A.O. Smith AHD 290 User Manual

Page 15

Advertising
background image

2.6

Aansluiting van de waterleidingen

Tijdens de installatie moet gelet worden op de actuele druk en drukverlies als

gevolg van de afmetingen van de leidingen, om te zorgen voor voldoende druk

en voldoende waterdoorstroming.

De loodgieterwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de

regelgeving.

Voor de leidingen kunnen zowel flexibele of rigide materialen gebruikt worden.

Om schade te voorkomen dient men rekening te houden met corrosie.

Net als voor alle andere drukreservoirs dient de warmtepomp te worden

uitgevoerd met veiligheids- en keerkleppen aan de zijde van de toevoer.

De inlaat van het koude water en de afvoer van het warme water bevindt zich

onder de tank (3/4” schroefdraadaansluitingen).

De maximale werkdruk is 10 bar en de maximale bedrijfstemperatuur bedraagt

65°C.

Indien nodig dient de toevoerleiding uitgevoerd te worden met een

drukreduceerventiel en eventueel een filter.

Bij het installeren van de leidingen in de behuizing dient u te allen tijde te

voorkomen dat er vuil in de leidingen komt. (Spoel de leidingen eventueel door

met schoon water voordat de warmtepomp geïnstalleerd wordt)!

Wanneer de leidingen aangesloten worden, let er dan op dat ze niet gedraaid

zitten. Gebruik gereedschap om de leidingen mee vast te houden om verdraaien

te voorkomen!

Indien circulatie niet nodig is, zorg er dan voor dat de circulatieaansluiting

gesloten is!

Wateraansluiting

Onder de warmtepomp bevinden zich de volgende aansluitingen:

Aftapslang condenswater

Koudwaterinlaat / Circulatie / Warmwateruitlaat

Er mogen geen gaten geboord worden. Dat kan de gewikkelde

condensor beschadigen.

1.

Schroeven verwijderen (zeshoekige kop).

2.

Schroeven die verwijderd dienen te worden.

15

Advertising