Lokaliseren van storingen – Xylem FC FCT (Single & Twin Version) User Manual

Page 31

Advertising
background image

31

nl

worden moet u oppassen dat de afgevoerde vloeistof geen schade aan voorwerpen of letsel aan
personen kan veroorzaken.

De pomp vergt geen enkel geprogrammeerd routineonderhoud. Controleer van tijd tot tijd: de stroomopname, of
er geen druppels uit de mechanische dichting komen en of de lagers goed functioneren.

7.1 Demontageprocedure van de FCE - FCTE
Als u de schroeven waarmee het pomplichaam en de motorsteun verbonden zijn losdraait is het mogelijk
om het blok motor-motorsteun-waaier te verwijderen zonder dat de leidingen (waar het pomplichaam op
aangesloten blijft) verwijderd hoeven te worden. Om de mechanische dichting te vervangen moet u con-
troleren of alle delen schoon zijn en de nodige voorzorgsmaatregelen treffen om slagen, stoten, scherpe
kanten te voorkomen en om te voorkomen dat het dichtingsvlak met vet besmeurd wordt.
De schroeven waarmee het pomplichaam en de motorsteun bevestigd zijn moeten op gelijke wijze aange-
draaid worden zonder ze te forceren.
Bij de modellen FCTE: Indien het noodzakelijk is om één van de twee motor-waaierblokken te verwijderen

en om ervoor te zorgen dat het overige blok blijft functioneren zijn er blinde flenzen
met geschikte afmetingen leverbaar (zie de blinde flensset).

7.2 Demontageprocedure van de FCS - FCTS
Handel op de in paragraaf 7.1 beschreven manier waarbij u er rekening mee moet houden dat ook de
motor- en pompsteun (14) verwijderd moet worden. Er wordt bovendien op gewezen dat de waaier gespied
is op een “asverlengstuk” dat stevig aan het uitstekende gedeelte van de as van de motor bevestigd is.
Bij de modellen FCTS: Indien het noodzakelijk is om één van de twee motor-waaierblokken te verwijderen

en om ervoor te zorgen dat het overige blok blijft functioneren zijn er blinde flenzen
met geschikte afmetingen leverbaar (zie de blinde flensset).

7.3 Montageprocedure
Ten aanzien van de montage moet u de demontagehandelingen in de omgekeerde volgorde uitvoeren,
waarbij u de pakkingen en de delen die beschadigd of versleten zijn moet vervangen.

8. Lokaliseren van storingen

STORING

De pomp start niet

De pomp levert geen
opbrengst

De pomp levert een
geringe opbrengst

De pomp stop nada hij
een korte tijd in werking
is geweest

De pomp trilten de
werking is lawaaierig

MOGELIJKE OORZAAK

Geen netstroom
Automatische schakelaar
aangesproken of zekeringen
doorgebrand
Overbelastingsbeveiliging
ingeschakeld
Waaier geblokkeerd

Lucht in de installatie en in het
pomplichaam

Draairichting onjuist
Verstoppingen in de pomp of in de
leidingen
Werking boven de op het typeplaatje
vermelde capaciteit
Overbelastingsbeveiliging
ingeschakeld
De pomp draait niet vrijuit
De vloeistof is te viskeus
Lagers versleten
Pomp werkt in cavitatie
Vreemde voorwerpen in de pomp

MOGELIJKE OPLOSSINGEN

Stroomvoorziening inschakelen
De schakelaar resetten en de
zekeringen vervangen

De beveiliging resetten

Deblokkeren zoals beschreven in
paragraaf 6.2
De installatie ontluchten en de pomp
opnieuw laten aanzuigen (paragraaf
6.2)
Ie paragraaf 6.1
Demonteren en/of schoonmaken

De persklep gedeeltelijk sluiten

De lagers vervangen
Zie paragraaf 6.2
Demonteren en/of schoonmaken

Advertising