Festool CS 50 EB PRECISIO User Manual

Page 51

Advertising
background image

51

instellen door aan de handgreep (5.2) te draai-
en,

- De draaiknop (5.3) sluiten.
Voor exacte paswerkzaamheden (achter-zaag-
sneden bij de stootranden) kan het zaagblad met
telkens 2° buiten de beide eindstanden worden
gedraaid. Daarvoor wordt in de eindstand de toets
(5.5) ingedrukt.
Hierna kan het zaagblad tot -2° resp. 47° worden
gedraaid. Nadat het is teruggedraaid zijn de beide
eindstanden weer actief.

6.3

Wisselen van gereedschap

Veiligheidsinstructies Fast-Fix span-

moer (zie afbeelding 7 A).

De greepbeugel na het vastspannen slui-
ten.

De Fast-Fix spanmoer uitsluitend met
de hand los- en vastdraaien. De greep-
beugel in geen geval met een schreven-
draaier, tang of ander werktuig vasr- of
losdraaien.

Indien de moer neit meer de hand is los
te draaien, mag de moer uitsluitend met
een 2-pen sleutl worden losgemaakt.

Is de greebeugel los of beschadigd, dan
mag de Fast-Fix moer in geen geval wor-
den gebruikt.

Wegens de speciale opname mogen uit-

sluitend de zaagbladen worden gebruikt
die door Festool voor deze machine wor-
den aanbevolen.

- De vergrendeling (1.3) openen en het tafelinleg-

stuk (1.2) naar boven toe verwijderen,

- De vergrendeling (6.1) openen en de afdekking

van het zaagblad (6.2) naar beneden draaien. De
gereedschapsspil wordt hierdoor automatisch
vastgezet,

- De hendel (7.5) omleggen en met de klok mee

(linkse schroefdraad) draaien, om de Fast-Fix
snelspanning (7.4) te openen,

- Het gereedschap vervangen. Let daarbij op het

volgende:
• De Fast-Fix snelspanning (7.4), de fl ens (8.1)

en het zaagblad dienen schoon te zijn,

• De draairichting van het zaagblad (7.6) moet

overeenkomen met de draairichting van de
machine (7.7),

• Het zaagblad in het midden van de fl ens (8.1)

plaatsen en zo ver draaien dat de omtrek van
de fl ens en de zaagbladboring inklikken.

- Fast-Fix snelspanning (7.4) tegen de klok in vast

aantrekken, de hendel (7.5) omleggen,

- De zaagbladafdekking (6.2) naar boven draaien

en de vergrendeling (6.1) sluiten,

- Eerst de achterkant van het tafelinlegstuk in-

brengen (zie afbeelding 9) en de vergrendeling
(1.3) sluiten.

6.4 Splijtwig

instellen

De spleetbout (7.1) dient zo te worden geplaatst,
dat de afstand tot de tandkrans van het zaagblad
3 tot 5 mm bedraagt.
- De moer (7.3) met de inbussleutel (6.3) los-

draaien en samen met het klemstuk (7.2) ver-
wijderen,

- Nadat beide moeren (8.3) zijn losgedraaid, kan

het geleidestuk (8.2) in verticale richting worden
verschoven om de afstand tussen de spleetbout
en het zaagblad in te stellen.

- Nadat de afstand is ingesteld, dienen de spleet-

bout en het klemstuk weer te worden gemon-
teerd en alle moeren te worden aangedraaid.

6.5 De

aanslag

De meegeleverde aanslag kan, zoals weergegeven
in afbeelding 3, aan alle vier de kanten van de
machine worden bevestigd.
De aanslag kan op de volgende manieren worden
ingesteld:
• Instelling parallel aan de rand van de tafel - open

hiervoor de draaiknop (3.5).

• Instelling loodrecht op de rand van de tafel -

open hiervoor de draaiknop (3.6).

• Instelling van de aanslaglineaal (3.1) in de leng-

terichting - open hiervoor de draaiknop (3.2).
De aanslaglineaal kan bij dunne werkstukken
in een lage stand (afbeelding 1), en bij dikke
werkstukken in een hoge stand (afbeelding 3)
op de houder worden vastgeklemd.

• Hoekinstelling aan de hand van de schaal (3.7) -

open hiervoor de draaiknop (3.3) en til de fi xeer-
stift (3.4) op. De draaibare fi xeerstift klikt bij de
meest gebruikelijke hoek-instellingen in.

De aanslag kan daardoor als lengteaanslag (af-
beelding 1), of als dwarsaanslag resp. hoekaan-
slag (afbeelding 3) worden gebruikt.

Zie er alvorens met de werkzaamheden

te beginnen op toe dat alle draaiknoppen
van de aanslag zijn aangehaald. De aan-
slag mag alleen in een vaste stand en niet
voor het verschuiven van het werkstuk
worden gebruikt.

Advertising