Festool CS 50 EB PRECISIO User Manual

Page 50

Advertising
background image

50

4.4 Afzuiging

De PRECISIO beschikt over twee afzui-

gaansluitingen: de bovenste bescherm-
kap (2.3) met Ø 27 mm, en de onderste
beschermkap (2.2) met Ø 35 mm.

Bij de afzuigset CS 70 AB (488292, bij CS 50 EB in
de leveringsomvang) zijn beide afzuigaansluitin-
gen gecombineerd, zodat er een mobiele stofaf-
zuiger van Festool kan worden aangesloten.

4.5

Elektrische aansluiting en inbedrijfstel-
ling

De netspanning dient overeen te komen
met de indicatie op de kenplaat.

I n N o o rd - A m e r i k a m o g e n a l le e n

Festool-machines met de spanningsop-
gave 120 V/60 Hz worden ingezet.

Vanwege het vermogen van de motor bevelen wij
het gebruik van een 16 A zekering aan.
Om de machine in te schakelen dienen de IN-/
UIT-schakelaar (4.1) en de vergrendelschake-
laar (4.4) tegelijkertijd te worden ingedrukt. De
machine loopt zolang de IN-/UIT-schakelaar
ingedrukt blijft.
Voor een continue werking dient na het inschake-
len eerst de IN-/UIT-schakelaar (4.1) en daarna de
vergrendelschakelaar (4.4) te worden losgelaten.
Om het continubedrijf uit te schakelen, dient de
IN-/UIT-schakelaar opnieuw te worden ingedrukt
en losgelaten, of op de rode schakelaar (4.6) te
worden gedrukt.
Ter bescherming tegen het onbevoegd inscha-
kelen van de machine kan een beugelslot in
boorgat (4.2) van de IN-/UIT-schakelaar worden
gehangen.

5 Elektronica

De machine bezit een volledige golfelek-

tronica met de volgende kenmerken:

5.1 Zachte

aanloop

De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aan-
loop van de machine.

5.2 Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (4.5) traploos
tussen 1600 en 4200 min

-1

worden ingesteld. Hier-

mee kunt u de freessnelheid van het betreffende
materiaal optimaal aanpassen (4.3).
Het vooraf ingestelde toerental wordt bij onbelast
toerental en bij bewerking constant gehouden.

5.3 Overbelastingsbeveiliging
Bij extreme overbelasting van de machine wordt
de stroomtoevoer gereduceerd. Wanneer de
motor gedurende enige tijd wordt geblokkeerd,
wordt de stroomtoevoer geheel onderbroken. Na
het opheffen van de overbelasting of nadat het
apparaat is uitgeschakeld, is de machine weer
klaar voor gebruik.

5.4 Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge temperatuur van de motor worden
de stroomtoevoer en het toerental verminderd. De
machine loopt nog maar met een gering vermo-
gen, zodat de motor met behulp van de motor-
ventilatie snel kan afkoelen. Wanneer de motor
is afgekoeld, herneemt de machine vanzelf weer
zijn normale toerental.

5.5 Rem
Bij het uitschakelen wordt het zaagblad in 1,5 – 2
seconden elektronisch tot stilstand afgeremd (al-
leen de 230 V - 240 V uitvoering).

5.6

Beveiliging tegen het opnieuw starten

De ingebouwde onderspanningsbeveiliging voor-
komt dat de machine bij continubedrijf na een
onderbreking van de spanning weer zelfstandig
start.
De machine moet in dit geval eerst uit- en vervol-
gens weer worden ingeschakeld.

6

Instellingen aan de machine

Haal bij het instellen, het plegen van on-

derhoud en het uitvoeren van reparaties
altijd de stekker uit het stopcontact!

Om het instellen te vergemakkelijken kan het
zaagaggregaat in de voorste stand (afbeelding 5)
worden vergrendeld: trek het zaagaggregaat tot
de aanslag naar voren en zet de schakelaar (5.1)
in de laagste stand.

In de voorste stand mag niet met de ma-

chine worden gewerkt!

6.1 Zaaghoogte
Door aan de kruk (5.4) te draaien kan de zaag-
hoogte traploos worden ingesteld (0 - 50 mm bij
een stand van 90° van het zaagblad).

6.2 Verstekhoek
Het zaagblad kan tussen de 0° en de 45° worden
gedraaid:
- De draaiknop (5.3) openen,
- De verstekhoek met behulp van de schaal (5.6)

Advertising