Installatie, Hydraulische aansluitingen, Aansluiting monster in – Hach-Lange POLYMETRON 9526 User Manual

Page 149: Aansluiting monster out (uit), Inline installatie

Advertising
background image

Installatie

V O O R Z I C H T I G

Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het document beschreven taken
uitvoeren.

Hydraulische aansluitingen

L E T O P

Aansluitingen nr. 4, 5 en 6 in

Afbeelding 1

op pagina 147 zijn allemaal IP 67; daarom is het van cruciaal belang

dat de connectoren goed aangedraaid worden voordat het instrument gebruikt wordt. Daarnaast is het ook
belangrijk om na gebruik de beschermende doppen terug te plaatsen op de aansluitingen.

Het te testen monster wordt in het instrument gebracht via de poort met label "IN" (nr. 11 in

Afbeelding 1

op pagina 147). De weerstand wordt gemeten door de conductiviteitssensor in het

instrument. Het monster wordt daarna uit het instrument verwijderd via de poort met label "UIT" (nr.
12
in

Afbeelding 1

op pagina 147).

Opmerking: Voor een verbeterde werking van het systeem horen de toevoer- en afvoerleidingen zich boven de
poorten "IN" en "UIT" te bevinden.

Aansluiting monster IN

1. Druk de opsluitkraag op poort "IN" met de meegeleverde sleutel.
2. Verwijder de stekker maar houd druk op de kraag.
3. Maak een scherpe snede (90°) aan één uiteinde van een half harde slang van 8 mm (of een

slang van 6 mm bij gebruik van het verloopstuk van D8 naar D6). Gebruik voor temperaturen
boven 70 °C een PFTE-slang.

4. Steek de slang in poort "IN".
5. Sluit het andere uiteinde van de slang aan op de monstertoevoer.

Aansluiting monster OUT (uit)

1. Druk de opsluitkraag op poort "OUT" (uit) met de meegeleverde sleutel.
2. Verwijder de stekker maar houd druk op de kraag.
3. Maak een scherpe snede (90°) aan één uiteinde van een half harde slang van 8 mm (of een

slang van 6 mm bij gebruik van het verloopstuk van D8 naar D6). Gebruik voor temperaturen
boven 70 °C een PFTE-slang.

4. Steek de slang in poort "OUT" (uit)
5. Sluit het andere uiteinde van de slang aan op de drain voor een inline-installatie of de

doorstroomkamer die de te testen sensor bevat voor een offline-installatie.

Inline installatie

Als het systeem in werking is moet het instrument op het monster aangesloten worden met een
afsluiter om het monster te extraheren. Dit vereist een totale afstand D1 + D2 (raadpleeg

Afbeelding 2

) van minder dan 2 meter en een stroomsnelheid van meer dan 20 L/uur (idealiter

60 L/uur).
Wacht na het openen van het monsterventiel ten minste 30 seconden om te waarborgen dat alle
onderdelen die in contact staan met het monster goed uitgespoeld zijn en dat een optimaal thermisch
evenwicht tussen monster, doorstroomkamer en conductiviteitssensor bereikt is.

Nederlands 149

Advertising