Enerpac PU-Series - Manual (Page 38)

38
PUD1100B/E, PUD-1101B/E, PUD1300B/E en
PUD1301B/E modellen
1. De hydraulische slang kan direct in de drukpoort (A) van het
stuurventiel gemonteerd worden (see figuur 4).
2. Als u de systeem druk wilt controleren dient u een
manometer-tussenstuk in de drukpoort (A) van het
stuurventiel te monteren. Sluit de 700 bar / 10000 psi
manometer op het manometer-tussenstuk. Monteer de
hydraulische slang op het manometer-tussenstuk.
Figure 4
4.2 Montage van de klep (Figuur 5)
1. Verwijder de plaat (item D43918098).
2. Controleer of de connector op de pomp is aangesloten. Is dit
niet het geval, sluit de connector dan aan en wees daarbij
voorzichtig dat u de afdichtingen niet beschadigt.
3. Monteer de klep en wees daarbij voorzichtig dat u de
afdichtingen niet beschadigt.
Afbeelding 5
4.3 Olie bijvullen (Afbeelding 6)
Controleer het oliepeil door de ontluchtings/vulstop (F) los te
schroeven en te verwijderen. Vul Enerpac hydrauliekolie bij totdat
het oliepeil zich 1 cm onder de ontluchtings/vulopening bevindt.
BELANGRIJK: Vul alleen olie bij met alle systeemonderdelen in
de volledig ingeschoven stand, anders komt er meer olie in het
systeem dan het reservoir kan bevatten.
Afbeelding 6
5.0 WERKING
OPMERKING: Gebruik een zo kort mogelijk verlengsnoer om
vermogensverlies tussen het stopcontact en de pompmotor te
voorkomen. De pompmotor werkt wel op lage spanning, maar het
motortoerental en de oliedoorstroming worden dan minder.
Controleer of alle koppelingen en aansluitingen van het systeem
goed vast zitten en niet lekken. Controleer het vloeistofpeil en vul
zonodig vloeistof bij. Open de pompontluchtingsstop (F) die zich
rechts voor op het reservoir bevindt, door hem 1 of 2 volledige
slagen te draaien.
VOORZICHTIG: De ontluchtingsstop moet altijd open
staan wanneer de pomp loopt.
5.1 Bediening van de schakelaar (Afbeelding 7)
De versie "B" vereist een geaard stroomcircuit van 15 A, 120 V en
1 fase. De versie "E" vereist 220 V en 1 fase. Het netsnoer van de
pomp is 1,5 m lang.
1. De schakelaar van de pomp bevindt zich aan de zijkant van
de omkasting. Het is een driestandenschakelaar, de bovenste
stand is "ON" ("AAN"), de middelste "OFF" ("UIT") en de
onderste is kortstondig aan "MOM" ("KORT"). Het indrukken
van de bovenste stand, "ON" ("AAN"), bekrachtigt het
elektrische circuit, maar zet de motor van de pomp niet aan.
De motor van de pomp wordt door de snoerschakelaar (G)
bekrachtigd.
2. Het indrukken van het onderste gedeelte van de schakelaar
zet de motor van de pomp in werking zolang als de
schakelaar ingedrukt wordt gehouden. De pomp stopt als de
schakelaar wordt losgelaten. Deze kortstondige stand wordt
gebruikt als een alternatief voor de snoerbediening.
Afbeelding 7