Hase Ottawa User Manual

Page 51

Advertising
background image

51

ontstaan, zoals koolstofmonoxide, azijnzuren, feno-
len, methanol, formaldehyde, roet en teer.

12. Bijdrage tot een schoner milieu

Of uw de kachel milieubelastend brandt of het milieu
integendeel ontziet, hangt in sterke mate af van de
wijze waarop u hem bedient en van de brandstof die
u gebruikt (zie punt 9. De juiste brandstof).
Gebruik uitsluitend droog hout. Het best geschikt is
loofhout zoals beuk en berk.

Gebruik voor het aansteken alleen maar kleine stuk-
ken hout. Deze ontbranden sneller dan grotere stuk-
ken, zodat de temperatuur die noodzakelijk is voor
een volledige verbranding sneller bereikt wordt.
Bij langer stoken levert het vaker bijvoegen van klei-
nere houthoeveelheden zowel energetische als eco-
logische voordelen op.

13. Beoordeling van de verbranding

Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u
gemakkelijk beoordelen aan de hand van de vol-
gende kenmerken:

– De kleur en de gesteldheid van de assen:
Bij een zuivere verbranding ontstaat fijn wit as.
Een donkere kleur wijst op houtskoolresten. De uit-
brandfase is in dit geval slechts gedeeltelijk doo-
rlopen.

– De kleur van het rookgas bij het verlaten van de
schoorsteen: Hier geldt: hoe minder de rook bij het

verlaten van de schoorsteen zichtbaar is, hoe beter de

verbranding verloopt.

In het tussenseizoen (lente / herfst) kunnen bij bui-
tentemperaturen van meer dan 16°C storingen in de
schoorsteen optreden. Wanneer bij een dergelijke
temperatuur ook na de snelle verbranding van papier
of kleine houtblokken (lokvuur) geen trek ontstaat,
moet u de kachel best niet aansteken.

14. Houtvochtigheid en vermogen

Vuistregel: hoe vochtiger het hout, hoe lager het ver-
mogen.

Het vermogen van het hout hangt zeer sterk samen
met de vochtigheid ervan. Hoe meer water het hout
bevat, hoe meer energie bij de verbranding besteed
moet worden aan de verdamping van dat water. Deze
energie is verloren. Hoe vochtiger het hout dus, hoe
lager het vermogen.

Een voorbeeld: pas gehakt hout vertoont een voch-
tigheidsgraad van om en nabij de 50% en beschikt
over een vermogen van ongeveer 2,3 kWh/kg. Be-
hoorlijk luchtgedroogd hout daarentegen met een
vochtigheidsgraad van ca. 15% heeft een vermogen
van ongeveer 4,3 kWh/kg.
Wanneer u dus zeer vochtig hout verbrandt, maakt
u met dezelfde houthoeveelheid slechts de helft
van het vermogen vrij. De verbranding van vochtig
hout leidt tevens tot meer roetaanslag op het venster
van de verbrandingsruimte. Daar komt nog bij dat,
wanneer u vochtig hout verbrandt, de daardoor ont-
stane waterdamp kan condenseren in de rookbuis of
in de schoorsteen. In de schoorsteen kan een teer-
achtige substantie afgezet worden of de schoorsteen
kan vol raken met roet en teer. Het roet en de teer
kunnen onaangenaam beginnen ruiken en gemetsel-

de schoorstenen beschadigen. De teerachtige sub-
stantie zou kunnen ontbranden (schoorsteenbrand).
Omwille van de hoge vochtigheidsgraad daalt ook de
verbrandingstemperatuur. Dit belet de volledige ver-
branding van alle houtbestanddelen en leidt tot een
aanmerkelijke belasting voor het milieu.
De restvochtigheid van uw brandhout kunt u meten
met behulp van een houtvochtigheidsmeter.

15. Hout opslaan en drogen

Om hout te drogen, is tijd nodig. Wanneer het op
correcte wijze bewaard wordt, is hout in twee tot drie
jaar luchtdroog.

Zaag en kloof het hout gebruiksklaar wanneer u het
gaat bewaren. Dit voert tot een snellere droging.
Kleinere stukken drogen beter dan grote.
Bewaar het hout op een goed verluchte, zo zonnig
mogelijke plaats (liefst op het zuiden gericht) en be-
schut tegen de regen.
Laat tussen de houtrijen een afstand van een hand-
breedte, zodat de doorstromende lucht het verdam-
pende vocht goed kan opnemen.
Dek uw houtvoorraad nooit af met plastic folie of
tentzeil. Dat zou beletten dat het vocht ontsnapt.
Stapel vers hout ook nooit weg in een kelder. Door de
gebrekkige luchtverversing zal het daar eerder rotten
dan drogen.

Enkel hout dat al droog is, mag in een droge en goed
verluchte kelder bewaard worden.

Advertising
This manual is related to the following products: