SOLO 104L Grastrimmer User Manual

Page 100

Advertising
background image

Gebruiks- en onderhoudsinstructies

NEDERLANDS 14

8.5 Luchtfilteronderhoud

Vervuilde luchtfilters verlagen

het vermogen. Ze verhogen ook het
brandstofverbruik en dus de schadelijke stoffen in
de uitlaatgassen. Bovendien kan de motor dan
moeilijker worden gestart.
Principieel dient u, voor u begint te werken en als
u in stofrijke omgevingen werkt, ook tussendoor de
luchtfilter als volgt te reinigen:






Voor u de luchtfilter opent, de startklep sluiten ,
zodat er geen vuil in de carburateur terecht kan
komen.
 Duw de beugel (a) in, klap het luchtfilterdeksel

(11) een beetje open en neem het in een
draaibeweging af.

 Neem de schuimfilter (c) uit het

luchtfilterdeksel. Reinig de omgeving van de
filter.

 Reinig het luchtfilterhuis (d) en het

luchtfilterdeksel (11) aan de binnenzijde grondig
met een penseel of door voorzichtig uit te
blazen.

 Reinig het filterinzetstuk (c) door het uit te

kloppen of voorzichtig uit te blazen.


Als het filterinzetstuk beschadigd of zo sterk
vervuild is dat het niet meer kan worden gereinigd,
moet het worden vervangen door een origineel
wisselstuk (bestelnr. 25 00 816).
 Plaats de nieuwe of gereinigde schuimfilter in

het luchtfilterdeksel.

 Plaats het luchtfilterdeksel met de twee nokken

(b) [binnenzijde, tegenover de beugel (a)] in de
overeenkomstige twee uitsparingen (b’) in het
filterhuis.

 Duw het luchtfilterdeksel op het filterhuis tot de

beugel (a) met een duidelijke klik vergrendelt.



8.6 Brandstoffilter

vervangen

Het is aan te bevelen de brandstoffilter (34)
jaarlijks in een werkplaats te laten vervangen.



(schematische voorstelling)

De vakman kan met een draadlus voorzichtig aan
de brandstoffilter trekken om de brandstoftank te
openen. Er moet op worden gelet dat de verdikking
van de brandstofslang aan de tankwand niet in de
tank wordt getrokken.

8.7 Stilleggen

en

opbergen

Reinig de machine na het werk.
 Voor de reiniging van de volledige motoreenheid

mag geen reinigingsproduct met oplosmiddelen
of een bijtend reinigingsmiddel worden gebruikt.
Spuit de motor nooit nat af. Veeg de volledige
motor bij voorkeur enkel af met een droge of licht
bevochtigde doek.

 Verwijder met een handborstel alle resten van

snijmateriaal uit het snijgedeelte.

 Vastgekoekte plantresten in de snijzone kunnen

worden verwijderd met de ”SOLO universele
reiniger” (bestelnr.: 00 83 116). Na een korte
inwerktijd zijn de resten zacht geworden en
losgekomen, zodat u ze met een doek kunt
afvegen.

 Om corrosie te vermijden is het aan te bevelen

metalen snijwerktuigen te behandelen met de
“SOLO onderhouds- en verzorgingsolie”
(bestelnr.: 00 83 163).

Bewaar het apparaat op een droge en veilige
plaats in een gebouw (garage, kelder, …). Er
mogen geen open vuren of dergelijke in de
omgeving voorkomen. Onbevoegd gebruik – met
name door kinderen – moet worden vermeden.
Bij werkonderbrekingen van meer dan vier weken
dient u, voor u het apparaat opbergt, de
brandstoftank op een goed geventileerde plaats
leeg te maken. Start de motor bij lege
brandstoftank en laat de carburateur leeglopen tot
de motor stopt. Anders kunnen olieresten uit het
brandstofmengsel de carburateurmonden
verstoppen en kan het starten later moeilijk zijn.

Advertising