Gebruiksaanwijzing – RIDGID 3814 (E) User Manual

Page 18

Advertising
background image

3801(E), 3802(E), 3811(E), 3812(E), 3813(E), 3814(E)

Ridge Tool Company

17

WAARSCHUWING! Lees deze instructies
en het bijbehorende veiligheidsboekje
zorgvuldig alvorens deze apparatuur te

gebruiken. Als u twijfelt over een gebruiksaspect
van deze machine, neem dan contact op met uw
RIDGID-verdeler voor bijkomende informatie.

Het niet begrijpen en naleven van alle instructies
kan resulteren in elektrische schokken, brand
en/of ernstige letsels.

BEWAAR DEZE INSTRUCTIES!

Monteren
1. a. 1 1/4”-, 2”- en 3”-machines.
Plaats het buigframe met zijn steunen op de vloer en schuif de ring

over de voorkant van de pompcilinder.

Steek de U-beugel door de gaten in het ringblok van het buigframe.

De pompcilinder en het pijpbuigframe zijn nu in de correcte positie
bevestigd.

1. b. 4”-machine.

- Leg de U-balk op de vloer.
- Breng de onderste vleugel aan op de grondbalk.
- Plaats de buigpomp op de U-balk, haak de onderste vleugel in de

pomp en zet de pomp achteraan vast met twee M10-bouten.

- Plaats de hoekmallen, en indien van toepassing de buigmal die u

zult gebruiken, op de onderste vleugel.

- Plaats de bovenste vleugel op de hoekmallen en haak hem vast in

de pomp.

- Steek de bevestigingspennen door de vleugels en de hoekmallen.

MONTEREN VAN DE 4”-MACHINE

4”-pomp

Bovenste vleugel

Hoekmallen met
hoekmalpennen

Onderste vleugel

U-balk

2. Monteer een buigmal naargelang van de diameter van de te buigen

pijp op de bovenkant van de plunjer. De hoekmallen moeten tussen
of op het buigframe worden aangebracht. Ze worden bevestigd
met behulp van bevestigingspennen. De openingen in het frame
maken het mogelijk de hoekmallen in te stellen volgens de gewenste
buitendiameters. De gaten werden dienovereenkomstig gemarkeerd.

Vergewis u ervan dat de bevestigingspennen voor hoekmallen naar

behoren door beide vleugels of door het buigframe steken, om schade
te voorkomen.

Buigen
1. De vuldop werd doorboord om lucht te laten ontsnappen. Wanneer de

buigmachine wordt vervoerd, moet deze vuldop goed gesloten zijn.
Tijdens het gebruik moet hij een beetje open zijn.

2. Alvorens te buigen moet de pijp lichtjes met vet worden ingesmeerd.

Vervolgens wordt de pijp tussen de hoekmallen en de buigmal
geschoven. De ontlastspindel moet stevig worden aangedraaid. De
pomp wordt in werking gesteld door de hendel op en neer te bewegen.
De plunjer beweegt naar buiten en de pijp wordt gebogen. Dit buigen
kan worden voortgezet tot de gewenste hoek is bereikt, maar niet
verder dan de ronding van de buigmal. Er moet rekening mee worden
gehouden dat de pijp een beetje kan terugveren, afhankelijk van de
kwaliteit van de pijp. Dat moet proefondervindelijk worden vastgesteld.

3. Zodra de bocht de juiste vorm heeft, wordt de ontlastspindel

losgedraaid, waardoor de plunjer automatisch terugloopt. Eén van de
hoekmallen wordt losgekoppeld en de pijp kan worden verwijderd. Bij
de modellen met open buigframe is het verwijderen van de gebogen
pijp gemakkelijker; vooral bij lange werkstukken en wanneer een pijp
meerdere bochten bevat, betekent dit een aanzienlijke tijdsbesparing.

4. Een te ver doorgebogen bocht kan worden teruggebogen d.m.v. de

strekmal. Nadat de plunjer teruggelopen is, wordt de buis omgekeerd
tegen de hoekmallen gelegd. De op de plunjer geplaatste strekmal kan
de bocht nu zover als gewenst terugduwen. Op de 1 1/4”-buigmachine
kan een bocht van 90° normaal niet worden gecorrigeerd. Hetzelfde
geldt bij de 3”-buigmachine voor de 2 1/2”- en 3”-pijpen; en de
4”-buigmachine voor 3”- en 4”-pijpen.

5. Uitsluitend voor 3”- en 4”-model.
Bij het buigen van 2 1/2”- en 3”-pijpen moet er een verlengstuk op de

plunjer worden gezet wanneer de pijp meer dan 75° werd gebogen.
De slag van de plunjer volstaat niet om een 90°-bocht in één operatie
uit te voeren.

6. Elektro-hydraulische 1 1/4”-, 2”-, 3”- en 4”-pijpbuigmachines.
De elektro-hydraulische pijpbuigmachines zijn uitgerust met een

éénfasige 115V, 220V, AC-motor of een 380V-driefasenmotor. De
motor heeft een speciale motorbeveiligingsschakelaar. Eenmaal
de motor ingeschakeld, wordt de heen- en weerbeweging van de
plunjer geregeld door een ontlastspindel, die kan worden geopend
of gesloten. De motor hoeft dus niet te worden uitgeschakeld. De
machine is ook uitgerust met een overdrukventiel. Dit overdrukventiel
werd in zo ingesteld dat dikwandige pijp (stoompijp) zonder probleem
kan worden gebogen. Het overdrukventiel bevindt zich in het
pomphuis en kan alleen met behulp van een manometer worden
ingesteld.

Buigen van haarspeldbochten van 180°
Hiervoor zijn speciale hulpstukken nodig, die op verzoek kunnen worden
geleverd.

Monteren
1. Zie onder montage buigmachine.
2. De buigmal (180°) die overeenkomt met de maat van de te buigen

pijp wordt op de plunjer geplaatst. Vervolgens worden de platen
(reserveframes) met 3 rollen (diabolo’s) tussen of in het buigframe
afgesteld. De bevestigingspennen voor hoekmallen moeten in de
1 1/4”-gaten door de centrale vergrendeling worden gestoken; de
afneembare rol moet worden verwijderd en de te buigen pijp moet
doorlopen. De pijp moet nu met één zijde tegen de middelste rol
liggen en met de andere tegen de 180°-buigmal. Het buigen kan nu
beginnen.

NL

3801(E), 3802(E), 3811(E), 3812(E), 3813(E), 3814(E)

Gebruiksaanwijzing

Advertising