Bondioli&Pavesi 399CEBR15_A User Manual

Page 74

Advertising
background image

74

NL

• Wanneer de frictieplaten zichtbaar zijn (zie figuur 44) is de koppeling van het type

FV met schotelveer en FFV met schroefveren. Meet en noteer de veerhoogte zoals

afgebeeld in figuur 45. Wanneer de frictieplaten bedekt zijn met een metalen strook

(zie figuur 46), dan is het een FT-frictiekoppeling.

Als de platen van de koppeling

zichtbaar zijn en de bouten blinde moeren hebben, dan is de koppeling van het

type FK. Na afloop van het seizoensgebruik dient u de veerdruk te ontspannen en

het mechanisme op een droge plaats te bewaren. Alvorens het mechanisme weer

in gebruik te nemen, dient men te controleren of de frictieplaten goed functioneren

en dient men de veerhoogte terug te brengen naar de oorspronkelijke waarde.

Bij oververhitting van het mechanisme als gevolg van vaak en langdurig slippen,

dient men de dealer van de machine of de dealer van Bondioli & Pavesi te raadplegen.

FV - DRAAIMOMENTBEGRENZER MET FRICTIEPLATEN

Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.

Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en

overbelasting worden vermeden. Deze voorziening kan worden gebruikt als

draaimomentbegrenzer of als startmechanisme voor zeer trage machines.

De ijking kan gewijzigd worden via de bijstelling van de werkhoogte van de veer.

Bij een FV-frictiekoppeling zijn de metalen platen en de frictieplaten zichtbaar.

De ijking van de draaimomentbegrenzers met FV-frictieplaten varieert naar

gelang de hoogte ‘h’ van de veren. Om de ijkwaarde te verhogen/verlagen

draait u de acht moeren een kwartdraai vast/los. Controleer vervolgens de

werking. Herhaal deze handeling indien nodig. Draai de bouten niet te vast, dit zou

de werking immers negatief kunnen beïnvloeden.

FT - FK - DRAAIMOMENTBEGRENZERS MET FRICTIEPLATEN

Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.

Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en

overbelasting worden vermeden. Deze voorziening kan worden gebruikt als

draaimomentbegrenzer of als startmechanisme voor zeer trage machines. De FT-

frictiekoppeling heeft een metalen strook om haar omtrek. De druk van de veer is

correct wanneer ze de metalen strook raakt. Deze conditie kan verkregen worden

door de bouten aan te halen tot de veer de strook blokkeert en de moer vervolgens

1/4 slag los te draaien. Draai de bouten niet te vast, dit zou de werking negatief

kunnen beïnvloeden.

De FK-koppeling heeft bouten met blinde moeren. De

samendrukking van de veer is correct als de moeren volledig zijn aangedraaid.

Gebruik uitsluitend speciale B&P-bouten en -moeren.

Wanneer er in de flensgaffel behalve de acht bouten ook vier

cilinderkopschroeven met binnenzeskant zitten, is de frictiekoppeling

voorzien van een veiligheidsveer. De druk van de veer wordt tot het minimum

teruggebracht wanneer de vier schroeven in de flens worden gedraaid. Lees de

instructies die bij de frictiekoppelingen met veiligheidsveer geleverd zijn. Dankzij de

veiligheidsveer is het mogelijk de staat van de frictieplaten te controleren en de druk

van de veren op de frictieplaten tot het minimum terug te brengen tijdens periodes

van stilstand. Bij de frictiekoppelingen die voorzien zijn van een veiligheidsveer

wordt een gebruiks- en onderhoudshandleiding geleverd. Lees deze voor

een correct gebruik van de veiligheidsveer.

FFV - DRAAIMOMENTBEGRENZER MET FRICTIEPLATEN

Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.

Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en

overbelasting worden vermeden. Deze voorziening kan worden gebruikt als

draaimomentbegrenzer of als startmechanisme voor zeer trage machines.

45

46

47

44

48

Advertising