Management (beheer) – Cisco WES610N User Manual

Page 309

Advertising
background image

14

Geavanceerde configuratie

Linksys WES610N/WET610N

Advanced Wireless Settings (Geavanceerde

instellingen WLAN)

Use LDPC

(LDPC gebruiken) Met Low-Density Parity-Check Code (LDPC) schakelt

u de foutcorrectie in of uit om het risico op gegevensverlies in kanalen met veel ruis

te verlagen Het algoritme voor het aanpassen van de snelheid heeft automatisch

de LDPC-codering uitgeschakeld bij het werken op hoge PHY-snelheden (hoger

dan 162) Gebruik de standaardinstelling Yes (Ja) om het geavanceerde LDCP-

foutcorrectieschema te gebruiken Selecteer anders No (Nee)

ERP Protection Type

(Type ERP-beveiliging) Met deze optie configureert u de

beveiliging van OFDM-pakketten ondanks de aanwezigheid van 802 11b-stations

binnen het draadloze netwerk Door RTS/CTS- of CTS2Self-pakketten met

802 11b-snelheden te versturen, laat de bridge het draadloze netwerk weten dat

er OFDM-pakketten gaan worden verstuurd en beveiligt de bridge de pakketten

binnen het draadloze netwerk De RTS/CTS- en CTS2Self-pakketten veroorzaken

overhead, waardoor de doorvoer mogelijk lager wordt
De RTS/CTS-optie zorgt voor een betere dekking maar een lagere doorvoer in

vergelijking met CTS2Self, omdat de RTS/CTS-optie bevestiging van het ontvangende

apparaat vraagt Gebruik de standaardinstelling RTS/CTS om de optie RTS/CTS te

gebruiken De optie None (Geen) kan ertoe leiden dat OFDM- en CCK-pakketten

met elkaar botsen Selecteer None (Geen) om de optie None (Geen) te gebruiken

Select CTS2Self om de optie CTS2Self te gebruiken

11n Protection Type

(Type 11n-beveiliging) Met deze optie configureert u de

beveiliging van non-HT-apparaten (non-High Throughput) binnen het draadloze

netwerk Als de draadloze router (of het access point) een koppeling van een

ouder non-HT-apparaat detecteert, verstuurt het vóór de gegevensoverdracht een

signaal naar alle HT-apparaten zodat deze het RTS/CTS- of CTS2Self-mechanisme

gebruiken Deze functie ondersteunt ook alle standaard 802 11n-beveiligingen,

inclusief MIMO
De RTS/CTS-optie zorgt voor een betere dekking maar een lagere doorvoer

in vergelijking met CTS2Self, omdat de RTS/CTS-optie bevestiging van het

ontvangende apparaat vraagt Gebruik de standaardinstelling RTS/CTS om de optie

RTS/CTS te gebruiken De optie None (Geen) kan ertoe leiden dat HT-pakketten en

oudere pakketten met elkaar botsen Selecteer None (Geen) om de optie None

(Geen) te gebruiken Select CTS2Self om de optie CTS2Self te gebruiken

Percentage of maximal transmit power

(Percentage van maximaal

verzendvermogen) Met deze optie stelt u het percentage van het maximale

verzendvermogen in vergelijking met de beperkingen van de regio in Als de

beperkingen van de regio overdrachten toestaat tot 20 dB, is het maximale

verzendvermogen met een percentage van 50% 10 dB Selecteer het percentage

dat u wilt gebruiken: 12%, 25%, 50% of 100% De standaardinstelling is 100%

QoS Classification Type

(Type QoS-classificatie) Met deze optie stelt u 802 1D- of

802 1Q-toewijzing in van het veld IP DSCP/TOS voor WMM-prioriteiten (Background

(Achtergrond), Best Effort (Beste poging), Video, Voice (Spraak)) Gebruik de

standaardinstelling 802.1D of selecteer de instelling 802.1Q, die door sommige

IPTV-streams wordt gebruikt

Re-establish Ethernet connection when initiating wireless connection

(Ethernetverbinding opnieuw tot stand brengen wanneer u draadloos verbinding

maakt) Om DHCP-detectie te triggeren vanaf het apparaat dat zich achter de

bridge bevindt, stelt de bridge de Ethernetverbinding tussen de bridge en het

apparaat elke keer nadat een draadloze verbinding tot stand is gebracht Als u dit

wilt uitschakelen selecteert u No (Nee) Zo niet, behoud dan de standaardinstelling

Yes (Ja)
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen door te voeren of

klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren

Administration (Administratie) >

Management (Beheer)

Gebruik dit scherm om specifieke functies van de bridge te beheren: toegang tot

het webgebaseerde hulpprogramma, back-up maken van het configuratiebestand

en opnieuw opstarten

Management (Beheer)

Toegang tot bridge

Gebruik een wachtwoord om het browsergebaseerde hulpprogramma te beveiligen

Advertising