Festool CS 50 EB PRECISIO User Manual

Page 49

Advertising
background image

49

- Het maken van sponningen of groeven is al-

leen met een geschikte veiligheidsvoorziening,
bijv. een tunnelveiligheidsvoorziening over de
zaagtafel heen, toegestaan.

- Cirkelzagen mogen niet voor het maken van

uitsparingen (groeven in het werkstuk) ge-
bruikt worden.

- Bij het transport van de machine dient de bo-

venste beschermkap het bovendeel van het
zaagblad af te dekken.

- De bovenste beschermkap mag niet als hand-

greep voor het transport gebruikt worden!

- Wanneer u de duwlat niet gebruikt, bewaar

deze dan in de daarvoor bestemde opberghou-
der van de machine.

3.3

Informatie over geluidsoverlast en tril-
ling

Geluidsdrukniveau
Onbelast draaien/bewerking

84/90 dB(A)

Geluidsvermogensniveau
Onbelast draaien/bewerking

97/103 dB(A)

Meetonzekerheidstoeslag

K = 3 dB

Draag

oorbeschermers!

Beoordeelde acceleratie

< 2,5 m/s²

De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn gemeten volgens de testvoorwaarden in EN
61029 en dienen voor de machinevergelijking. Aan
de hand van deze waarden kan ook een voorlopige
inschatting van de trillings- en geluidsbelasting
tijdens het gebruik worden gemaakt.
De aangegeven emissiewaarden gelden voor de
belangrijkste toepassingen van het elektrische
gereedschap. Wordt het elektrisch gereedschap
echter voor andere toepassingen of met ander
inzetgereedschap gebruikt, of is het onvoldoende
onderhouden, dan kan hierdoor de trillings- en
geluidsbelasting gedurende de hele werktijd
aanzienlijk worden verhoogd. Met het oog op een
vastgelegde werkperiode dienen voor een juiste
beoordeling ook de hierin optredende vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht te worden
genomen. De belasting over de totale werkpe-
riode kan op deze manier aanzienlijk worden
verminderd.

3.4 Restrisico’s
Ook wanneer men zich aan alle relevante bouw-
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van
de machine nog gevaarlijke situaties voordoen,
bijv. als gevolg van:

- Het wegvliegen van werkstukdelen,
- Het wegvliegen van werkstukdelen bij bescha-

digd gereedschap,

- Geluidsemissie,
- Houtstofemissie.

4 Plaatsing,

inbedrijfneming

Zorg ervoor dat de vloer rond de machine egaal
is, in goede staat verkeert en vrij is van losse,
rondom liggende voorwerpen (bijv. spanen en
zaagresten).

4.1

Het installeren van de machine

De machine kan met of zonder uitgeklapte poten
(afbeelding 1 en 2) worden opgesteld (de uitvoe-
ring „Floor“ beschikt niet over uitklappoten).
Om de poten uit te klappen dienen de vier draai-
knoppen (1.6) tot de aanslag te worden geopend.
Draai de vier draaiknoppen nadat de poten zijn
uitgeklapt weer vast. Om ervoor te zorgen dat de
machine veilig staat, kan de lengte van de poten
worden bijgesteld door aan de afsluitkap (1.7) te
draaien.

4.2 Transport
- Vergrendel het zaagaggregaat in de nulpositie.
- Verwijder alle aanbouwdelen van uw zaag en

wikkel de kabel op uw kabelhouder.

- Klap de poten volledig in.

4.3 Toepassingsmogelijkheden
De machine kan als tafelcirkelzaag of als trekcir-
kelzaag worden gebruikt.

a)

Tafelcirkelzaag (afbeelding 1)

- Zet de schakelaar (1.9) in de laagste stand.
Draai de handgreep (1.8) naar beneden, en trek
het zaagaggregaat met de handgreep naar voren
tot het inklikt.
Het zaagaggregaat bevindt zich nu in een mid-
denstand ten opzichte van de tafel, en de machine
kan als tafelcirkelzaag worden gebruikt.

b)

Trekcirkelzaag (afbeelding 3)

- Zet de schakelaar (3.10) in de hoogste stand.
Wordt de handgreep (3.9) naar beneden gedraaid,
dan kan het zaagaggregaat voor het uitvoeren
van trekzaagsneden met de handgreep naar
voren en naar achteren worden bewogen. De
beweging naar achteren wordt door veerkracht
ondersteund.

Advertising