SUUNTO X6 User Manual

Page 356

Advertising
background image

29

en Chrono trektocht constant. De atmosferische druk (zeeniveau en absoluut) in de
Weather modus verandert dan.
Kies het juiste gebruik voor wat u wilt meten. Bijvoorbeeld: tijdens een trektocht kunt
Alti gebruik kiezen om te zien hoeveel u hebt geklommen. Wanneer u uw kamp opslaat
voor de overnachting, kunt u dit veranderen in Baro om er zeker van te zijn dat u niet
verrast wordt door veranderende weersomstandigheden.
Doe het volgende om Alti gebruik of Baro gebruik te kiezen:
1. Blader in het functiemenu naar Use en druk op Suunto. Het veld alti/baro wordt

geactiveerd.

2. Verander de inhoud van het veld met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. U keert

terug naar het functiemenu.

3.3.3. Altitude/Sealevel [Hoogte/Zeeniveau]
U moet de referentiehoogte instellen voor de correcte werking van de hoogtemeter.
Dit betekent dat u een waarde instelt die gelijk is aan de werkelijke hoogte. Stel de
referentiehoogte in op een locatie waarvan u de hoogte weet, bijvoorbeeld, aan de
hand van een topografische kaart. De Suunto X6/X6M krijgt in de fabriek een referentie-
hoogte die overeenkomst met de standaard barometerstand (1013hPa/29.90inHG) op
zeeniveau. Wanneer u door de instellingen voor Altitude of Zeeniveau bladert, is dit
zichtbaar als tekst Default. Als u niet weet wat de actuele hoogte is van uw huidige
locatie, dan kunt u de fabrieksinstelling als referentiehoogte gebruiken of de referentie-
druk van zeeniveau.
In de Weather modus wordt Altitude vervangen door Sealevel; dit functioneert en
wordt ingesteld net als bij Altitude.
Doe het volgende om de referentiehoogte in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar Altitudemet de pijltjestoetsen en druk op Suunto.

Advertising
This manual is related to the following products: