Hach-Lange POLYMETRON 9523 Basic User Manual User Manual

Page 177

Advertising
background image

1. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>[Select Sensor]>CONFIGURE (instellingen

sensor / selecteer sensor / configureren).

2. Selecteer een optie en druk op enter. Houd de pijltoetsen omhoog of omlaag ingedrukt om

cijfers, tekens of interpunctie in te voeren. Druk op de pijltoets naar rechts om naar de volgende
ruimte te gaan.

Optie

Beschrijving

EDIT NAME (naam
bewerken)

Wijzigt de naam die overeenkomt met de sensor bovenin het meetscherm.
De naam is beperkt tot 16 karakters en mag bestaan uit een willekeurige
combinatie van letter, cijfers, spaties en interpunctie. De eerste 12 tekens
worden op de controller weergegeven.

SENSOR S/N (serienummer
sensor)

Hiermee kan de gebruiker het serienummer van de sensor invoeren, beperkt
tot 16 tekens in elke combinatie van letters, nummers, spaties of interpunctie.

SELECT MEASURE (meting
selecteren)

Wijzigt de gemeten parameter naar CONDUCTIVITY (conductiviteit,
standaard), TDS (totaal aantal opgeloste vaste stoffen, of total dissolved
solids), SALINITY (zoutgehalte) of RESISTIVITY (soortelijke weerstand). Alle
andere geconfigureerde instellingen worden gereset naar de
standaardwaarden.
Opmerking: Als SALINITY (zoutgehalte) geselecteerd is, wordt de
meeteenheid gedefinieerd als ppt (deeltjes per duizend/parts per thousand)
en kan deze niet gewijzigd worden.

DISPLAY FORMAT
(weergave)

Wijzigt het aantal decimale plaatsen dat in het metingenscherm getoond
wordt. In stand automatisch wijzigt het aantal decimale plaatsen automatisch
met de wijzigingen in de gemeten waarde.

MEAS UNITS
(meeteenheden)

Wijzigt de eenheid voor de gekozen meting — selecteer een eenheid uit de
lijst met beschikbare eenheden.

TEMP UNITS
(temperatuureenheden)

Stelt de temperatuureenheid in op °C (standaard) of °F.

T-COMPENSATION (T-
compensatie)

Voegt een temperatuurafhankelijke correctie toe aan de gemeten waarde:

• NONE (geen) —geen temperatuurcompensatie nodig
• USP (usp) —stel het alarmniveau in op de standaard definitietabel USP
• ULTRA PURE WATER (ultrazuiver water)—niet beschikbaar voor TDS.

Stel het type compensatie in volgens de kenmerken van het monster—
selecteer NaCl , HCl, AMMONIA (ammoniak) of ULTRA PURE WATER
(ultrazuiver water)

• USER (gebruiker) —selecteer BUILT IN LINEAR (ingebouwd lineair),

LINEAR (lineair) of TEMP TABLE (temperatuurtabel):

• BUILT IN LINEAR (ingebouwd lineair)—gebruik de voorgedefinieerde

lineaire tabel (hellingsgraad gedefinieerd als 2,0%/°C,
referentietemperatuur is 25 °C)

• LINEAR (lineair) —stel de parameters voor hellingsgraad en

referentietemperatuur in als deze afwijken van de ingebouwde
parameters

• TEMPERATUURTABEL—Stel de temperatuur en de punten voor de

vermenigvuldigingsfactor in (raadpleeg de documentatie van de
geleidbaarheidsmodule)

• NATURAL WATER (natuurlijk water) —niet beschikbaar voor TDS

CONFIG TDS (TDS
configureren)

TDS only (alleen TDS)—wijzigt de factor die gebruikt wordt voor het
converteren van conductiviteit naar TDS: NaCl (0,49 ppm/µS) of CUSTOM
(aangepast, voer een factor tussen 0,01 en 99,99 ppm/µS in).

CABLE PARAM
(kabelparameters)

Stelt de parameters in van de sensorkabel in om de meetnauwkeurigheid te
verbeteren wanneer de kabel langer of korter gemaakt wordt dan de
standaard lengte van 5 meter. Voer de lengte van de kabel, weerstand en
capacitantie in.

Nederlands 177

Advertising