeld is en of de ring niet aan
te grote belastingen wordt blootgesteld, afb.2.
2.
TRANSPORT afb.3
1. Maak gebruik van de mesbescherming (2) als u de
kettingzaag vervoert.
2. Vervoer de kettingzaag uitsluitend met uitgeschakelde
motor, afgedekt zwaard (1) en ingetrokken ketting en
houd de uitlaat op een afstand.
CONDITIES VAN DE MACHINE
1. Maak geen gebruik van de kettingzaag als hij
beschadigd, verkeerd afgesteld of incompleet en onveilig
gemonteerd is.
2. Maak geen gebruik van de kettingzaag als de uitlaat
verkeerd bevestigd of defect is.
3. Controleer of de ketting tot stilstand komt als u de
gasknop loslaat.
UITRUSTING
1. Draag altijd oogbescherming. Splinters, stof, takjes en
andere resten kunnen door de ketting naar het gezicht
van de operator gelanceerd worden.
De veiligheidsbril kan een beperkte bescherming bieden
als de ketting met de ogen van de operator in aanraking
komt. Draag een veiligheidsbril onder het ademde
gezichtsscherm als het gebruik hiervan noodzakelijk
is.
2. IBEA raadt u aan om altijd oorbescherming te dragen
om gehoorbeschadiging te voorkomen.
Beperkt het gevaar voor gehoorschade door
goedgekeurde oorkappen of oordoppen te dragen (het
gebruik van watten in de oren wordt afgeraden).
3. Iedereen die regelmatig met kettingzagen werkt moet
regelmatig het gehoor laten testen.
4. Draag altijd een hoofddeksel of een pet als u een
kettingzaag gebruikt. Het gebruik van een helm wordt
aangeraden tijdens het omzagen van bomen of als u
onder bomen werkt om uw hoofd tegen vallende
voorwerpen te beschermen.
5. Draag stevige antislip handschoenen, ook om uw
handen tegen kou en trillingen te beschermen.
6. Draag laarzen met stalen punten en/of met een
antislipzool.
7. Draag nooit slecht sluitende kleding, open jassen, wijze
mouwen en polsen, dassen, riemen, stropdassen en
sieraden die in de ketting of de struiken verstrikt kunnen
raken.
8. De kleding moet stevig zijn en bescherming bieden en
moet voldoende nauw om het lichaam sluiten zodat de
verstrikking ervan voorkomen wordt zonder de
bewegingen te hinderen.
9. De pijpen van de broek mogen niet te wijd zijn, mogen
niet worden omgevouwen en moeten in de laarzen
gedragen worden.
3.
2
1