RIDGID SeeSnake DVDPak User Manual
Page 84
Ridge Tool Company
82
SeeSnake
®
DVDPak
Figuur 14 – Waarschuwing bij het voltooien
3. Afhankelijk van de hoeveelheid opgenomen materiaal
kan het voltooien enige minuten in beslag nemen. Na het
voltooien wordt de dvd uitgeworpen.
U kunt dvd’s ook voltooien met de Terug-knop, de optie
Instellingen en de optie Voltooien uit het menu.
Opgenomen video afspelen
Voor het afspelen van een opgenomen hoofdstuk vraagt u met
de TERUG
-knop het menu op en markeert u
Dvd-
voorbeeld. Druk daarna op de Select-knop
.
Als de dvd niet voltooid is, wordt de laatst opgenomen video
op het DVDR-scherm afgespeeld.
Als de dvd wel voltooid is, verschijnt er een reeks minia-
tuurweergaven voor de op de dvd opgenomen bestaande
hoofdstukken. Markeer het hoofdstuk dat u wilt afspelen en
start het door nogmaals op de Select-knop te drukken.
(Opgenomen audiosignalen worden bij videovoorbeelden
op de DVDPak niet, en op een dvd-speler of een pc wel
weergegeven.) Ga terug naar de opneemmodus door met de
Terug
-knop weer naar het menu te gaan en Video
dvd te markeren. Druk op Select, markeer
Video In en druk
opnieuw op Select. De eenheid is nu gereed voor het
opnemen op een rw of een onvoltooide dvd.
De camera met de sonde traceren
Veel SeeSnake-leidinginspectiesystemen zijn voorzien van
een ingebouwde sonde die een traceerbaar signaal van 512 Hz
uitzendt. Na het inschakelen van de sonde kan een
plaatsbepaler als de RIDGID SR-20, SR-60, Scout™ of
NaviTrack
®
II op een frequentie van 512 Hz het traceren en
kunt u zo de plaats van de camera onder de grond detecteren.
Voor het inschakelen van de SeeSnake-sonde tijdens het
gebruik van de DVDPak, drukt u de sondetoets
in. Na het
inschakelen van de sonde verschijnt er een sondepictogram
op het scherm. Mogelijk ziet u na het activeren van de sonde
enige interferentie op het scherm.
Deze verdwijnt na het uitschakelen van de sonde door weer
op de sondetoets
te drukken.
De meest handige manier om de sonde te traceren is door
de duwstang ongeveer 1,5 tot 3 m (5-10 ft) in de leiding te
steken en de sonde met de plaatsbepaler te traceren. Als u
wilt, kunt u de duwstang nog eens zo ver in de leiding steken
en de sonde opnieuw vanaf de eerder getraceerde plek te
traceren. Schakel de plaatsbepaler in en zet deze in de
sondestand om de sonde te traceren. Scan in de richting van
de vermoedelijke plaats van de sonde totdat de plaatsbe-
paler de sonde traceert. Na het detecteren van de sonde
kunt u met de aanwijzingen van de plaatsbepaler de precieze
plaats ervan bepalen. Raadpleeg voor gedetailleerde
instructies over het traceren van de sonde de handleiding van
de door u gebruikte plaatsbepaler.
De positie van de SeeSnake-duwkabel
traceren
De DVDPakkan niet alleen gebruikt worden om de positie
van de sonde in de camera, maar ook om de positie van de
duwstang te bepalen met behulp van een standaard RIDGID-
locator, zoals de NaviTrack
®
II, de Scout™, de SR-20 of de
SR-60. Om de positie van de duwstang van de SeeSnake te
traceren sluit u simpelweg een leidingzender met een
connector goed geaard aan op de grondpen en de andere
connector op de clip-on-zenderaansluiting op de DVDPak. De
clip-on-zenderaansluiting is een metalen insteekconnector
rechts van de batterij (zie figuur 3).
Stel de leidingzender en de locator in op dezelfde frequentie,
bijvoorbeeld 33 kHz, en gebruik vervolgens de locator om de
leiding te traceren (figuur 15). Het is mogelijk dat de inge-
bouwde camerasonde gelijktijdig ingeschakeld is. Als uw
locator uitgerust is met de SimulTrace™-functie, kunt u de
duwstang volgen tot de locatie van de camera en vervol-
gens de sonde in de camera traceren wanneer u deze
bovengronds nadert.