Bosch GMF 1600 CE Professional User Manual

Page 69

Advertising
background image

Nederlands | 69

Bosch Power Tools

2 610 022 197 | (9.2.12)

leid u de multifunctionele frees aan de afgeplatte zijde van de

glijplaat langs de hulpgeleider.
Kanten- en vormfrezen
Bij het kanten- en vormfrezen zonder parallelgeleider moet

het freesgereedschap zijn voorzien van een pen of lager.
– Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap van op-

zij naar het werkstuk tot de pen of het lager van het frees-

gereedschap tegen de te bewerken rand van het werkstuk

ligt.

– Geleid het elektrische gereedschap met beide handen

langs de rand van het werkstuk. Let er daarbij op dat het

gereedschap onder de juiste hoek op het werkstuk ligt. Te

sterke druk kan de rand van het werkstuk beschadigen.

Frezen met parallelgeleider (zie afbeelding K)
Duw de parallelgeleider 35 met de geleidingsstangen 36 in de

voetplaat 13 en draai deze met de vleugelschroeven 41 over-

eenkomstig de vereiste maat vast. Met de vleugelschroeven

37 en 38 kunt u de parallelgeleider bovendien in de lengte in-

stellen.
Met de draaiknop 39 kunt u na het losdraaien van beide vleu-

gelschroeven 37 de lengte fijn instellen. Een slag komt daarbij

overeen met een verstelweg van 2,0 mm. Een van de maats-

treepjes op de draaiknop 39 komt overeen met een verande-

ring van de verstelweg van 0,1 mm.
Met de aanslagrail 40 kunt u het effectieve aanlegvlak van de

parallelgeleider veranderen.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap met gelijk-

matige voorwaartse beweging en zijwaartse druk op de paral-

lelgeleider langs de rand van het werkstuk.
Frezen met freescirkel (zie afbeelding L)
Voor ronde freeswerkzaamheden kunt u de freescirkel/gelei-

derrailadapter 42 gebruiken. Monteer de freescirkel zoals op

de afbeelding getoond.
Draai de centreerschroef 47 in de schroefdraad van de frees-

cirkel. Plaats de schroefpunt in het middelpunt van de te fre-

zen cirkelboog en let er daarbij op dat de schroefpunt in het

materiaaloppervlak grijpt.
Stel de gewenste radius grof in door de freescirkel te ver-

schuiven en draai de vleugelschroeven 44 en 45 vast.
Met de draaiknop 46 kunt u na het losdraaien van de vleugel-

schroef 45 de lengte fijn instellen. Een slag komt daarbij over-

een met een verstelweg van 2,0 mm. Een van de maatstreep-

jes op de draaiknop 46 komt overeen met een verandering

van de verstelweg van 0,1 mm.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap met de

rechter handgreep 4 en de greep voor de freescirkel 43 over

het werkstuk.
Frezen met geleidingsrail (zie afbeelding M)
Met behulp van de geleidingsrail 49 kunt u in een rechte lijn

frezen.
Om het hoogteverschil te compenseren, dient u de afstands-

plaat 48 te monteren.
Monteer de freescirkel/geleidingsrailadapter 42 zoals in de

afbeelding getoond.

Bevestig de geleidingsrail 49 op het werkstuk met geschikte

spanvoorzieningen, bijvoorbeeld lijmklemmen. Plaats het

elektrische gereedschap met de gemonteerde geleidingsrai-

ladapter 42 op de geleidingsrail.
Frezen met kopieerhuls (zie afbeeldingen N–Q)
Met de kopieerhuls 53 kunt u omtrekken van modellen of sja-

blonen op werkstukken overbrengen.
Als u de kopieerhuls 53 wilt gebruiken, dient u eerst de kopi-

eerhulsadapter 50 in de glijplaat 14 te plaatsen.
Plaats de kopieerhulsadapter 50 van boven op de glijplaat 14

en draai deze vast met de twee bevestigingsschroeven 51.

Let erop dat de ontgrendelingshendel voor de kopieer-

hulsadapter 52 vrij kan bewegen.
Kies afhankelijk van de dikte van de sjabloon of het model een

geschikte kopieerhuls. Vanwege de uitstekende hoogte van

de kopieerhuls moet de sjabloon een minimumdikte van

8 mm bezitten.
Bedien de ontgrendelingshendel 52 en zet de kopieerhuls 53

van onderen in de kopieerhulsadapter 50. De codeernokken

moeten daarbij merkbaar in de uitsparingen van de kopieer-

huls vastklikken.
Controleer de afstand van freesmidden en kopieerhulsrand,

zie het gedeelte „Voetplaat centreren”.
f

Kies een freesgereedschap met een diameter die klei-

ner is dan de diameter van de kopieerhuls.

Voor het frezen met de kopieerhuls 53 gaat u als volgt te werk:
Opmerking: Houd er rekening mee dat het freesgereed-

schap 18 bij freeswerkzaamheden met de kopieereenheid

3 altijd uit de voetplaat 13 steekt. Beschadig de sjabloon

of het werkstuk niet.

– Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap met de

kopieerhuls tot tegen de sjabloon.

– Bij gebruik van de invaleenheid 2: Duw de ontgrende-

lingshendel voor de invalfunctie 7 omlaag en geleid de bo-

venfrees langzaam omlaag tot de ingestelde freesdiepte

bereikt is. Laat de ontgrendelingshendel 7 weer los om de-

ze invaldiepte vast te zetten.

– Geleid het elektrische gereedschap met uitstekende kopi-

eerhuls en met zijwaartse druk langs de sjabloon.

Voetplaat centreren (zie afbeelding R)
Om de afstand van freesmidden en kopieerhuls overal gelijk

te laten zijn, kunnen kopieerhuls en glijplaat indien nodig ten

opzichte van elkaar gecentreerd worden.
– Bij gebruik van de invaleenheid 2: Duw de ontgrende-

lingshendel voor de invalfunctie 7 omlaag en geleid de bo-

venfrees tot aan de aanslag in de richting van de voetplaat.

Laat de ontgrendelingshendel 7 weer los om deze inval-

diepte vast te zetten.

– Draai de bevestigingsschroeven 54 ca. twee slagen los, zo-

dat de glijplaat 14 vrij kan bewegen.

– Zet de centreerpen 55 zoals in de afbeelding getoond in de

gereedschapopname. Draai de wartelmoer met de hand

vast zodat de centreerpen nog vrij kan worden bewogen.

– Stel de centreerpen 55 en de kopieerhuls 53 door licht

verschuiven van de glijplaat 14 op elkaar af.

– Draai de bevestigingsschroeven 54 weer vast.

OBJ_BUCH-1178-002.book Page 69 Thursday, February 9, 2012 3:50 PM

Advertising
This manual is related to the following products: